P3Les12 15-03

BIENVENIDOS
1 / 34
suivant
Slide 1: Diapositive
SpaansMiddelbare schoolvwoLeerjaar 5

Cette leçon contient 34 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 3 vidéos.

time-iconLa durée de la leçon est: 50 min

Éléments de cette leçon

BIENVENIDOS

Slide 1 - Diapositive

La planificación las próximas semanas
Esta semana                             Trabajamos en unidad 2
La semana que viene            Trabajamos en unidad 2
La semana después               Repetir unidad 1 y unidad 2 y           
                                                        prepararnos por el examen

El jueves 6 de abril: la empieza de la semana de los exámenes

Slide 2 - Diapositive

La planificación de hoy
Empezamos con unidad 2
Repetir los tiempos verbales
Quiz sobre el uso de los tiempos verbales 
El uso del pretérito indefinido y el pretérito imperfecto
Videos sobre el indefinido y el imperfecto
Hacer ejercicios

Slide 3 - Diapositive

Los tiempos verbales
Conjuga el verbo Hablar

1) en el presente
2) en el pretérito perfecto
3) en el pretérito indefinido
4) en el pretérito imperfecto

Slide 4 - Diapositive

Presente
hablo
hablas
habla
hablamos
habláis
hablan

Slide 5 - Diapositive

Perfecto
he hablado
has hablado
ha hablado
hemos hablado
habéis hablado
han hablado

Slide 6 - Diapositive

Indefinido
hablé
hablaste
habló
hablamos
hablasteis
hablaron

Slide 7 - Diapositive

Imperfecto
hablaba
hablabas
hablaba
hablábamos
hablabais
hablaban

Slide 8 - Diapositive

Voor gebeurtenissen in het verleden die verband houden met het heden gebruik je de .....
A
Presente
B
Pretérito perfecto
C
Pretérito indefinido
D
Pretérito imperfecto

Slide 9 - Quiz

Voor gebeurtenissen in het heden gebruik je de .....
A
Presente
B
Pretérito perfecto
C
Pretérito indefinido
D
Pretérito imperfecto

Slide 10 - Quiz

Voor het beschrijven van de omstandigheden in een verhaal gebruik je de .....
A
Presente
B
Pretérito perfecto
C
Pretérito indefinido
D
Pretérito imperfecto

Slide 11 - Quiz

Voor gebeurtenissen waarvan niet belangrijk is wanneer ze plaatsvonden gebruik je de .....
A
Presente
B
Pretérito perfecto
C
Pretérito indefinido
D
Pretérito imperfecto

Slide 12 - Quiz

Voor gewoontes of herhaalde gebeurtenissen in het verleden gebruik je de .....
A
Presente
B
Pretérito perfecto
C
Pretérito indefinido
D
Pretérito imperfecto

Slide 13 - Quiz

Voor gebeurtenissen die op een bepaald moment in het verleden plaatsvonden gebruik je de .....
A
Presente
B
Pretérito perfecto
C
Pretérito indefinido
D
Pretérito imperfecto

Slide 14 - Quiz

Het signaalwoord "mañana" hoort bij de .....
A
Presente
B
Pretérito perfecto
C
Pretérito indefinido
D
Pretérito imperfecto

Slide 15 - Quiz

Het signaalwoord "ayer" hoort bij de .....
A
Presente
B
Pretérito perfecto
C
Pretérito indefinido
D
Pretérito imperfecto

Slide 16 - Quiz

Het signaalwoord "antes" hoort bij de .....
A
Presente
B
Pretérito perfecto
C
Pretérito indefinido
D
Pretérito imperfecto

Slide 17 - Quiz

Het signaalwoord "alguna vez" hoort bij de .....
A
Presente
B
Pretérito perfecto
C
Pretérito indefinido
D
Pretérito imperfecto

Slide 18 - Quiz

El pretérito indefinido
Voor gebeurtenissen die op een bepaald moment in het verleden plaatsvonden. Deze gebeurtenissen zijn afgesloten en hebben geen verband met het heden. 

Slide 19 - Diapositive

El pretérito indefinido
Wordt gebruikt voor een afgesloten periode in het verleden
Signaalwoorden: 

Ayer 
a los 5 años
en 2009
la semana pasada

Hemos aprendido en gente joven 2 unidad 2

Slide 20 - Diapositive

El pretérito indefinido: verbos regulares

Slide 21 - Diapositive

El pretérito indefinido: verbos irregulares

Slide 22 - Diapositive

El pretérito imperfecto
voor beschrijvingen van personen of zaken uit het verleden.
Mi abuelo era alto y llevaba una barba blanca.

voor gewoontes of herhaalde gebeurtenissen in het verleden.
Yo antes iba todos los días a la piscina.

Slide 23 - Diapositive

El pretérito imperfecto
Voor het beschrijven van personen of zaken in het verleden

Voor gewoontes of herhaalde gebeurtenissen in het verleden

Voor het beschrijven van de omstandigheden in een verhaal. Voor de gebeurtenissen gebruik je de indefinido of de perfecto, en voor de situaties waarin ze plaatsvinden de imperfecto. 

Slide 24 - Diapositive

El pretérito imperfecto: verbos regulares

Slide 25 - Diapositive

El pretérito imperfecto: verbos irregulares
Solo hay tres verbos irregulares en el pretérito imperfecto
:

Slide 26 - Diapositive

Slide 27 - Vidéo

Slide 28 - Vidéo

Slide 29 - Vidéo

Slide 30 - Diapositive

Hacer ejercicos
werkboek página 17 número 2
werkboek página 20 número 7

El werkboek está en la planificación de itslearning en semana 5

Slide 31 - Diapositive

Slide 32 - Diapositive

Slide 33 - Diapositive

Hasta la próxima vez

Slide 34 - Diapositive