NaSk Leerjaar 3 H1.2 Elektriciteit in huis NOVA

1.2 Elektriciteit in huis
1. Je kunt de onderdelen van een huisinstallatie benoemen vanaf de hoofdleiding in de meterkast.
2. Je kunt beschrijven waar de verschillend gekleurde draden in een huisinstallatie voor dienen.
3. Je kunt de oorzaak en de gevolgen beschrijven van kortsluiting en van overbelasting.
4. Je kunt het verschil uitleggen tussen gelijkspanning (DC) en wisselspanning (AC).(extra stof)
1 / 27
suivant
Slide 1: Diapositive
NatuurkundeMiddelbare schoolvmbo, mavoLeerjaar 3

Cette leçon contient 27 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 2 vidéos.

time-iconLa durée de la leçon est: 50 min

Éléments de cette leçon

1.2 Elektriciteit in huis
1. Je kunt de onderdelen van een huisinstallatie benoemen vanaf de hoofdleiding in de meterkast.
2. Je kunt beschrijven waar de verschillend gekleurde draden in een huisinstallatie voor dienen.
3. Je kunt de oorzaak en de gevolgen beschrijven van kortsluiting en van overbelasting.
4. Je kunt het verschil uitleggen tussen gelijkspanning (DC) en wisselspanning (AC).(extra stof)

Slide 1 - Diapositive

Huisinstallatie
  • Netwerk van elektriciteitsdraden 
       in huis.
  • Splitst in parallelle groepen
  • Elke groep heeft eigen groepsschakelaar.
  • Elke groep heeft een eigen zekering.
  • Je kan een groep spanningsloos maken om veilig reparatie uit te voeren.

Slide 2 - Diapositive

Slide 3 - Diapositive

0

Slide 4 - Vidéo

Slide 5 - Diapositive

Fasedraaden nuldraad
Bruin - fasedraad
Blauw - nuldraad

Bruin 230V - Blauw geen spanning

Schakelaar naar lamp zwarte draad
 - Schakeldraad: Alleen spanning als schakelaar aan staat

Slide 6 - Diapositive

Slide 7 - Diapositive

Kortsluiting:
Wanneer er geen weerstand in een gesloten stroomkring zit. Bijvoorbeeld bij kapotte apparaten of beknelde elektriciteitsdraden.
 - De stroomsterkte wordt dan ineens
    heel groot. 

Slide 8 - Diapositive

Overbelasting
Stroom per groep mag niet meer dan 16A zijn. 
Hoe groter de stroom, hoe warmer
Meer dan 16A zorgt voor te veel 
warmte, dan ontstaat brandgevaar

Teveel apparaten - overbelasting


Slide 9 - Diapositive

Slide 10 - Vidéo

Korstluiting in een stekker

Slide 11 - Diapositive

Belang van het lesdoel
Weten wat je moet doen als er problemen met elektriciteit in huis zijn.
Veiliger werken met elektricitieit.
Hogere cijfers voor je toets halen.

Slide 12 - Diapositive

Slide 13 - Diapositive

Extra: Wissel - en gelijkspanning
Het lichtnet heeft een wisselspanning. Deze kun je transformeren maar niet opslaan.
Een batterij levert gelijkspanning die je kan opslaan.

Slide 14 - Diapositive

Controle van begrip
1a Leg uit wat kortsluiting is.
1b Leg uit hoe overbelasting kan ontstaan.

Slide 15 - Diapositive

Groot/Groter/Grote
Klein/Kleine/Kleiner
 Hoe groter de weerstand van het apparaat is, des te .......... is de stroomsterkte (als het apparaat aanstaat)
Het koperdraad in snoeren en elektriciteitsdraden heeft een heel .......weerstand.
De weerstand van een elektrisch apparaat is veel .... dan de weerstand van snoeren en elektriciteitsdraden.

Slide 16 - Question de remorquage

Hoe heet de geel groene draad in de huisinstallatie?

Slide 17 - Question ouverte

Hoe heet de zwarte draad in de huisinstallatie?

Slide 18 - Question ouverte

Hoe heet de blauwe draad in de huisinstallatie?

Slide 19 - Question ouverte

Hoe heet de bruine draad in de huisinstallatie?

Slide 20 - Question ouverte

Noteer de naam en of er spanning op de draad zit:
bruin;
blauw;
zwart;
geel/groen;

Slide 21 - Diapositive

In tweetallen, bespreek en schrijf in je aantekeningenschrift.
a) Leg uit waarom er in huis meerdere groepen zijn.

b) Hoe groot kan de stroom maximaal zijn door de groep ?

c) Noem twee redenen waardoor een zekering kan doorbranden.


Slide 22 - Diapositive

demonstratie docent.

a) Wanneer brandt het lampje ?

b) Waarom krijg ik geen schok ?

c) Wat is het gevaar van deze methode ?

Slide 23 - Diapositive

Het huiswerk
Maak paragraaf 2
Schrijf een samenvatting of begrippenlijst in je aantekeningenschrift
Beantwoord de volgende vragen

Slide 24 - Diapositive

Schrijf 2 dingen op die je deze les geleerd hebt.

Slide 25 - Question ouverte

Stel 1 vraag over iets dat je deze les nog niet zo goed hebt begrepen

Slide 26 - Question ouverte

Heb je nog tips of tops voor mij? Schrijf ze maar op.

Slide 27 - Question ouverte