Cette leçon contient 15 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.
La durée de la leçon est: 30 min
Éléments de cette leçon
Hoe is een goede tekst opgebouwd?
A
inleiding, middenstuk
B
middenstuk
C
inleiding, middenstuk, slot
D
middenstuk, slot
Slide 1 - Quiz
Schrijven hoofdstuk 1
Stap voor stap schrijven
Slide 2 - Diapositive
Doelen H1 schrijven
Je kunt een woordveld maken
Je weet wat deelonderwerpen zijn
Je kunt je woordveld verdelen in verschillende groepjes
Je kunt een tekst schrijven en controleren
Slide 3 - Diapositive
Startvraag:
- Wat is een deelonderwerp?
- Hoe vind je het deelonderwerp?
Slide 4 - Diapositive
Deelonderwerp
Een deelonderwerp = het onderwerp van een alinea.
voorbeeld
De tekst gaat over voetbal.
Deelonderwerpen zouden kunnen zijn:
- regels
- kleding
- het voetbalteam
Slide 5 - Diapositive
Voordeel woordveld en ordenen
Je maakt eerst een woordveld zodat je alles wat je over een onderwerp weet op papier kan zetten.
Je ordent je woordveld, zodat je deelonderwerpen creëert. Met je deelonderwerpen kun je makkelijker je tekst schrijven (per deelonderwerp kun je een alinea gebruiken)
Slide 6 - Diapositive
Aanpak!
Hoe pak je het schrijven van een tekst dus aan?
Slide 7 - Diapositive
Stappenplan.
1. Maak een woordveld.
2.Maak deelonderwerpen en orden ze.
3. Schrijf je tekst.
4. Controleer en verbeter.
Slide 8 - Diapositive
Slide 9 - Diapositive
Inleiding
het onderwerp aankondigen;
een korte, grappig of bijzonder verhaaltje vertellen (anekdote) ;
een of meer vragen stellen;
de aanleiding voor het schrijven van de tekst noemen.
Slide 10 - Diapositive
Middenstuk
In het middenstuk werkt de schrijver het onderwerp uit in verschillende deelonderwerpen.
Slide 11 - Diapositive
Slot
een korte samenvatting van de tekst geven;
een conclusie van de tekst geven;
een advies geven.
Slide 12 - Diapositive
Aan de slag:
Maak de eerste opdracht van hoofdstuk 1 schrijven op pagina 19.
Slide 13 - Diapositive
Hoe begin je met schrijven?
A
Je loopt een rondje door de school
B
Je schrijft een leuke titel
C
Je kiest een onderwerp
D
Dat vraag je de docent
Slide 14 - Quiz
Wat hoort NIET thuis bij het stap voor stap schrijven