H5.5 Het oog

H3.5 Het oog
1 / 17
suivant
Slide 1: Diapositive
NatuurkundeMiddelbare schoolvmbo bLeerjaar 3

Cette leçon contient 17 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 1 vidéo.

time-iconLa durée de la leçon est: 45 min

Éléments de cette leçon

H3.5 Het oog

Slide 1 - Diapositive

Lesprogramma
  1. Interactieve herhaling lesstof 
  2. Interactieve uitleg 5.5
  3. Zelf aan de slag met NOVA 5.5
  4. Lesafsluiting

Slide 2 - Diapositive

Leerdoelen
  • Je kunt de onderdelen van het oog benoemen. 
  • Je kunt de functie van de pupil uitleggen. 
  • Je kunt uitleggen wat accommoderen van de ooglens is. 
  • Je kunt uitleggen welke lens bijziendheid kan corrigeren. 
  • Je kunt uitleggen welke lens verziendheid kan corrigeren. 
  • Je kunt eigenschappen van contactlenzen benoemen.

Slide 3 - Diapositive

Vink de 2 juiste onderdelen aan die met een bolle lens hebben te maken
A
positieve lens
B
convergerend
C
negatieve lens
D
divergerend

Slide 4 - Quiz

Slide 5 - Diapositive

Stuur een foto in van de gemaakte opdracht 30 (bolle lens)

Slide 6 - Question ouverte

Slide 7 - Diapositive

Uitleg 5.5 Het oog 
maak aantekeningen!

Slide 8 - Diapositive

Slide 9 - Vidéo

Slide 10 - Diapositive

Slide 11 - Diapositive

Aan de slag
  • Wat: Lees en maak hoofdstuk 5 paragraaf 5(blz. 42 t/m 50).    
  • Wanneer: Zorg dat dit voor volgende les af is.    
  • Hoe: Met je werkboek . Schrijf met pen, teken met potlood.    
  • Klaar?: Als je klaar bent met paragraaf 5, kun je verder in deze les. 

Slide 12 - Diapositive

Lesafsluitiing
2 QUIZ vragen en 
een vraag :)

Slide 13 - Diapositive

Als je negatieve brillenglazen hebt, dan ....
A
ben je bijziend
B
ben je blind
C
ben je verziend
D
heb je een leesbril

Slide 14 - Quiz

Als je bijziend bent...
A
zie je slecht dichtbij
B
heb je een leesbril
C
zie je goed dichtbij
D
zie je alleen dingen naast je bril

Slide 15 - Quiz

Wat vond je van de les??

Slide 16 - Carte mentale

Onthoud
• De onderdelen van het oog zijn: hoornvlies, pupil, iris, ooglens, glasachtig lichaam, netvlies, oogzenuw.
• De pupil regelt hoeveel licht in je oog komt.
• De ooglens is bol als je dichtbij kijkt.
• De ooglens is plat als je ver weg kijkt.
• Accommoderen is het boller of platter worden van de ooglens.
• Bijziend: het beeld valt voor het netvlies. De ooglens is te bol.
• Een bril met negatieve lenzen en negatieve contactlenzen geven een goed beeld op het netvlies.
• Verziend: het beeld valt achter het netvlies. De ooglens is te plat.
• Een bril met positieve lenzen en positieve contactlenzen geven een goed beeld op het netvlies.

Slide 17 - Diapositive