Oefenen voor de toets
1 / 17
Éléments de cette leçon
Slide 1 - Diapositive
Wat vieren/herdenken Joodse mensen tijdens Pesach, de sedermaaltijd?
A
Abraham die zijn zoon Izak offert
B
Esther, de Koningin die het volk redde
C
Het einde van het loofhuttenfeest
D
De uittocht uit Egypte
Slide 2 - Quiz
Slide 3 - Diapositive
Welk ingrediënt heeft met welk onderdeel van het verhaal te maken?
Dit staat voor de tranen van de slaven die het zo moeilijk hadden in Egypte.
De joden moesten zo snel vluchten dat ze geen tijd hadden om het brood te laten rijzen.
Dit doet denken aan de lente, wanneer Pesach gevierd wordt.
Dit staat voor het 'zoete' geluk van de slaven die bevrijd waren uit Egypte.
Dit staat voor de bittere tijden, het zware leven van de slaven in Egypte.
Dit staat voor nieuw leven.
Ei
Bittere kruiden.
Zoet mengsel van appel & noten
Zout water
Groene kruiden
Matze (plat brood)
Slide 4 - Question de remorquage
Slide 5 - Diapositive
Wat zie je op de foto staan?
Bij welk feest hoort dit?
Bij welk feest hoort dit?
Slide 6 - Question ouverte
Wat herdenken joden met het Loofhuttenfeest?
A
Dat er mensen in de wereld geen dak boven hun hoofd hebben
B
De uittocht uit Egypte en de reis door de woestijn
C
Dat ze vervolgd worden in de wereld en nergens kunnen wonen
D
Dat ze heel lang niet in Jeruzalem mochten wonen
Slide 7 - Quiz
Lees op blz 34: het Wekenfeest
Wat wordt er niet gedaan tijdens het Wekenfeest
Wat wordt er niet gedaan tijdens het Wekenfeest
A
Herdenken dat God de 10 geboden heeft gegeven in de woestijn
B
De bima en de heilige ark versieren met bloemen
C
het verhaal van Mozes die de 10 geboden krijgt voorlezen
D
De sjofar (de ramshoorn) blazen
Slide 8 - Quiz
Grote Verzoendag:
Vind jij het belangrijk om tegen God en mensen te zeggen wat je verkeerd hebt gedaan en daar sorry voor te zeggen?
Vind jij het belangrijk om tegen God en mensen te zeggen wat je verkeerd hebt gedaan en daar sorry voor te zeggen?
Ja, dat vind ik belangrijk
Ja, maar niet tegen God
Ja, maar alleen als mensen weten dat ik iets fout heb gedaan
Ja, maar niet tegen andere mensen
Nee dat vind ik niet belangrijk
Slide 9 - Sondage
Wat zie je op dit plaatje?
Bij welk feest hoort dit?
Bij welk feest hoort dit?
Slide 10 - Question ouverte
Hieronder staan 5 joodse feesten (blauw) en vijf begrippen (rood). Welk feest hoort bij welk begrip?
Verzoenen.
De bevrijding uit Egypte.
De Tien Woorden.
Woestijnreis.
De schepping van de wereld.
Pesach (Paasfeest).
Wekenfeest (Sjavoeot).
Grote Verzoendag (Jom Kippoer)
Nieuw Jaar
(Rosj Hasjanna)
(Rosj Hasjanna)
Loofhuttenfeest (Soekkot)
Slide 11 - Question de remorquage
Wat is de oorsprong van de gele jodenster in de Tweede Wereldoorlog?
Slide 12 - Question ouverte
Holocaust = (letterlijk)
Shoah = (letterlijk)
Brandoffer
Vernietiging
Slide 13 - Question de remorquage
1.
2.
3.
4.
5.
6.
Joden voelden dat er geen veilig bestaan mogelijk was in Europa
1985: Theodor Herzl schrijft over het idee van een eigen staat
Er komt onenigheid tussen Israël en de Palestijnen
Door de Tweede Wereldoorlog groeit de behoefte aan een Joodse staat
de staat Israël wordt uitgeroepen
Het plan voor de verdeling van Palestina wordt aangenomen door de VN
Slide 14 - Question de remorquage
Voor de Tweede Wereldoorlog woonden er geen joden in Israël
A
Goed
B
Fout
Slide 15 - Quiz
Joden en Palestijnen woonden voor de Tweede Wereldoorlog vreedzaam samen
A
Goed
B
Fout
Slide 16 - Quiz
Er kwamen veel joden naar Israël na vervolgingen voor de Tweede Wereldoorlog
A
Goed
B
Fout
