Oefenen voor SET T3 Nask2

Oefenen voor de SET T3
1 / 51
suivant
Slide 1: Diapositive
ScheikundeMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 3

Cette leçon contient 51 diapositives, avec diapositives de texte et 5 vidéos.

time-iconLa durée de la leçon est: 120 min

Éléments de cette leçon

Oefenen voor de SET T3

Slide 1 - Diapositive

H3 Scheidingsmethoden
- Je krijgt een voorbeeld van iets wat je scheiden moet. Dan moet jij de goede scheidingsmethode erbij weten. (Hoofstuk 3 heeft 6 soorten scheidingsmethoden.)
- Voor scheidingsmethoden heb je soms een opstelling nodig met glaswerk en dergelijke. Zorg dat je de namen van de onderdelen kent.
- Bij de scheidingsmethoden moet je ook weten waar een filtraat, residu, destillaat etc.. bevindt.
- Zorg dat je met procenten kan rekenen.

Slide 2 - Diapositive

Filmpje 1
Filtreren
Extraheren
Indampen

Slide 3 - Diapositive

0

Slide 4 - Vidéo

Filmpje 2
Filtreren
Extraheren
Adsorberen
Indampen
Destilleren

Slide 5 - Diapositive

0

Slide 6 - Vidéo

Concentratie berekenen

Slide 7 - Diapositive

0

Slide 8 - Vidéo

H 4 Ontleden
- Wat is ontleden? En waarom is ontleden anders dan scheiden?
- Welke 3 ontledingsmethoden zijn er? En wat is het verschil tussen deze 3?
- Wat is een verbranding? Hoe zie je dat aan de reactievergelijking?
- Wat is het verschil tussen een ontleedbare stof en een niet ontleedbare stof?
- Hoe werken molecuulformules?
- Zorg dat je een molecuulformule kan maken als je een tekening ziet van een of meerdere moleculen.
- Zorg dat je de symbolen van de atomen kent.

Slide 9 - Diapositive

Stoffen verhitten
Stoffen kunnen veranderen als je ze genoeg verhit:

  1. - Ze kunnen van fase veranderen (smelten)
  2. - Ze kunnen verbranden
  3. - Ze kunnen ontleden

Slide 10 - Diapositive

Verbranden of ontleden?
Als je kijkt naar een reactie, en je vraagt je af of dat een verbrandings- of ontledingsreactie is? Dan kijk je of er zuurstof (O2) nodig is. Heeft de reactie zuurstof nodig? Dan is het een verbrandingsreactie. 

Heb je maar 1 beginstof? Ontleden. 

Slide 11 - Diapositive

Branddriehoek
- brandstof
- zuurstof
- ontbrandingstemperatuur

Zonder een van de drie brand-voorwaarden, geen verbranding.

Slide 12 - Diapositive

Reactieschema of reactievergelijking?

Van een reactie kun je een reactieschema of een reactievergelijking maken. 

Een reactieschema is in woorden. 

Een reactievergelijking is in formule. 

Slide 13 - Diapositive

Reactieschema
Een reactieschema is in woorden:

Beginstoffen -> Eindstoffen

Een voorbeeld:

Hout(s) -> Koolstof (s) + Water (l) + witte rook (g)

Slide 14 - Diapositive

Even ophalen:
De fases geef je in een reactieschema weer als:

(s) = vast (solid in engels)
(l) = vloeistof (liquid in engels)
(g) = gasvormig (gass in engels)
(aq) = opgelost in water (aqua in latijn)

Slide 15 - Diapositive

Ontleedbare stoffen

Ontleedbare stoffen zijn zuivere stoffen die nog verder ontleed (afgebroken) kunnen worden. Als je ze afbreekt kom je bij niet-ontleedbare stoffen uit. 

Slide 16 - Diapositive

Niet-ontleedbare stoffen


Kun je een stof niet verder afbreken, dan is het een niet-ontleedbare stof. Dit worden elementen genoemd. 

Slide 17 - Diapositive

Scheiden of ontleden
Bij het scheiden van stoffen sorteer je de moleculen, maar ze veranderen niet. Scheiden is geen chemische reactie. 

Er verdwijnen geen stoffen en er verschijnen geen nieuwe stoffen. 

Slide 18 - Diapositive

Ontleden
Ontleden is wel een chemische reactie. Bij ontleden verdwijnt een stof en worden er meerdere nieuwe stoffen gevormd. 

Slide 19 - Diapositive

Reactievergelijking
Hiervoor maken we gebruik van een reactievergelijking:

Water (l) -> Waterstof (g) + Zuurstof (g) wordt dan:
H2O (l) -> H2 (g) + O2 (g)

Maar nu hebben we een probleem. Als we atomen voor de pijl en na de pijl gaan tellen klopt het niet meer. 

Slide 20 - Diapositive

0

Slide 21 - Vidéo

H6, metalen
- Er komen een paar vragen over ijzer en aluminium uit hoofdstuk 6.
- Hoofdstuk 6 benoemd ook een aantal legeringen, zorg dat je van de voorbeelden weet waaruit ze bestaan.
- Wat is recycling?
- Wat zijn koolwaterstoffen?
- Wat zijn alkanen en hoe herken je een alkaan?

Slide 22 - Diapositive

IJzererts
De grondstof voor IJzer is IJzeroxide met formule (Fe2O3).

Dit noem je IJzererts. 

Slide 23 - Diapositive

Hoogoven
ijzererts + cokes boven in

Slakken (afval) en ruwijzer onderuit

Slide 24 - Diapositive

Reactievergelijking IJzer
IJzer wordt met cokes (C) en zuurstof verhit. Hierbij ontstaat Ruw IJzer en Koolstofdioxide.

2Fe2O3 + 6C + 3O2 -> 4Fe + 6CO2

Slide 25 - Diapositive

Bauxiet
Bauxiet is de grondstof voor Aluminium. Het bestaat uit aluminiumoxide. 

Slide 26 - Diapositive



Door middel van de ontledingsmethode elektrolyse wordt dit metaal uit de bauxiet gehaald. 

Slide 27 - Diapositive

Reactievergelijking Aluminium
Aluminiumoxide wordt eerst verhit zodat het vloeibaar wordt, daarna vindt er elektrolyse plaats. 

Hierdoor ontleed het aluminiumoxide tot aluminium en zuurstof. 
2Al2O3(l)=4Al(l)+3O2(g)

Slide 28 - Diapositive

Nog meer ertsen




Looderts (PbS)                    Zinkerts (ZnS)             Kopererts (CuFeS2)

Slide 29 - Diapositive

Legeringen
Messing                                   Brons                             Zilveralmalgaan
(Koper+Zink)                           (Koper+Tin)                 (Zilver+Kwik)

Slide 30 - Diapositive

Edele en onedele metalen

Slide 31 - Diapositive

Edele metalen 
Edele metalen reageren niet of nauwelijks met andere stoffen. Edele metalen worden dan ook vaak gevonden als zuivere stof, in een ader.

Zuivere edele metalen zijn vaak niet goed te gebruiken. Ze zijn te zacht. Goud wordt bijvoorbeeld vaak gemengt met  zilver, koper, palladium of platina. 

Slide 32 - Diapositive

Onedele metalen
 
Onedele metalen reageren wel met andere stoffen. Onedele metalen worden bijna altijd als erts gevonden: Het is gebonden aan een andere stof.

Slide 33 - Diapositive

0

Slide 34 - Vidéo

Recycling
(urban mining)

Metalen kun je gemakkelijk omsmelten tot nieuwe onderdelen.

Je maakt van restmateriaal (afval) dus nieuwe materialen. 

Slide 35 - Diapositive

Fossiele brandstof:
aardolie
aardgas
steenkool

Slide 36 - Diapositive

olieraffinaderij
  • destillatie van aardolie 
  • de afgetapte vloeistoffen noem je fracties (ook weer mengsels)
  • fracties met het laagste kookpunt vind je bovenin (zie binas)
  • voor sommige eindproducten (b.v. kunststof) moet je eerst "kraken"(= ontleding, thermolyse)

Slide 37 - Diapositive

Nafta
Kunststof maak je van nafta. 

Nafta moet eerst wel gekraakt worden. Dat betekent dat er van de lange koolwaterstofketens kleinere ketens worden gemaakt. 

Slide 38 - Diapositive

Kennen tot en met Hexaan

Slide 39 - Diapositive

Alkanen
Alkanen hebben een algemene formule: Alkanen = CnH2n+2

Dat betekent dat elk alkaan is opgebouwd uit:

Een aantal Koolstofatomen = n
Een aantal waterstofatomen = 2xn en dan 2 erbij. 

Voorbeeld: 6 C atomen, dan heeft hij altijd 2x6+2 H atomen. Dus 6x2+2=14. 
Dus: C6H14. 

Slide 40 - Diapositive

kraken
= het in kleinere stukken "breken" van lange koolwaterstof moleculen.

thermisch kraken = onder hoge temp
katalytisch kraken = met een katalysator

Slide 41 - Diapositive

Bij kraken wordt een alkaan gesplitst in  verschillende brokstukken

Slide 42 - Diapositive

Polymeriseren
Uit kleine moleculen worden superlange moleculen gemaakt

Slide 43 - Diapositive

Polymeriseren
Een reactie waarbij een groot aantal kleine moleculen aan elkaar koppelen tot één groot molecuul heet polymeriseren.

Slide 44 - Diapositive

Voordelen kunststof
  1. Licht (gewicht)
  2. Roest niet
  3. Laat slecht warmte door (isolatie)
  4. Geleidt elektrisiteit slecht (isolator)
  5. Kan sterk gemaakt worden ( breekt moeilijk)
  6. Goedkoop
  7. Gaat erg lang mee

Slide 45 - Diapositive

Nadelen kunststoffen
- Gaan zo lang mee dat ze niet vergaan als je ze weggooit. 

- Moeilijk te recyclen als je kunststoffen hebt gemengt. 

Slide 46 - Diapositive

Legering of composiet?
Een legering is een mengsel van metalen, een composiet een mengsel van kunststoffen. 

Bij beide verbeter je de eigenschappen zodat het eindproduct beter past bij je doel. 

Slide 47 - Diapositive

Composieten
Eigenlijk net als een legering, maar dan met kunststoffen en natuurlijke materialen. 
- Kogelwerend glas
- Carbon 
- Kevlar
- Glasvezel
- Glare

Slide 48 - Diapositive

Carbon 
De Renault auto bestaat voor 80% uit carbon fiber (koolstof vezels), maar deze 80% is maar 25% van zijn totaal gewicht. 

Carbon is dus een composiet die sterk is, en licht van gewicht. 

Slide 49 - Diapositive

GLARE
GLARE is GLAss REinforced aluminum. Glare is materiaal gemaakt van laagjes aluminium met een dikte van 0,3 en/of 0,4 millimeter. Deze laagjes worden voorbereid en dan afwisselend gestapeld met glasvezelweefsels die geïmpregneerd zijn met kunststofhars. 
Het uiteindelijke materiaal heeft een iets lagere dichtheid dan aluminium en is ongeveer anderhalf maal zo sterk als staal.

Slide 50 - Diapositive

Aan de slag
Maak voor jezelf een samenvatting van H3, 4 en 6. 

Zorg er voor dat je alle onderdelen die in de gele slides staan ook echt benoemd. Die zitten in je toets. 

Slide 51 - Diapositive