Los colores y los animales

Los colores y los animales
1 / 21
suivant
Slide 1: Diapositive
SpaansMiddelbare schoolhavoLeerjaar 1

Cette leçon contient 21 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 45 min

Éléments de cette leçon

Los colores y los animales

Slide 1 - Diapositive

Weet jij de kleuren nog? Sleep de Spaanse woorden naar de juiste kleuren.
amarillo
azul
negro
gris
rojo
verde
blanco
naranja
rosa
marrón

Slide 2 - Question de remorquage

El tomate es rojo.
Welke kleur is rojo?

Slide 3 - Question ouverte

El elefante es grís.
Welke kleur is grís?

Slide 4 - Question ouverte

El cerdo es rosa
Welke kleur is rosa?

Slide 5 - Question ouverte

La vaca es negro y blanco.
Welke kleuren zijn negro y blanco

Slide 6 - Question ouverte

El sol es amarillo.
Welke kleur is amarillo

Slide 7 - Question ouverte

La rana es verde.
Welke kleur is verde

Slide 8 - Question ouverte

El cielo es azul.
Welke kleur is azul

Slide 9 - Question ouverte

El oso es marrón.
Welke kleur is marrón?

Slide 10 - Question ouverte

LET OP!
De kleuren; 
Rosa
Naranja 

Kunnen niet in het meervoud. 
Ook is er geen mannelijke vorm van. 

Slide 11 - Diapositive

Zet in het meervoud:
El perro es blanco

Slide 12 - Question ouverte

Zet in het meervoud:
El caballo es marrón

Slide 13 - Question ouverte

Zet in het meervoud:
El gato es negro

Slide 14 - Question ouverte

Zet in het meervoud.
El cerdo es rosa

Slide 15 - Question ouverte

Kleuren werken als bijvoeglijke naamwoorden

Dat betekent dat de kleuren zich aanpassen aan het zelfstandignaamwoord. 
BLANCO                     LA NIEVE
La nieve blanca    
La nieve es blanca

Slide 16 - Diapositive

Slide 17 - Diapositive

Het witte schaap

Slide 18 - Question ouverte

Het schaap is wit

Slide 19 - Question ouverte

De vlinder is groen

Slide 20 - Question ouverte

De groene vlinders

Slide 21 - Question ouverte