5.04 Practicum stroomkring 2: volt en ampère

Energie
Practicum: Stroomkring 2 
Volt en Ampère
1 / 25
suivant
Slide 1: Diapositive
Natuurkunde / ScheikundeMiddelbare schoolvmbo, mavoLeerjaar 2

Cette leçon contient 25 diapositives, avec quiz interactif et diapositives de texte.

Éléments de cette leçon

Energie
Practicum: Stroomkring 2 
Volt en Ampère

Slide 1 - Diapositive

Practicum
Vandaag gaan we opnieuw stroomkringen maken. Volg de dia's van deze presentatie.

Jullie gaan leren hoe een voltmeter en een ampèremeter werken.

Slide 2 - Diapositive

Materiaal
  • voedingsadapter
  • 6 snoeren
  • 2 lampjes + lamphouder
  • voltmeter
  • ampèremeter

Slide 3 - Diapositive

Adapter
De adapter is in te stellen op verschillende voltages via de gele draaiknop en het sleuteltje.

De lampjes die we gebruiken zijn gemaakt voor 6 V. Je kunt je lampje dus opblazen met teveel spanning! 

Slide 4 - Diapositive

Schakeling 1
We beginnen met een simpele schakeling. Dan weten we zeker dat het lampje werkt.
  • Zet de adapter op 6 V
  • Bouw je schakeling zoals op het plaatje hiernaast (wij gebruiken de adapter i.p.v. een batterij)


Slide 5 - Diapositive

Brandt je lampje?

Ga pas verder als je lampje brandt.
A
Ja
B
Nee

Slide 6 - Quiz

Ampère-meter
Een ampèremeter meet de stroom die door een lampje gaat.

Daarom moet die in serie geschakeld zijn met het lampje dat je wilt meten.


Slide 7 - Diapositive

Ampère-meter
De ampèremeter heeft 3 modussen. Je kunt hem dus voor een verschillend meetbereik aansluiten.
Aansluiting "5" = meetbereik tot 5 A
Aansluiting "500" = meetbereik tot 500 mA
Aansluiting "50" = meetbereik tot 50 mA

Begin altijd op het grootste meetbereik en lees af. Als je meting lager is dan het volgende meetbereik, sluit je hem lager aan.

Slide 8 - Diapositive

Volt-meter
Een voltmeter meet de spanning die over een lampje gaat.

Daarom moet die parallel geschakeld zijn met het lampje dat je wilt meten.


Slide 9 - Diapositive

Volt-meter
Een voltmeter heeft 2 of 3 meet modussen. Je kunt hem dus aansluiten voor een verschillend meetbereik.
Aansluiting "3" = meetbereik tot 3 V
Aansluiting "15" = meetbereik tot 15 V
Aansluiting "300" = meetbereik tot 300 V

Begin altijd op het grootste meetbereik en lees af. Als je meting lager is dan het volgende meetbereik, sluit je hem lager aan.

Slide 10 - Diapositive

Schakeling met 
1 lampje
We gaan nu de stroomsterkte en de spanning meten van een stroomkring met 1 lampje.

We beginnen met de ampèremeter. De ampèremeter moet in serie geschakeld worden met het lampje.

Noteer de meting op je formulier.

Slide 11 - Diapositive

Schakeling met 
1 lampje
Nu gaan we de spanning meten. Bouw de schakeling zoals op de tekening. 

De voltmeter staat parallel geschakeld met het lampje.

Noteer de meting op je formulier.

Slide 12 - Diapositive

Check
Laat je antwoorden controleren door de docent.

Is het allemaal gelukt met het bouwen van de schakeling? Wat vond je lastig? Wat vond je makkelijk?

Slide 13 - Diapositive

Serieschakeling
We gaan nu de stroomsterkte en de spanning meten van een serieschakeling met 2 lampjes.

De serieschakeling zie je hiernaast. Dit is de basis voor de volgende schakelingen.
Eerst gaan we de stroomsterkte meten, daarna de spanning.

Slide 14 - Diapositive

Serieschakeling - ampèremeter
Je meet de stroomsterkte door een lampje, dus de meter staat in serie geschakeld.

Bouw de schakeling zoals op het plaatje.

Noteer je gemeten stroomsterkte op het formulier.

Slide 15 - Diapositive

Serieschakeling - voltmeter 1
Nu gaan we de spanning meten. De spanning meet je over een lampje, dus de voltmeter staat parallel geschakeld.

Bouw de schakeling zoals op het plaatje.
Noteer je gemeten stroomsterkte op het formulier.

Slide 16 - Diapositive

Serieschakeling - voltmeter 2
Net heb je de spanning over 1 lampje gemeten. Nu ga je de spanning meten over beide lampjes. 

Bouw de schakeling zoals op het plaatje.

Noteer je gemeten stroomsterkte op het formulier.

Slide 17 - Diapositive

Check
Laat je antwoorden controleren door de docent.

Is het allemaal gelukt? Wat valt je op aan hoe fel de lampjes branden? Wat zie je aan de spanning over een lampje? 

Slide 18 - Diapositive

Parallelschakeling
We gaan nu de stroomsterkte en de spanning meten van een parallelschakeling met 2 lampjes.

De parallelschakeling zie je hiernaast. Dit is de basis voor de volgende schakelingen.
Eerst gaan we de stroomsterkte meten, daarna de spanning.

Slide 19 - Diapositive

Parallelschakeling - ampèremeter 1
We gaan eerst de totale stroomsterkte meten. Dat doen we door de ampèremeter vóór de splitsing van de stroomdraden te plaatsen. 

Bouw de schakeling zoals op het plaatje. Noteer je gemeten stroomsterkte op het formulier.

Slide 20 - Diapositive

Parallelschakeling- ampèremeter 2
Nu gaan we de stroomsterkte door één lampje meten. De ampèremeter moet ná de splitsing aangesloten worden.

Bouw de schakeling zoals op het plaatje. Noteer je gemeten stroomsterkte op het formulier.

Slide 21 - Diapositive

Parallelschakeling- voltmeter 2
Nu gaan we de spanning over één lampje meten. 

Bouw de schakeling zoals op het plaatje. Noteer je gemeten stroomsterkte op het formulier.

Slide 22 - Diapositive

Check
Laat je antwoorden controleren door de docent.

Is het allemaal gelukt? Wat gebeurt er met de stroomsterkte bij een parallelschakeling?

Slide 23 - Diapositive

Einde practicum
Dat was het!

Ruim de spullen netjes op:
  • alles loshalen
  • alles terug in de bakken
  • lampjes voorzichtig terugdoen






Slide 24 - Diapositive

Einde practicum
Volgende keer gaan we verder met de theorie van stroomsterkte en spanning.

In de resterende tijd kun je verder met opgaven uit de Portal.




Slide 25 - Diapositive