Drogredenen 2




Drogredenen
1 / 41
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 5,6

Cette leçon contient 41 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 5 vidéos.

time-iconLa durée de la leçon est: 60 min

Éléments de cette leçon




Drogredenen

Slide 1 - Diapositive

drogredenen
1. onjuist gebruik van 
argumentatieschema (redenering):
oorzaak-gevolg, generaliseren (kenmerk of eigenschap), verkeerde vergelijking
2. overtreden discussieregel:
geen argumenten --> persoonlijke aanval, ontduiken bewijslast, vertekenen standpunt

Slide 2 - Diapositive

  1. Onjuiste oorzaak-gevolg
  2. Onjuist beroep op kenmerk of eigenschap
  3. Overdrijven voor- en nadelen
  4. Vals dilemma
  5. Overhaaste generalisatie
  6. Verkeerde vergelijking
  7. Onjuist beroep op autoriteit
8. Persoonlijke aanval
9. Ontduiken van de bewijslast
10. Cirkelredenering
11.Vertekenen van het standpunt
12. Bespelen van het publiek


Slide 3 - Diapositive

Onjuiste oorzaak-gevolgrelatie
  • de oorzaak-gevolgrelatie is dubieus:
  • drie varianten:

1  De oorzaak hoeft niet het genoemde gevolg te hebben.

Jeroen zal zijn diploma niet halen, want hij heeft geen computer thuis.

Een voorspeld gevolg  -  een waarneembare oorzaak.

Slide 4 - Diapositive

Onjuiste oorzaak-gevolgrelatie

2  Het genoemde gevolg kan andere oorzaken hebben.

Logisch dat hij is ontslagen; hij zat immers altijd op zijn mobiel.

Een waarneembaar gevolg - een waarschijnlijke oorzaak.

Slide 5 - Diapositive

Onjuiste oorzaak-gevolgrelatie

3  Er wordt een oorzaak-gevolgrelatie gelegd, terwijl die er niet is.

Het is een drama dat Rutte nog premier is, want sinds zijn aantreden gaat het slechter met de euro.

Slide 6 - Diapositive

Onjuist beroep op een kenmerk of eigenschap

Een bepaald kenmerk wordt genoemd, terwijl andere kenmerken niet genoemd worden. 
Van Dam is een goede yogaleraar, want hij kan goed met pubers opschieten.

Conclusie op basis van één eigenschap.
 

Slide 7 - Diapositive

Overdrijven voor- en nadelen
Een handeling wordt aangeraden, door voordelige gevolgen te noemen / ... afgeraden door nadelige gevolgen te noemen.

Je moet gaan hardlopen want dan word je fitter, populair onder je vrienden en ga je beter op school presteren.
(On)gewenste actie want het gevolg is (on)gewenst.

Slide 8 - Diapositive

Vals dilemma
Er worden twee mogelijkheden genoemd, terwijl er meer zijn.

Je moet op de SP stemmen, tenzij je een slechte regering wilt.

(On)gewenste actie want het gevolg is (on)gewenst.

Slide 9 - Diapositive

Overhaaste generalisatie
Overhaaste generalisatie.

Duitsers houden van snelheid. In Duitsland mag je op de snelweg immers keihard racen. 


De hele groep, want één voorbeeld (algemeen, want voorbeeld).

Slide 10 - Diapositive

Slide 11 - Vidéo

Anton wordt een groot schrijver, want hij heeft veel gelezen en bovendien Nederlands gestudeerd.
A
vals dilemma
B
het voorbeeldschema
C
het oorzaak-gevolgschema
D
vertekenen van standpunt

Slide 12 - Quiz

Bij hen thuis gaan ze er prat op dat ze zo weinig televisie kijken. Ze zullen zich wel ver boven anderen verheven voelen.
A
cirkelredenering
B
het kenmerk- of eigenschapsschema
C
bespelen van het publiek
D
ontduiken van bewijslast

Slide 13 - Quiz

Marcel Proust en Gerard Reve behoren tot de top 10 van Europese Schrijvers. Zie je nu wel dat mannen veel beter zijn dan vrouwen?
A
vals dilemma
B
overhaaste generalisatie
C
het voorbeeldschema
D
het vergelijkingsschema

Slide 14 - Quiz

Volkswagen heeft met behulp van sjoemel-software de waarden van de CO2-uitstoot te gunstig voorgesteld. Zie je nu wel dat autofabrikanten ordinaire bedriegers zijn.
A
het voorbeeldschema
B
overhaaste generalisatie
C
het vergelijkingsschema
D
persoonlijke aanval

Slide 15 - Quiz

Verkeerde vergelijking
Je vergelijkt ten onrechte twee zaken met elkaar.

Volgens de NS hoeft in de sprinter geen wc te zitten. In de bus zitten ze toch ook niet.

De enige manier waarop de economische crisis opgelost kan worden, is een wereldoorlog. In de jaren '30 was dat ook de remedie.

Slide 16 - Diapositive

Onjuist beroep op autoriteit
  • De autoriteit is onbetrouwbaar (belang bij de zaak).
  • Hij/zij is geen autoriteit op het betreffende gebied.

De Olympische Spelen kunnen beter niet Tokyo gehouden worden, want dat vinden premier Rutte en Najib Amhali.

Standpunt, want autoriteit zegt het.

Slide 17 - Diapositive

Het huwelijk is een verouderd instituut. Het stamt uit de tijd van publieke onthoofdingen en verbrandingen. Ook die hebben we al lang afgeschaft.
A
het vergelijkingsschema
B
vertekenen van standpunt
C
ontduiken van bewijslast
D
cirkelredenering

Slide 18 - Quiz

Natuurlijk kun je beter vegetariër zijn. Maarten 't Hart is het ook niet voor niets en die is behalve schrijver ook nog bioloog.
A
onjuist beroep op autoriteit
B
het vergelijkingsschema
C
cirkelredenering
D
vertekenen van standpunt

Slide 19 - Quiz

Slide 20 - Vidéo

Persoonlijke aanval
De persoon wordt aangevallen in plaats van het standpunt (onder de gordel): dom, onbetrouwbaar, lelijk enz.


Geert Wilders: 'Doe eens normaal, man!'


Wat weet jij van gezondheid?Je drinkt zelf 10 pilsjes per dag!


Slide 21 - Diapositive

Ontduiken van bewijslast
Iemand beweert iets om vervolgens de andere partij 'bewijs' van het tegendeel te vragen.

'Bewijs dan maar eens dat het niet waar is!'


Die vaccinatie tegen baarmoederhalskanker is natuurlijk volslagen onnodig. Laten ze eerst maar eens aantonen dat het vaccin echt op grote schaal werkt.

Slide 22 - Diapositive

Hij kan wel meer beweren over gezond eten, hij gaat dagelijks naar McDonalds!
A
vertekenen van standpunt
B
cirkelredenering
C
ontduiken van bewijslast
D
persoonlijke aanval

Slide 23 - Quiz

Die griepprik is natuurlijk volslagen onnodig. Laat ze eerst maar eens bewijzen dat hij echt op grote schaal werkt.
A
ontduiken van bewijslast
B
het oorzaak-gevolgschema
C
bespelen van het publiek
D
het kenmerk- of eigenschapsschema

Slide 24 - Quiz

Slide 25 - Vidéo

Cirkelredenering
Een standpunt wordt ondersteund door het herhalen van hetzelfde standpunt.


Standpunt, want standpunt. 

Slide 26 - Diapositive

Vertekenen van standpunt
De andere partij wordt woorden in de mond gelegd.
'Ik heb geen zin in een film.' 'Oh, je zit liever de hele avond op de bank.'


Slide 27 - Diapositive

Bespelen van het publiek
De spreker doet een beroep op de emoties van de luisteraar; het wordt moeilijk om ertegenin te gaan.

Je bent toch niet goed bij je hoofd als je daarheen gaat met vakantie!

Iedereen begrijpt dat dit het beste besluit is.

Slide 28 - Diapositive

Voor wiskunde heb je talent nodig, want je kunt nog zoveel oefenen en bijles nemen,
uiteindelijk moet je het in je hebben.

A
het voorbeeldschema
B
cirkelredenering
C
overhaaste generalisatie
D
het vergelijkingsschema

Slide 29 - Quiz

Iedereen weet dat alle literaire prijzen onderling verdeeld worden onder de schrijvers die
ook jurylid zijn.

A
ontduiken van bewijslast
B
vertekenen van standpunt
C
cirkelredenering
D
bespelen van het publiek

Slide 30 - Quiz

Als jij sympathiseert met dierenactivisten die 's nachts nertsboerderijen overvallen, ben je in wezen tegen alles wat we als beschaafde samenleving hebben opgebouwd.

A
het kenmerk- of eigenschapsschema
B
vertekenen van standpunt
C
overdrijven van voor-/nadelen
D
vals dilemma

Slide 31 - Quiz

Jij wilt gewoon de stemming van het kerstdiner verpesten door te zeggen dat je het liefst vegetarisch eet.
A
het vergelijkingsschema
B
vertekenen van standpunt
C
cirkelredenering
D
het autoriteitsschema

Slide 32 - Quiz

Je zegt nu wel dat je tegen geweld bent, maar als je wordt overvallen en je hebt een vuurwapen bij je, schiet je dan je aanvaller neer of laat je je beroven?
A
overdrijven van voor-/nadelen
B
vals dilemma
C
persoonlijke aanval
D
het voorbeeldschema

Slide 33 - Quiz

Ik vind dat je die beugel moet nemen. Als je volwassen bent en dan glimlacht, zullen ze om je vechten.
A
vals dilemma
B
het vergelijkingsschema
C
het voorbeeldschema
D
overdrijven van voor-/nadelen

Slide 34 - Quiz

Geen enkel weldenkend mens gaat nu op reis naar Rusland!
A
het oorzaak-gevolgschema
B
persoonlijke aanval
C
bespelen van het publiek
D
het voorbeeldschema

Slide 35 - Quiz

"Wie niet ziet dat de herinneringskunst van een vader die zijn verongelukte zoon herdenkt, tegelijk ook scheppingskunst is en dat Tonio een intiem verhaal is dat een openbaar verhaal wordt omdat de vader een groot schrijver is, die zou je met alle 633 pagina’s om de oren willen slaan."

Arjan Peters, de Volkskrant, 29 oktober 2021
A
bespelen van het publiek
B
onjuist beroep op autoriteit
C
cirkelredenering
D
vals dilemma

Slide 36 - Quiz

"De minister denkt dat kinderen slimmer worden als je de lat lekker hoog legt. Wat een onzin! Als leerkracht heb je de taak om kinderen te ontwikkelen, ook als het niet zulke heel slimme kinderen zijn. Je kunt een bloem niet laten bloeien door aan de knop te trekken. Dan gaat hij stuk en heb je niets."

Noor Hartsuijker, de Volkskrant, 6 oktober 2021
A
cirkelredenering
B
overhaaste generalisatie
C
onjuist beroep op een kenmerk of eigenschap
D
verkeerde vergelijking

Slide 37 - Quiz

Theorie + oefenen
Nieuw Nederlands, hoofdstuk 6 ‘argumenteren’:

§ 4 ‘drogredenen’ (blz. 209-215): 
opdrachten 1 t/m 10 (blz. 209-215)


Slide 38 - Diapositive

Slide 39 - Lien

Slide 40 - Vidéo

Slide 41 - Vidéo