Hoofdstuk 4 paragraaf 5 Welvaart en Armoede

4.5. Welvaart en armoede
1 / 14
suivant
Slide 1: Diapositive
GeschiedenisMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

Cette leçon contient 14 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 2 vidéos.

time-iconLa durée de la leçon est: 50 min

Éléments de cette leçon

4.5. Welvaart en armoede

Slide 1 - Diapositive

Rijk en Arm
Na 1945 groeide de Economieen van de VS, West-Europa en Japan enorm. 

Deze tijd wordt ook wel de Gouden Eeuw van Kapitalisme genoemd. 

Slide 2 - Diapositive

Leg uit in welke 3 werelden je de wereld kon verdelen na de Tweede Wereldoorlog.

Slide 3 - Question ouverte

Rijk en Arm
Maar de verschillen tussen armen en rijke landen was wel groter geworden. 

In de 18de eeuw was de rest van de wereld al achter gebleven. 

De armen landen worden samen: Derde Wereld landen genoemd. 

Omdat ze niet bij het Westen horen en niet bij het Oostblok. 

Slide 4 - Diapositive

Slide 5 - Vidéo

Leg uit waarom de bevolking tussen 1950 en 1990 enorm groeide.

Slide 6 - Question ouverte

Rijk en Arm
Tussen 1950 en 1990 groeide de Wereldbevolking tot ruim 5 miljard. 

In de derde wereldlanden groeide de bevolking het hardst. 


Slide 7 - Diapositive

Rijk en Arm
Deze bevolkingsexplosie had de volgende oorzaken: 
  1. Minder mensen stierven door honger.
  2. Minder mensen stierven door ziektes. 
  3. Minder mensen stierven door oorlog. 

Slide 8 - Diapositive

Leg uit waarom ontwikkelingslanden, ontwikkelingslanden worden genoemd.

Slide 9 - Question ouverte

Rijk en Arm
De meeste van deze derde wereldlanden hadden een landbouw- of landbouwstedelijke samenleving. 

Zij wilde zich ontwikkelen tot een industriële samenleving en worden daarom ontwikkelingslanden genoemd. 

Slide 10 - Diapositive

China en India
Na de communistische overwinning in 1949 probeerde China zich snel te ontwikkelen tot een industriële mogendheid. 

Dit deed China op de volgende manier: 
  • Boeren moesten in communes werken. 
  • Deze communes moesten staal gaan produceren. 
  • Boeren moesten aan megaprojecten gaan bouwen. 

Gevolg: Er brak een enorme hongersnood uit in China, waarbij 45 miljoen Chinezen stierven. 

In 1961 paste china het economisch beleid aan. Dit leidde tot enig herstel van de economie. 

Slide 11 - Diapositive

China en India
India bemoeide zich op een andere manier met de economie. 
Zij gaven subsidies aan: 
  1. Staalbedrijven. 
  2. Kolenmijnen
  3. Elektriciteitscentrales. 

Beschermde de industrie tegen buitenlandse concurrentie door hoge importtarieven te heffen. 

Slide 12 - Diapositive

India en China
Om de voedselproductie in India te verhogen kregen boeren: 
  1. kunstmest. 
  2. Bestrijdingsmiddelen. 
  3. Irrigatie werd verbeterd. 

Dit om hongersnoden te voorkomen. 

Uiteindelijk groeide de te langzaam om het westen te bijbenen. 

Wel groeide bevolking tot 850 miljoen. 

Slide 13 - Diapositive

Slide 14 - Vidéo