Spelling blok 1

DOEL
  1. Na deze les weet je hoe je de persoonsvorm in de tt en in de vt  moet spellen
  2. Na deze les weet je hoe je het voltooid deelwoord moet spellen
1 / 24
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMiddelbare schoolvmbo bLeerjaar 1

Cette leçon contient 24 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 30 min

Éléments de cette leçon

DOEL
  1. Na deze les weet je hoe je de persoonsvorm in de tt en in de vt  moet spellen
  2. Na deze les weet je hoe je het voltooid deelwoord moet spellen

Slide 1 - Diapositive

HERHALING SPELLING

Slide 2 - Diapositive

Persoonsvorm tt:
(Vinden) ... jij het leuk om deze quiz te doen?
A
vindt
B
vind
C
vond
D
vondt

Slide 3 - Quiz

Spel de persoonsvorm tt:
Ik (branden)........... mezelf aan de kaars
A
brand
B
brandt

Slide 4 - Quiz

Schrijf de persoonsvorm goed op:

Jasper ... (wielrennen, tt) liever dan dat hij voetbalt.
A
wielrennen
B
wielrent
C
wielren
D
wielrende

Slide 5 - Quiz

Welke regel moet je toepassen bij:
persoonsvorm, tt, meervoud
A
ik-vorm
B
ik-vorm + t
C
hele werkwoord

Slide 6 - Quiz

Schrijf de persoonsvorm goed op:

Misschien ... (vinden, tt) je dit poloshirt sportiever dan die van André.
A
vind
B
vond
C
vindt
D
vondt

Slide 7 - Quiz

't sexy fokschaap 
  • Hele werkwoord - en = de stam
  • Laatste letter van de stam:
    - wel in 't sexy fokschaap > + te (n)
    - niet in 't sexy fokschaap > de (n)

Slide 8 - Diapositive

Er (kleven, vt) nogal wat nadelen aan Huibs plan.
A
persoonsvorm
B
voltooid deelwoord
C
infinitief
D
bijvoeglijk naamwoord

Slide 9 - Quiz

Schrijf de persoonsvorm goed op:

De brandweer ... (redden, vt) alle mensen
A
red
B
redt
C
redde
D
redden

Slide 10 - Quiz

Schrijf de persoonsvorm goed op:

De hardloper ... (zweten, vt) heel erg.
A
zwete
B
zweet
C
zweette
D
zwat

Slide 11 - Quiz

Wat is de persoonsvorm? Gisteren lazen wij de krant.
A
lazen, tt - ev
B
lazen, tt - mv
C
lazen, vt - ev
D
lazen, vt - mv

Slide 12 - Quiz

voltooid deelwoord
proeven
A
geproefd
B
geproeft
C
geproeven

Slide 13 - Quiz

Wat is het voltooid deelwoord van:

sponzen
A
gesponst
B
gesponsd

Slide 14 - Quiz

vul in:
voltooid deelwoord verbieden
A
verboden
B
verbod
C
verbieden
D
verbode

Slide 15 - Quiz

'Het voltooid deelwoord van verkleuren is 'verkleurd'
A
juist
B
fout

Slide 16 - Quiz

Wat is het voltooid deelwoord van: knutselen
A
geknutselt
B
geknutseld

Slide 17 - Quiz

Wat is het voltooid deelwoord van gebeuren?
A
gebeurt
B
gebeurd

Slide 18 - Quiz

Wat is het voltooid deelwoord van:

jagen
A
gejaagt
B
gejaagd

Slide 19 - Quiz

Welk voltooid deelwoord is goed geschreven?
A
gespeeld
B
gespeelt

Slide 20 - Quiz

't Sexy fokschaap gebruiken we bij werkwoorden in:
A
de tegenwoordige tijd
B
de verleden tijd

Slide 21 - Quiz

voor het spellen van het voltooid deelwoord gebruik je 't sexy fokschaap
A
waar
B
niet waar

Slide 22 - Quiz

Opdracht
Maak spelling blok 1 af en sluit af met het dictee

Slide 23 - Diapositive

Hebben jullie je doel behaald?
A
ja
B
nee
C
ik twijfel

Slide 24 - Quiz