Present simple / plurals / Questions - denials

• Engels
• Middelbare school
• havo
• Leerjaar 1

              Questions & Negations / Denials

Vragen in het Engels!

Ontkenningen in het Engels!

NOT

Today's goals

At the end of the lesson you can:

• tell what a hulpwerkwoord is
• Make a sentence into a question
• Make a denial / negation (use not)

Nu jullie: maak hier een vraag van:
He wears a shirt.

I thought that was easy:

Yes

No

Present Simple (t.t.) & Questions

Om een vraag te maken heb je in het Engels een hulpwerkwoord nodig.

• Bij vragen zet je het Hulpww vooraan
• Bij ontkenningen plak je "not" of "n't" achter het hulpww
• Als een zin geen hulpww heeft, voeg je "do" of "does" to
• Het hoofdww staat in een vraag/ontekkingen in de ik-vorm
  

Hulpwerkwoorden:

Nu jullie!

Which ones of the following words do you think is a hulpwerkwoord and which ones is a hoofdwerkwoord

Can

Will

Drink

Hulpwerkwoord

Hoofdwerkwoord

Are

Sing

Write

Do

Build

Ride

Could

Hulpwerkwoorden

• Have/has
• Are / Is
• Can
• Could
• Will / Would
  
• Do
  

Making questions!  CHECKLIST!

1: Staat er een hulpwerkwoord in de zin? Nee?

   Voeg do/does toe.

 

2: Zet hulpwerkwoord (of do/does) aan 

    het begin van de zin

3: Maak van het hoofdwerkwoord de ik-vorm.

    (I eat, I sleep, I game), 

    tenzij je hoofdwerkwoord to be is

Making questions: CHECKLIST

Teks

The cow eats grass.

• is er een hulpwerkwoord? Nee? Voeg do/does toe. 
• Hier does want the cow = it.
• Does the cow eats grass? Nog niet helemaal goed
  
• Let op, eats word de ik-vorm, dus eat.
• 
  

The cow eats grass.

• is er een hulpwerkwoord? Nee? Voeg do/does toe. 
• Hier does want the cow = it.
• Does the cow eats grass? Nog niet helemaal goed
  
• Let op, eats word de ik-vorm, dus eat.

Does the cow eat grass?

You sleep in a bed

1. Sleep you in a bed?
2. Do you sleep in a bed?
3. You sleep in a bed?
4. You do sleep in a bed?

He eats an orange.

1. Do he eats an orange?
2. Does he eats an orange?
3. Does he eat an orange?
4. Do he eat an orange?

They sing in the band

1. Do they sing in the band?
2. Sing they in the band?
3. Does they sing in the band?
4. Do they sings in the band?

She is a pirate.

1. Does she is a pirate?
2. Does she to be a pirate?
3. She is a pirate?
4. Is she a pirate?

Ontkennen

• Voor ontkenningen: plak   not/n't achter het hulpww.
• Geen hulpww?      

       Voeg do/does toe.

Voorbeeld:

I like apples

I do not like appels.

    

I sleep 6 hours a night

1. I sleep not 6 hours a night
2. I do not sleep 6 hours a night
3. I not do sleep 6 hours a night
4. I don't sleep 6 hours a night

I love tomatoes.

1. I love'nt tomatoes
2. I don't eat tomatoes
3. I don't love tomatoes
4. Don't I love tomatoes

They can play the flute

1. They don't can play the flute
2. They can not play the flute
3. They can't play the flute
4. They can not do play the flute

He sits on a chair

1. He doesn't sit on a chair
2. He don't sit on a chair
3. He doesn't sits on a chair
4. He does sit not on a chair

Present Simple & Questions

So we have seen so far:

• Bij vragen zet je het hulpww vooraan
• Bij ontkenningen plak je "not" of "n't" achter het hulpww
• Als een zin geen hulpww heeft, voeg je "do" of "does" to
• Het hoofdww staat in een vraag/ontekkingen in de ik-vorm
  

Now write full sentences.

Maak deze zin vragend:
I can eat two pizzas.

Maak deze zin ontkennend:
I can eat two pizzas.

Maak deze zin vragend:
We like funny movies.

Maak deze zin ontkennend:
We like funny movies.

Maak deze zin vragend:
James is nice.

Maak deze zin ontkennend:
James is nice.

Maak deze zin vragend:
I have got a PS5.

Maak deze zin ontkennend:
I have got a PS5.

Maak deze zin vragend:
Sarah loves dogs.

Maak deze zin ontkennend:
Sarah loves dogs.

Can you now?
Tell what a "hulpwerkwoord" is
Make a sentence into a question
Make a denial / negation (use "not")

1. Yes
2. No

Bye bye!