Cette leçon contient 18 diapositives, avec quiz interactifs et diapositive de texte.
La durée de la leçon est: 45 min
Éléments de cette leçon
H8 atomen en straling
Paragraaf 1 t/m 4
Slide 1 - Diapositive
Bekijk eventueel de afbeelding.
Welk soort straling is het meest schadelijk?
A
Straling met een grote golflengte
B
Straling met een kleine golflengte
Slide 2 - Quiz
Juist/onjuist
Botten laten meer röntgenstraling door dan organen.
A
Juist
B
Onjuist
Slide 3 - Quiz
Juist/onjuist
Onderdelen die een donkere kleur hebben op een röntgenfoto zoals spieren, organen en andere weefsels hebben veel röntgenstraling geabsorbeerd.
A
Juist
B
Onjuist
Slide 4 - Quiz
Juist/onjuist
Van ultraviolettestraling wordt je bruin
A
Juist
B
Onjuist
Slide 5 - Quiz
Een vrachtwagenchauffeur die veel in warme/zonnige landen rijdt wordt in zijn auto niet bruin. Wel krijgt hij het erg warm in zijn auto. Welk type straling kan dus door glas heen?
A
Infrarodestraling
B
Ultraviolette straling
Slide 6 - Quiz
Juist/onjuist
Infrarodestraling is warmtestraling
A
Juist
B
Onjuist
Slide 7 - Quiz
Bekijk eventueel de afbeelding. Je draagt een (niet medisch) mondmasker, welke vorm van straling kan jou vrijwel geen schade toebrengen?
A
Alfastraling
B
Betastraling
C
Gammastraling
D
Ultraviolette straling
Slide 8 - Quiz
Welke vorm van straling heeft het grootste doordringende vermogen
A
Alfastraling
B
Betastraling
C
Gammastraling
D
Ultraviolette straling
Slide 9 - Quiz
Hoe kun je jezelf beschermen tegen straling?
A
Beschermende kleding Dragen zoals mondkapjes, loden schort
B
De tijd die je door brengt in de straling zo kort mogelijk houden
C
Zo ver mogelijk van de stralingsbron af gaan staan
D
Al deze manieren zijn juist
Slide 10 - Quiz
Waarom gaan röntgenlaboranten achter een dikke betonnen muur staan?
Slide 11 - Question ouverte
Wat is ioniserende straling?
A
Ioniserende straling is straling die warm aanvoelt
B
Ioniserende straling is straling waar je bruin van wordt
C
Ioniserende straling is straling die cellen kan veranderen/vernietigen
D
Straling is altijd ioniserend, want bij straling valt er een ion uit elkaar waarbij energie vrij komt in de vorm van straling.
Slide 12 - Quiz
Juist/onjuist
Infrarodestraling is ioniserende straling.
A
Juist
B
Onjuist
Slide 13 - Quiz
Wanneer wordt je als patiënt zelf tijdelijk radioactief?
A
Wanneer je met röntgenstralen bestraald wordt om een foto van je gebroken arm te maken
B
Wanneer je huid van buitenaf bestraald wordt om een kankergezwel te vernietigen
C
Wanneer je een radioactief stofje ingespoten krijgt voor een vaatonderzoek
D
Een patiënt/persoon kan nooit zelf radioactief worden
Slide 14 - Quiz
Wat is radioactieve besmetting?
A
Radioactieve besmetting vindt plaats als iemand die radioactief is besmet een andere persoon Aansteekt door te niezen/hoesten
B
Radioactieve besmetting vindt plaats wanneer radioactieve stoffen of materialen in de grond en/of drinkwater terecht komen
C
Radioactieve besmetting vindt plaats in een ziekenhuis als een patiënt radioactieve stoffen krijgt toegediend.
D
Er bestaat geen radioactieve besmetting, want je kunt iemand niet besmetten als je radioactief bent net als bij een virus of bacterie.
Slide 15 - Quiz
Hoe noem je het apparaatje waarmee je straling kunt waarnemen?
A
Bequerellmeter
B
Gammameter
C
Decibelmeter
D
Geigerteller
Slide 16 - Quiz
Bekijk de afbeelding hiernaast goed en beantwoord de vraag. Wat is de halfwaardetijd van deze radioactieve stof in jaren? Noteer alleen het getal.
Slide 17 - Question ouverte
De halfwaardetijd van de stof hiernaast is 5700 jaar. Hoeveel procent van de oorspronkelijke activiteit is er nog over na 17100 jaar? (dat is 3x de halfwaardetijd).