Taaldorp

El programa de hoy
  1. Hacemos dos ejercicios de vocabulario.
  2. Practicamos las conversaciones.
1 / 53
suivant
Slide 1: Diapositive
SpaansMiddelbare schoolvmbo lwooLeerjaar 6

Cette leçon contient 53 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 5 vidéos.

Éléments de cette leçon

El programa de hoy
  1. Hacemos dos ejercicios de vocabulario.
  2. Practicamos las conversaciones.

Slide 1 - Diapositive

¿Cómo se dice? 
Busca en tu vocabulario, el diccionario y tu memoria.

  • Hoe vraag je of er een tafel vrij is?
  • Hoe zeg je dat je honger / dorst hebt?
  • Wat is het Spaanse werkwoord voor 'bestellen'?
  • Hoe vraag je of de ober jou de menukaart kan brengen?
  • Hoe zeg je dat de soep heel / te warm / zout is?
  • En hoe bestel je een toetje?
  • Hoe vraag je om de rekening?
timer
7:00

Slide 2 - Diapositive

¿Cómo se dice? 
  • Hoe vraag je of er een tafel vrij is? ¿Hay una mesa libre?
  • Hoe zeg je dat je honger / dorst hebt? Tengo hambre / sed. (Quiero comer / beber algo.)
  • Wat is het Spaanse werkwoord voor 'bestellen'? Pedir (e>i)
  • Hoe vraag je of de ober jou de menukaart kan brengen? Perdona camarero, ¿puede traer la carta, por favor?
  • Hoe zeg je dat de soep heel / te warm / zout is? La sopa está muy / demasiado caliente / salado.
  • En hoe bestel je een toetje? De postre, quiero / me gustaría...
  • Hoe vraag je om de rekening? La cuenta, por favor.

Slide 3 - Diapositive

Preparación para Taaldorp
  1. Haz los ejercicios en las hojas de papel. 
  2. ¿Estás listo/lista? Levanta la mano y te doy las claves.
timer
10:00

Slide 4 - Diapositive

El programa de hoy
  1. Hacemos un mapa mental de la comida/las bebidas
  2. Vemos otro video
  3. Practicamos las conversaciones

Slide 5 - Diapositive

Mirad el video
Haced un mapa mental.

Bebidas
Platos primeros
Platos segundos
Postres
...
En el restaurante

Slide 6 - Diapositive

Slide 7 - Vidéo

  • Maak twee- of drietallen.
  • Voer in het Spaans een gesprekje waarin de punten hiernaast voorkomen.
  • Je mag opdrachten en aantekeningen bij de hand houden.
  • Klaar? Wissel van rol en doe het opnieuw.

Slide 8 - Diapositive

  • Maak twee- of drietallen.
  • Voer in het Spaans een gesprekje waarin de punten hiernaast voorkomen.
  • Je mag opdrachten en aantekeningen bij de hand houden.
  • Klaar? Wissel van rol en doe het opnieuw.

  1. begroeten
  2. naar een tafel vragen
  3. vragen naar het menu en bestellen (voorgerecht en hoofdgerecht)
  4. iets is niet naar wens
  5. extra drinken bestellen
  6. toetje bestellen
  7. afrekenen
  8. afscheid nemen

Slide 9 - Diapositive

  • Wissel van groepje.
  • We doen hetzelfde nog eens, maar nu mag alléén degene die ober is nog spieken.
  • Loopt de ander echt vast? Geef hints!
  • Klaar? Wissel van rol en doe het opnieuw.

  1. begroeten
  2. naar een tafel vragen
  3. vragen naar het menu en bestellen (voorgerecht en hoofdgerecht)
  4. iets is niet naar wens
  5. extra drinken bestellen
  6. toetje bestellen
  7. afrekenen
  8. afscheid nemen

timer
10:00

Slide 10 - Diapositive

La clase de hoy
Empezamos con el siguiente tema: la tienda de ropa
  1. un ejercicio de leer
  2. un ejercicio de mirar/escuchar
  3. un ejercicio de vocabulario

Slide 11 - Diapositive

Lee el texto
Lee el texto en la hoja de papel y responde a las preguntas.

En el otro lado, haz una lista de 15 palabras con traducción que te parecen útiles para el tema.
timer
10:00

Slide 12 - Diapositive

LUISTERVAARDIGHEID

TIENDA DE ROPA

DE COMPRAS PARTE 1

Slide 13 - Diapositive

9

Slide 14 - Vidéo

00:10
Wat wil deze jongen?
A
Nieuwe spijkerbroek kopen
B
Verjaardagscadeau kopen voor z'n vriendin
C
Nieuwe broek komen
D
Cadeau kopen voor z'n moeder

Slide 15 - Quiz

00:16
Verkopen ze zonnebrillen?
A
Ja
B
Nee

Slide 16 - Quiz

00:19
Wat wil hij kopen?
A
zonnebril
B
vest of trui
C
trui of broek
D
jurk of t-shirt

Slide 17 - Quiz

00:39
Hij wil toch geen jurk kopen voor z'n vriendin. Waarom niet?
A
Te duur
B
Hij ziet geen mooie
C
Haar maat zit er niet tussen
D
Ze houdt niet van jurkjes

Slide 18 - Quiz

01:03
camiseta con dibujos
camiseta de corazones
camiseta de flores
camiseta lisa
camiseta de rayas

Slide 19 - Question de remorquage

01:13
Welk T-shirt valt af?
A
A rayas (gesteept)
B
Con dibujos (met tekeningetjes)
C
De corazones (met hartjes)
D
Lisa (effen)

Slide 20 - Quiz

01:25
Hoeveel kost dit T-shirt? €..,..

Slide 21 - Question ouverte

01:44
Wat zegt de zus?
A
Dat hij het oranje shirtje moet kopen
B
Dat hij beter een jurk kan kopen
C
Dat z'n vriendin helemaal geen nieuwe kleding nodig heeft
D
Niks, want ze neemt niet op

Slide 22 - Quiz

01:59
Wat gebeurt hier?
A
Hij koopt het T-shirt
B
De verkoopster gaat het T-shirt aantrekken
C
De verkoopster gaat op zoek naar een ander T-shirt
D
De verkoopster legt het T-shirt weer in de etalage

Slide 23 - Quiz

Wie schakelt hij in om hem te helpen kiezen?
A
Z'n zus
B
Z'n moeder
C
Z'n vriendin
D
Z'n nichtje

Slide 24 - Quiz

Ejercicios de la tienda de ropa
Vul zoveel mogelijk woorden en zinnen van het opdrachtblad over la tienda de ropa in. 
Bewaar het blad op een goede plek, zodat je het volgende les weer mee kan nemen! Dit blad is stof voor het SO. 

Slide 25 - Diapositive

La clase del miércoles

  1. Ejercicio de escuchar: de compras, parte 2
  2. Terminar la ficha sobre la tienda de ropa

Slide 26 - Diapositive

Slide 27 - Vidéo

6

Slide 28 - Vidéo

Vocabulario
Maak het blad over de tienda de ropa helemaal af. 
Ben je klaar? Laat het weten, dan krijg je een antwoordblad.

LET OP: Bewaar dit blad goed, want dit is leerstof voor het SO!

Slide 29 - Diapositive

00:08
Wat vindt hij ervan?
😒🙁😐🙂😃

Slide 30 - Sondage

00:11
Maar wil hij deze ook kopen?
A
Ja
B
Nee

Slide 31 - Quiz

00:16
Waarom wijst de verkoopster naar boven?
A
Ze gaat daar even omkleden.
B
Daar is de kassa waar hij kan betalen.
C
Daar hebben ze andere kleurtjes.
D
Daar hebben ze accessoires.

Slide 32 - Quiz

00:29
Wat vraagt de verkoopster?
A
Of hij een klantenkaart heeft.
B
Of hij zeker weet dat hij dit T-shirt wil kopen.
C
Hoe tevreden hij is met de service.
D
Hoe hij wil betalen.

Slide 33 - Quiz

00:31
Hoe betaalt hij?
A
Cash
B
Pinnen

Slide 34 - Quiz

00:48
la vuelta
el recibo

Slide 35 - Question de remorquage

La clase del lunes
  1. Controlamos si todos tenéis la ficha de la tienda de ropa.
  2. Vemos un video.
  3. Repetimos las frases útiles.
  4. Practicamos una conversación.

Slide 36 - Diapositive

Beantwoord de vragen over de video

  1. Welk kledingstuk zoekt de vrouw?
  2. Wat is er niet goed aan de rode jurk?
  3. Welke maat heeft ze?
  4. Wat vraagt de vrouw over de zwarte schoenen?
  5. Hoe betaalt de vrouw uiteindelijk?

Slide 37 - Diapositive

Slide 38 - Vidéo

¿Cómo se dice en español...?
  1. ...dat je een rood t-shirt zoekt/wilt kopen?
  2. ...wat je kledingmaat is?
  3. ...waar de pashokjes zijn?
  4. ...dat het t-shirt je goed bevalt?
  5. ...hoe duur het is?
  6. ...dat een jurk 40% korting heeft?
  7. ...dat je graag contant wilt betalen?
  8. ...dat je het bonnetje graag mee krijgt?


timer
10:00

Slide 39 - Diapositive

Inventa y practica un diálogo
Bedenk en voer in twee- of drietallen een gesprekje uit. Verwerk daarin:
  • iemand komt bij de kledingwinkel, begroeting
  • klant geeft aan wat hij/zij zoekt
  • verkoper haalt iets, klant wil het passen
  • er is iets niet naar wens: maat/kleur/kledingstuk staat niet goed
  • verkoper haalt alternatief; dit bevalt wel
  • klant vraagt naar prijs; het kledingstuk is wat duur maar wordt gekocht
  • klant wil pinnen en wil het bonnetje mee
Maak gebruik van alle werkbladen en aantekeningen die je hebt!

Slide 40 - Diapositive

La clase del lunes
  1. Información general sobre Taaldorp.
  2. Describir teléfonos móviles.
  3. Practicar con frases en la oficina de seguridad.

Slide 41 - Diapositive

Quedar con amigos
  • Dit gesprek doe je in tweetallen, je belt via de laptop.
  • Je krijgt allebei een weekagenda, die al behoorlijk vol zit. 
  • Je krijgt specifieke instructies voor waar je gaat afspreken. De opdracht is om er samen uit te komen wanneer dat moet zijn. 
  • Méér zeggen dan noodzakelijk is, mag zeker!

Slide 42 - Diapositive

Describir objetos
Describe cada teléfono en tres frases.

Slide 43 - Diapositive

¿Qué dices cuando...?
  1. ...entras en la oficina de seguridad?
  2. ...el asistente dice: "Hola, ¿en qué puedo ayudar?"
  3. ...el asistente pregunta cuándo y dónde ha sido robado tu móvil?
  4. ...el asistente pregunta si puedes describir al ladron?
  5. ...el asistente pregunta si puedes rellenar el formulario con tus datos personales?

Slide 44 - Diapositive

Slide 45 - Diapositive

En el restaurante
  1. begroeten
  2. naar een tafel vragen
  3. vragen naar het menu en bestellen (voorgerecht en hoofdgerecht)
  4. iets is niet naar wens
  5. extra drinken bestellen
  6. toetje bestellen
  7. afrekenen
  8. afscheid nemen
En la tienda de ropa
  1.  begroeten
  2. klant geeft aan wat hij/zij zoekt
  3. klant wil het passen
  4. er is iets niet naar wens (bijv. maat, kleur)
  5. alternatief bevalt wel
  6. klant vraagt naar prijs; 
  7. klant wil contant betalen en wil het bonnetje mee

Slide 46 - Diapositive

En la oficina de seguridad
  1. begroeten
  2. probleem vertellen: telefoon is gestolen
  3. beschrijf de telefoon
  4. vertel meer details: waar en wanneer?
  5. beschrijf de dief uitgebreid
  6. spel je naam, adres en emailadres
  7. neem afscheid
Quedar con amigos
  1.  begroeten
  2. geef aan dat je elkaar lang niet hebt gezien / graag wilt afspreken
  3. iemand doet een voorstel voor een moment, de ander wijst dit af
  4. nieuw voorstel, dit kan wel
  5. spreek af wat je gaat doen
  6. stel voor om nog iemand uit te nodigen, de ander reageert
  7. neem afscheid

Slide 47 - Diapositive

El programa de hoy
  • Información general sobre el Taaldorp
  • Vamos a practicar: hacemos un Taaldorp
  • Ver las SO's.

Slide 48 - Diapositive

 Taaldorp - gang van zaken
  • We zitten in de lokalen 254 en 255.
  • Vooraf heb je kort voorbereidingstijd, dan krijg je globaal te weten wat je moet doen.
  • Je mag geen spiekbriefje mee.
  • Waar mogelijk/nodig hebben twee leerlingen tegelijkertijd een gesprek in één situatie.

Slide 49 - Diapositive

El restaurante
  • Je krijgt een kaartje met specifieke instructies, in het Nederlands, wat je moet bestellen.
  • Er ligt een Spaanse menukaart.
  • Méér zeggen dan op het kaartje staat, mag zeker!

Slide 50 - Diapositive

La tienda de ropa
  • Je krijgt een kaartje met specifieke instructies, in het Nederlands, voor wat je wilt kopen.
  • Er hangt kleding, met prijskaartjes eraan.
  • Méér zeggen dan op het kaartje staat, mag zeker!

Slide 51 - Diapositive

La oficina de seguridad
  • Je doet aangifte van een gestolen telefoon.
  • Je krijgt een kaartje met een foto van de dief die jouw telefoon heeft gestolen, en één met een foto van je telefoon. Je moet beide beschrijven.
  • Je moet ook een formulier met je gegevens laten invullen, dus je naam en adres kunnen spellen.
  • Méér zeggen dan noodzakelijk is, mag zeker!

Slide 52 - Diapositive

Ahora preparamos el Taaldorp
  • Vul de kaartjes aan met Nederlandse woorden. 
  • Schrijf leesbaar! Je levert je kaartjes zo in en ik deel ze opnieuw uit.

Slide 53 - Diapositive