6.4 -Vruchten en zaden

Thema 6: voortplanting bij planten en dieren
Basisstof 4: Vruchten en zaden
1 / 35
suivant
Slide 1: Diapositive
BiologieMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 1

Cette leçon contient 35 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 2 vidéos.

time-iconLa durée de la leçon est: 30 min

Éléments de cette leçon

Thema 6: voortplanting bij planten en dieren
Basisstof 4: Vruchten en zaden

Slide 1 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

WAT GAAN WE DOEN? 
  • Waar gaan we in dit hoofdstuk mee aan de slag?
  • Terugblik 6.1 t/m 6.3
  • Leerdoelen 6.4: "Vruchten en zaden"
  • Uitleg 6.4:   "Vruchten en zaden"
  • Oefenen 
  • Aan de slag!

Slide 2 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

korte herhaling
- onderdelen van een bloem?
- kenmerken & functies van bloemdelen?

Slide 3 - Diapositive

onderwijsleergsprek!

Slide 4 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Dit is een meeldraad
A
waar
B
nietwaar

Slide 5 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Hoe heet het mannelijk geslachtsorgaan van de bloem? (schrijf dit in enkelvoud)

Slide 6 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

Hoe heet het vrouwelijk geslachtsorgaan bloem
(schrijf dit in enkelvoud)

Slide 7 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 8 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Insectenbloem
Windbloem

Slide 9 - Question de remorquage

Cet élément n'a pas d'instructions

De bloem maakt nectar.
Is dit een insectenbloem of een windbloem?
A
Windbloem
B
Insectenbloem

Slide 10 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Heeft geen kroonbladeren.
A
Windbloem
B
Insectenbloem

Slide 11 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 12 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat is een stuifmeelbuis?

A
gewoon een buis
B
een buis die loopt door de stamper
C
een cel
D
een grote buis van cellen

Slide 13 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Uit welk deel van de bloem ontstaat de kiem?
A
Uit het vruchtbeginsel
B
Uit het zaadbeginsel
C
Uit de bevruchte eicel
D
Uit de zaadcel

Slide 14 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

leerdoelen
  • Je kunt de veranderingen in het vruchtbeginsel na bevruchting beschrijven

Slide 15 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

uitleg 6.2
Bestuiving 

Slide 16 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

4

Slide 17 - Vidéo

Cet élément n'a pas d'instructions

00:41
welke onderdelen zitten er in een bloem?

Slide 18 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

00:47
zijn dit insecten- of windbloemen?
A
windbloemen
B
insectenbloemen

Slide 19 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

00:59
Wat blijft er over van de bloem?

Slide 20 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

02:52
Wat wordt er door de plant weggeschoten?

Slide 21 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

Structureren

Slide 22 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Structureren

Slide 23 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions




Sommige vruchten bevatten vruchtvlees: het zachte, soms eetbare gedeelte van de vrucht. Vruchtvlees kan ontstaan uit het vruchtbeginsel of uit de bloembodem. In afbeelding 3 zie je de ontwikkeling van bloem tot vrucht bij een appel.

Slide 24 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Structureren

Slide 25 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Appels, kersen, tomaten en peulen zijn vruchten. Bonen, erwten en de pitten in appels, kersen en tomaten zijn zaden. In sommige vruchten zit maar één zaad, in andere vruchten zitten meerdere zaden. Een meloen kan meer dan honderd zaden bevatten. Voor elk van deze zaden is de kern van de eicel in een zaadbeginsel versmolten met de kern van een stuifmeelkorrel.

Slide 26 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Structureren

Slide 27 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

2

Slide 28 - Vidéo

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat gebeurt er na bevruchting met de bloemkelk?
A
Groeit uit tot vrucht
B
Groeit uit tot bloem
C
Verschrompelt
D
blijft gewoon een bloemkelk

Slide 29 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Groeien uit tot een vrucht
Groeien uit tot een zaad
Vallen af
Verschrompelen
Kroonbladeren
Meeldraden
Bloemkelk
Vruchtbeginsel
Zaadbeginsel met bevruchte eicel
Zaadbeginsel zonder bevruchte eicel

Slide 30 - Question de remorquage

Cet élément n'a pas d'instructions

Een passievrucht is ontstaan uit een passiebloem.
In deze passievrucht zitten honderd zaden.
Hoeveel stuifmeelkorrels zijn nodig geweest om honderd zaden te laten ontstaan?
A
1
B
50
C
100
D
200

Slide 31 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Hoeveel stuifmeelbuizen zijn minstens gegroeid door deze stijl als er honderd zaden ontstaan?
A
200
B
100
C
1
D
50

Slide 32 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Of in het vruchtbeginsel ook honderd zaadbeginsels zaten, kun je niet met zekerheid zeggen. Leg dit uit...

Slide 33 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

Hoeveel eicellen zijn bevrucht als er honderd zaden ontstaan?
A
50
B
1
C
200
D
100

Slide 34 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Aan de slag!
Lees thema 6 basisstof 1.
Maken:
Opdracht: 1 t/m 4 samen
opdr. 5 t/m 10 zelfstandig. 


Slide 35 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions