Berekeningen

Berekeningen 
Financieringsplan 

1 / 29
suivant
Slide 1: Diapositive
BedrijfseconomieMBOStudiejaar 1

Cette leçon contient 29 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 45 min

Éléments de cette leçon

Berekeningen 
Financieringsplan 

Slide 1 - Diapositive

eerst ff dit
Kritisch termijn en kapitaaloptimum

Slide 2 - Diapositive

Voorbeeld

Opdracht 42!
VVL: 5,8% 
VVK: 14,2%
Rentevergoeding: 1,4%

Slide 3 - Diapositive

Vraag 1
Camping de Belten heeft een rekening-courantkrediet. Het volgende is afgesproken:
Maximale toegestane krediet is: €300.000
De debet rente is 13% op jaarbasis
De kredietprovisie is 2% over het hoogste debetsaldo in dat kwartaal
De omzet is 0,3% van alle debetmutaties.
Uit de administratie van het afgelopen kwartaal komen de volgende gegevens:
Gemiddeld debetsaldo van €240.000
Hoogste debetstand van €120.000
Totaal bedrag van alle mutaties €360.000


Bereken de kredietkosten per jaar op twee decimaal nauwkeurig.
Bereken de Kredietprijs op twee decimaal nauwkeurig.

Slide 4 - Diapositive

kosten rekening courant-krediet per jaar op 2 decimaal

Slide 5 - Question ouverte

Antwoord
Rentekosten: €240.000* 0,13 * 3 /12 = €7.800,00
Kredietprovisie: €120.000 * 0,02 = €2.400,00
Omzetprovisie:  €360.000 / 100 * 0,3 = €1080,00
Totaal kwartaal: €7.800,00 + €2.400,00 + €1080,00 = €11.280,00
Totaal per jaar: €11.280,00 * 4 = €45.120,00

Slide 6 - Diapositive

Krediet prijs Camping de belten op twee decimaal

Slide 7 - Question ouverte

Antwoord
kredietprijs: €138.720,00 / €240.000 * 100 = 57,80%

Slide 8 - Diapositive

Vraag 2
Handelaar Henk ontvangt een factuur van € 45.000,- met daarop de volgende betalingscondities:
- Bij betaling binnen 14 dagen mag u 1,5% van het bedrag op de factuur als korting aftrekken.
- Bij betaling na 14 dagen hebt u geen recht meer op de korting.
- U dient uiterlijk binnen 40 dagen te betalen
Bereken de kosten voor dit krediet per jaar. (rond af op 2 decimaal)
Bereken de kredietprijs. (rond af op 2 decimaal)

Slide 9 - Diapositive

Bereken de kosten per jaar voor dit krediet.

Slide 10 - Question ouverte

Antwoord
Kosten krediet per jaar:
€ 45.000,- / 100 * 1,5 = €675,-
40 – 14 = 26 dagen
360 / 26 * €675,- = €9.346,15 afgerond op 2 decimaal

Slide 11 - Diapositive

Kredietprijs voor handelaar Henk.

Slide 12 - Question ouverte

Antwoord
Kredietprijs

€9.346,15 / (€ 45.000 - €675)*100 = 21,09 %

Slide 13 - Diapositive

Vraag 3
Michielsen moet een nieuw productiemiddel aanschaffen van € 3.600,-. Hij heeft voor de betaling ook de mogelijkheid om gebruik te maken van een afbetalingskrediet met de volgende voorwaarden: 
- een aanbetaling van € 300,- 
- 6 gelijke maandelijkse termijnen van €575,-, waarvan de eerste termijn na  een maanden vervalt. 
Bereken de jaarlijkse kosten van dit afbetalingskrediet. Rond af op twee decimalen.
Bereken de kredietprijs. Rond af op twee decimalen.

Slide 14 - Diapositive

Kosten krediet per jaar voor Michielsen afgerond op 2 decimaal

Slide 15 - Question ouverte

Antwoord
Kredietbedrag: € 3.600,00 - €300,00 = €3.300,00
Kosten krediet: (€575,00* 6) - €3.300,00 = €150,00
Gemiddelde looptijd: (1+6)/2 = 3,5
Kosten krediet per jaar: 150,00 / 3,5 *12 = €514,29 afgerond op 2 decimaal


Slide 16 - Diapositive

Kredietprijs voor Michielsen afgerond op 2 decimaal.

Slide 17 - Question ouverte

Antwoord
€514,29 / €3.300,00 *100 = 15,58% afgerond op 2 decimaal

Slide 18 - Diapositive

Vraag 4
Janet sluit een operationeel lease contract af voor een auto onder de volgende voorwaarde.
Koopprijs: €30.000,00
Levensduur: 6 jaar, restwaarde is nihil
Interest: 2% over gemiddeld geïnvesteerd vermogen
Verzekeringskosten: €2.400,00 per jaar
Onderhoudskosten: €1.500,00 per kwartaal. Belasting€1.200,00 per jaar
Bereken het maandelijkse leasetermijn (rond af op 2 decimaal)

Slide 19 - Diapositive

Janet sluit een operationeel lease contract af voor een auto onder de volgende voorwaarde.
Koopprijs: €30.000,00
Levensduur: 6 jaar, restwaarde is nihil
Interest: 2% over gemiddeld geïnvesteerd vermogen
Verzekeringskosten: €2.400,00 per jaar
Onderhoudskosten: €1.500,00 per kwartaal. Belasting€1.200,00 per jaar
Bereken het maandelijkse leasetermijn (rond af op 2 decimaal)

Slide 20 - Question ouverte

Antwoord
Maandelijkse afschrijving: €30.000,00 / (12*6) = €416,67
Rentekosten: (€30.000,00 + 0) /2 = €15.000,00
€15.000,00 * 0,02 /12 = €25,00
Verzekering: €2.400,00 / 12 = €200,00
Onderhoud: €1.500,00/3= €500,00
Belasting: €1.200,00 / 12= €100,00
€416,67 + €25,00 + €200,00 + €500,00 + €100,00 = €1.241,67

Slide 21 - Diapositive

Vraag 5
Rogier begroot de inkopen inclusief btw voor €78.000,00. 60% geschiedt op rekening en 20% wordt contant ingekocht. Hij moet de leveranciers binnen 30 dagen terug betalen.
Wat is zijn gemiddeld crediteurensaldo (rond je antwoord af op 2 decimaal)?

Slide 22 - Diapositive

Rogier begroot de inkopen inclusief btw voor €78.000,00. 60% geschiedt op rekening en 20% wordt contant ingekocht. Hij moet de leveranciers binnen 30 dagen terug betalen.
Wat is zijn gemiddeld crediteurensaldo (rond je antwoord af op 2 decimaal)?

Slide 23 - Question ouverte

Antwoord
ingekocht op rekening: €78.000,00/100*60 = €46.800,00
Gemiddeld crediteurensaldo: 30/360*€46.800,00 = €3.900,00

Slide 24 - Diapositive

Vraag 6
Rosalie heeft een keuze van haar financiering de mogelijkheid van vreemd vermogen lang tegen 4% en vreemd vermogen kort tegen 12%. Voor bedragen die zij op haar rekening deponeert, ontvangt ze een rentevergoeding van 1,7%.
Bereken het kritisch termijn(rond af op 1 decimaal, schrijf er "maand" achter).

Slide 25 - Diapositive

Rosalie heeft een keuze van haar financiering de mogelijkheid van vreemd vermogen lang tegen 4% en vreemd vermogen kort tegen 12%. Voor bedragen die zij op haar rekening deponeert, ontvangt ze een rentevergoeding van 1,7%.
Bereken het kritisch termijn(rond af op 1 decimaal, schrijf er "maand" achter).

Slide 26 - Question ouverte

Antwoord
Kritisch termijn: (4-1,7) / (12 - 1,7) *12 = 2,7 maand afgerond op 1 decimaal

Slide 27 - Diapositive

Wat is Rosalie haar kapitaal optimum bij 2,7 maand?
A
2 maand
B
3 maand
C
4 maand
D
5 maand

Slide 28 - Quiz

Afsluiting
Vragen?
Volgende week toets!

Slide 29 - Diapositive