HOF 1.3 Revolutie in Rusland

1.3 Revolutie in Rusland
1914-1918


H1 De Eerste Wereldoorlog


1 / 36
suivant
Slide 1: Diapositive
GeschiedenisMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 3

Cette leçon contient 36 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 1 vidéo.

time-iconLa durée de la leçon est: 150 min

Éléments de cette leçon

1.3 Revolutie in Rusland
1914-1918


H1 De Eerste Wereldoorlog


Slide 1 - Diapositive

Hieronder staan vijf gebeurtenissen die te maken hebben met de Eerste Wereldoorlog. Sleep deze gebeurtenissen in de juiste volgorde, van vroeger naar later. 
1914
1914
1914
1917
1918
De eerste Belgische vluchtelingen werden in Nederland opgevangen.
Kroonprins Frans Ferdinand werd in Sarajevo vermoord.
Duitsland verklaarde de oorlog aan Frankrijk.
De wapenstilstand tussen Duitsland en Frankrijk werd getekend.
In Rusland brak de revolutie uit.

Slide 2 - Question de remorquage

Leerdoelen 1.3
1) Schetst een profiel van het Russische Rijk (op politiek, sociaal, cultureel en economisch gebied) tot 1917.

2) Welke oorzaken waren er voor het uitbreken van de Russische Revolutie?

3) Welke kenmerken had de nieuw gecreëerde eenpartijstaat van Lenin?


Slide 3 - Diapositive

Checklist toets
  • Je bent bekend met de leerdoelen (vorige dia).
  • Je kent de begrippen (worden niet meer letterlijk teruggevraagd).
  • Je kunt een chronologie aanbrengen (in de juiste volgorde zetten) in een lijst van gebeurtenissen.
  • Je kunt elk tekststukje in het boek uiteenzetten in de 5W-vragen. Overhoor jezelf of laat je hierover overhoren.
  • Je hebt je opdrachten in het werkboek gecontroleerd met de antwoordmodellen.
  • In de toets wordt veel gebruik gemaakt van bronnen. Dit kun je oefenen met twee opdrachten in het boek: opdracht 3 en 4 op blz. 33 (Verdieping).

Slide 4 - Diapositive

Het Russische Rijk
  • P: Rusland is t/m 1917 een land met een tsaar ('tsaar' is het Russische woord voor keizer): Nicolaas II

  • E: Rusland is rond 1914 het land met het grootste grondgebied op aarde en de meeste grondstoffen.

  • P/E: Dit maakt Rusland tot een machtige staat in de wereld.

Slide 5 - Diapositive

Het Russische Rijk
  • P: De edelen helpen de tsaar met regeren, belasting innen en oorlog voeren. De tsaar en edelen werden door de kerk beschermd: verzet is daarom onmogelijk.

  • P/C: Houden vast aan het oude systeem. Laten hun vrouwen wel Westerse boeken en mode kopen, maar zien niks in moderniseringen.

Slide 6 - Diapositive

Het Russische Rijk
  • P: Rusland is dan een van de laatste absolute monarchieën (geen democratie) in de wereld.

  • S: Er zijn echter ook grote verschillen tussen arm en rijk.

  • E/S: 80% van de bevolking bestaat namelijk uit arme boeren die niet kunnen lezen/schrijven, geen burgerrechten hebben en worden onderdrukt door de adel.

  • E: Rusland is daarmee een agrarische staat die nog niet geïndustrialiseerd is. Daarmee loopt het achter op landen in het westen (Groot-Brittannië, Frankrijk, Duitsland) etc. 

Slide 7 - Diapositive

Het Russische Rijk
E/S: Het lijfeigenschap (= soort horigheid) is in 1861 afgeschaft maar heeft weinig veranderd: nog steeds bestaan er herendiensten, betaald alleen de derde stand de belastingen en vragen de edelen hoge pacht.

De boeren worden steeds ontevredener met hun situatie.

Slide 8 - Diapositive

Het Russische Rijk
S/C: Het Russische Rijk, hiernaast verbeeld in een grote afbeelding van de Sovjet-Unie, bestaat uit waanzinnig veel culturen. Dan noem je zo'n land een multi-etnische staat.

S/C: Veel volkeren richting het verre oosten hebben weinig binding met het Europese-Rusland van Nicolaas II.

Slide 9 - Diapositive

Het Russische Rijk
  • P: Nicolaas II (en zijn voorgangers) kan democratische ontwikkelingen lange tijd tegenhouden. Hij wordt namelijk onvoorwaardelijk gesteund door de orthodoxe Kerk, het leger en de landadel.
  • P: Tsaristisch Rusland had een actieve geheime dienst (spionage, verantwoordelijk voor verbanningen naar Siberië)

Slide 10 - Diapositive

De Tsaristische familie Romanov





Slide 11 - Diapositive

Rusland wordt een republiek
Tsaar Nicolaas II 'Bloedige Nicolaas', slechts 26 jaar als hij tsaar wordt, maakt fout op fout...
  • 1896: Tijdens kroning worden 1000+ mensen vertrapt door drukte, Nicolaas II zet feest voort > volk is verbijsterd..
  • 1904-1905: Russisch-Japanse oorlog. In deze oorlog verliest het zijn machtige Baltische Vloot > grote schande!
  • 1905: Bloedige Zondag. Laat op demonstranten schieten. > volk verbijsterd..

Slide 12 - Diapositive


Bloedige Zondag
1905



Aanvankelijk: de Russische bevolking protesteert vreedzaam tegen voedseltekorten, want het vertrouwt op de tsaar.
> Uit paniek op het volk geschoten. Hoe fixt Nicolaas dit?
>> Gevolg: oprichting Doema (= parlement)

Slide 13 - Diapositive

Rusland wordt een republiek
Tsaar Nicolaas II:
  • 1905: Onder druk van het volk staat hij de Doema (= parlement) toe op te richten. 
    > nauwelijks invloed op bestuur!...
  • 1911: Pjotr Stolypin, geliefd premier en belangrijk adviseur van Nicolaas II, wordt doodgeschoten bij opera.
    1905-1917: Raspoetin, zowel een belangrijk adviseur als een kwade invloed, wordt door bezorgde edelen in de val gelokt/vermoord.
    >> verder zonder belangrijk adviseurs..

Slide 14 - Diapositive

Rusland wordt een republiek
1914: de Eerste Wereldoorlog verliep slecht voor Rusland:  
- weinig (moderne) wapens, 
- slecht getraind leger (boeren)
Al in 1915: 4.000.000 manschappen dood.

1916: Nicolaas II neemt opperbevel van het leger op zich, maar het gaat niet beter -> wordt de tsaar persoonlijk aangerekend!

Winter 1916-1917: hongersnood in Rusland

Slide 15 - Diapositive

Rusland wordt een republiek
Gevolg: muiterij en opstanden, oprichting van sovjets (= raden die fabrieken, boerderijen en dorpen gaan besturen) in de steden, en ook gedeserteerde soldaten doen mee! 

Dit is de Februarirevolutie (= een opstand). 

1918: De tsaar treedt af en er komt een Voorlopige Regering

Slide 16 - Diapositive

Rusland wordt een republiek
  • -1917: De ongelijke behandeling van de boerenstand (3e stand)
  • -1917: Het absolutistisch bestuur van de tsaar (bijvoorbeeld tijdens WO I),
  • 1894: Het verlies in de Russisch-Japanse Oorlog (nooit eerder verloor een Europees land van een Aziatisch 'minderwaardig' land),
  • 1905-1917: De mislukking van de Doema
  • 1916-1917: De hongersnoden van 1916-1917, 
  • 1914-1918: De grote aantallen doden in de
      Eerste Wereldoorlog

Slide 17 - Diapositive

Sleep de blauwe blokken naar de behorende rode blokken, betreft het een oorzaak of een gevolg van de Februarirevolutie?
Gevolgen Februarirevolutie
Oorzaken Februarirevolutie
Hongersnood
Doema heeft geen invloed
Voorlopige regering
Tsaar treedt af

Slide 18 - Question de remorquage

Communistisch Rusland (Voorlopige Regering)
Nieuwe premier Alexandr Kerenski:
  • wil Eerste Wereldoorlog voortzetten
  • schrijft verkiezingen uit voor een Doema met meer macht.
  • lijdt grote nederlagen in de Eerste Wereldoorlog, waardoor veel soldaten deserteerden (= het leger verlieten).






Slide 19 - Diapositive

Communistisch Rusland
(Bolsjewieken)
Standpunten:
  • Geen privaat-eigendom (eigendommen zijn van iedereen)
  • Iedereen is gelijk (geen onderdrukkende edelen meer)
  • Arbeiders en boeren aan de macht laten komen, door een gewelddadige revolutie (met wapens de landgoederen en fabrieken innemen/afpakken/plunderen)

> Door chaos tijdens de Voorlopige Regering steeds meer aanhang voor dergelijke standpunten van de Bolsjewieken.

Slide 20 - Diapositive

Communistisch Rusland
(Bolsjewieken)
Vladmir Lenin en Leon Trotski: 
  • Hadden de revolutie (nog) niet verwacht (zitten nog in het buitenland)
  • Aanhangers (Bolsjewieken en marxisten) proberen de macht in de sovjets te grijpen.
  • Krijgen hulp van Duitsland. Lenin wordt door de Duitsers naar Rusland gebracht.
  • Komen met de Aprilstellingen

Slide 21 - Diapositive


Aprilstellingen van Lenin
april 1917











  • Alle grond aan de boeren (BROOD)
  • Alle macht aan de sovjets en alle fabrieken aan de arbeiders (LAND)
  • Vrede met Duitsland (VREDE)

Slide 22 - Diapositive

Communistisch Rusland (Oktoberrevolutie)
  • 1917: Onrust in Rusland neemt verder toe, leidt tot de Oktoberrevolutie (= machtgreep bolsjewieken)

  • Communisten (= bolsjewieken) onder leiding van Lenin met geweld aan de macht, Voorlopige Regering wordt afgezet

  • juli 1918: De tsaar en zijn familie worden vermoord

Slide 23 - Diapositive

Sleep de onderdelen naar het juiste onderdeel van de Russische revolutie
Februarirevolutie
Oktoberrevolutie
De voorlopige regering krijgt de macht
Lenin grijpt de macht
Communisme wordt ingevoerd
Privé eigendom wordt afgenomen
Tsaar wordt afgezet
Doema had niets te zeggen

Slide 24 - Question de remorquage

Communistisch Rusland
  • Eén partij heeft de macht: de Communistische Partij. Dit heet ook wel: eenpartijstaat. Andere partijen afgeschaft en verboden.
  • Lenin vestigt langzaam maar zeker een dictatuur.
  • De geheime politie verwijderd tegenstanders uit de samenleving > Rode Terreurconcentratiekampen.
  • Veel (nieuwe) regels en wetten > veel ambtenaren/veel bureaucratie.

Slide 25 - Diapositive

De Sovjet-Unie
(Rood tegen Wit)
Deelname aan WO I wordt stopgezet door Lenin (= Vrede Bresk-Litovsk). Landverlies in:
  • Oekraïne
  • Russisch Polen
  • Baltische Staten (Es, Let, Lit)
  • Finland
De Witten (Mensjewieken / minderheid):
- Officieren trouw aan de tsaar
- Zonen van adel / hogere burgerij
- Boerengroeperingen
- Nationalisten, gesteund door Westen
  




Slide 26 - Diapositive

Voor 1905 (Bloedige Zondag)

1905 - maart 1917 (tot 
Februarirevolutie)
Maart 1917 - November 1917 (tot Oktoberrevolutie)
November 1917 - 1922
Tsaar regeert met Doema
Burgeroorlog omdat Lenin de macht grijpt
De Voorlopige Regering
Tsaar regeert alleen 

Slide 27 - Question de remorquage

De Sovjet-Unie
(Rood tegen Wit)
De Roden (Bolsjewieken / meerderheid of socialisten)
  • Arbeiders
  • Arme boeren
(o.l.v. Vladimir Lenin, Leon Trotski)

Grootschalige plunderingen Edelen en rijken door aanhangers van Lenin (Lenin's plunderaars)

Het Rode Leger (onder dwang gevormd door Trotski)
1918: 430.000 man
1920: 5.300.000 man
(o.a. doordat veel arme boeren bang zijn voor een terugkeer van de tsaar. De Witten werken slecht met elkaar samen) 

1922: Bolsjewisten / communisten winnen de burgeroorlog.



Slide 28 - Diapositive

Leerdoelen 1.3
1) Schetst een profiel van het Russische Rijk (op politiek, sociaal, cultureel en economisch gebied) tot 1917.

P: Democratische ontwikkelingen worden tegengehouden. Tsaar wordt onvoorwaardelijk gesteund door Kerk, leger en de adel.
P: Er is een actieve geheime dienst
S: Grote verschillen arm/rijk
S: 80% arme boer, onderdrukt door de adel
S/C: Veel volkeren in verre oosten weinig bindingen met het Europese Rusland
S/C: Het is een multi-etnische staat 
E: Agrarische staat, weinig industrie, loopt achter.
E: Grootste grondgebied/meeste grondstoffen




Slide 29 - Diapositive

Leerdoelen 1.3
2) Welke oorzaken waren er voor het uitbreken van de Russische Revolutie?

O1: De ongelijke behandeling van de boerenstand
O2: Russisch volk raakt ontevreden met Nicolaas II ("Bloedige Nicolaas: Vertrappingen kroning, Bloedige Zondag)
O3: Verlies van de Russisch-Japanse oorlog
O4: Weinig invloed op het bestuur (mislukken Doema)
05: Slecht opperbevelhebberschap Nicolaas II in Eerste Wereldoorlog (grote aantal doden)
06: Hongersnoden



Slide 30 - Diapositive

Leerdoelen 1.3
3) Welke kenmerken had de nieuw gecreëerde eenpartijstaat van Lenin?

K1: De Communistische Partij heeft als enige de macht, andere partijen zijn verboden: eenpartijstaat
K2: Dictatuur: Lenin als alleenheerser
K3: De geheime politie verwijderd tegenstanders: Rode Terreur > concentratiekampen
K4: Veel (nieuwe) regels en wetten > veel bureaucratie




Slide 31 - Diapositive

De tekenaar is een
1
2
3
aanhanger Lenin
tegenstander communisme
4
de Russische tsaar
kapitalist
de Russische kerk
Lenin

Slide 32 - Question de remorquage

1905
1917
1917
1918
1922
Tsaar Nicolaas stelt de Doema in om de rust te houden in Rusland
De Sovjet-Unie wordt uitgeroepen
De tsaar en zijn familie worden doodgeschoten
Tijdelijke regering aangesteld tijdens de Februarirevolutie
Lenin grijpt de macht

Slide 33 - Question de remorquage

Slide 34 - Diapositive

Slide 35 - Diapositive

Slide 36 - Vidéo