Scheikunde H4 - toets over elementen, naamgeving, reactievergelijkingen en theorie

Scheikundetoets 5 april


Heel veel succes!
1 / 50
suivant
Slide 1: Diapositive
ScheikundeMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

Cette leçon contient 50 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 30 min

Éléments de cette leçon

Scheikundetoets 5 april


Heel veel succes!

Slide 1 - Diapositive

Let op!
Het gebruik van hoofdletters/kleine letters is belangrijk bij elementen, denk daar goed aan bij het invullen!

De indexgetallen kun je niet kleiner schrijven, water schrijf je dus als H2O.

Je hoeft in de hele toets geen faseaanduidingen aan te geven ( (g)/(s)/(l) )

Slide 2 - Diapositive

Geef de naam van het element met het symbool Cl

Slide 3 - Question ouverte

Geef de naam van het element met het symbool K

Slide 4 - Question ouverte

Geef de naam van het element met het symbool Sn

Slide 5 - Question ouverte

Geef de naam van het element met het symbool Fe

Slide 6 - Question ouverte

Geef de naam van het element met het symbool C

Slide 7 - Question ouverte

Vul in: Het symbool van het element boor is ....

Slide 8 - Question ouverte

Vul in: Het symbool van het element lood is ....

Slide 9 - Question ouverte

Vul in: Het symbool van het element waterstof is ....

Slide 10 - Question ouverte

Vul in: Het symbool van het element zuurstof is ....

Slide 11 - Question ouverte

Vul in: Het symbool van het element koper is ....

Slide 12 - Question ouverte

Geef de naam bij de volgende molecuulformule: CuO

Slide 13 - Question ouverte

Geef de naam bij de volgende molecuulformule: C6H12O6

Slide 14 - Question ouverte

Geef de naam bij de volgende molecuulformule: NiS

Slide 15 - Question ouverte

Geef de naam bij de volgende molecuulformule: NH3

Slide 16 - Question ouverte

Geef de naam bij de volgende molecuulformule: N2O3

Slide 17 - Question ouverte

Geef de naam bij de volgende molecuulformule: N2

Slide 18 - Question ouverte

Geef de molecuulformule van
water

Slide 19 - Question ouverte

Geef de molecuulformule van
Butaan

Slide 20 - Question ouverte

Geef de molecuulformule van
fosforpentachloride

Slide 21 - Question ouverte

Geef de molecuulformule van
Magnesiumoxide

Slide 22 - Question ouverte

Glucose reageert in ons lichaam met zuurstof. Daarbij ontstaan koolstofdioxide en water.
Stel van deze reactie een reactievergelijking op.
Typ je eindantwoord in als antwoord. Maak een foto van je uitwerking op papier die je ook toevoegt.

Slide 23 - Question ouverte

Fosfor kan met chloor reageren. Hierbij kan fosfortrichloride ontstaan
Stel van deze reactie een reactievergelijking op.
Typ je eindantwoord in als antwoord. Maak een foto van je uitwerking op papier die je ook toevoegt.

Slide 24 - Question ouverte

Maak de volgende reactie kloppend:
…. C3H6 + …. O2 --> …. CO + …. H2O

Neem in je antwoord de reactievergelijking over en vul in plaats van ... de juiste getallen in.

Slide 25 - Question ouverte

Leg uit hoe moleculen bewegen in de 3 verschillende fasen.

Slide 26 - Question ouverte

Elk element heeft een:
A
Teken
B
Symbool
C
Atoom
D
Molecuul

Slide 27 - Quiz

De naam van het atoom met symbool Cu
A
calcium
B
chloor
C
koper
D
koolstof

Slide 28 - Quiz

De naam van het atoom met symbool Ca
A
calcium
B
chloor
C
koper
D
koolstof

Slide 29 - Quiz

De naam van het atoom met symbool C
A
calcium
B
chloor
C
koper
D
koolstof

Slide 30 - Quiz

De naam van het atoom met symbool S
A
helium
B
stikstof
C
zuurstof
D
zwavel

Slide 31 - Quiz

Welk atoom hoort bij het symbool
C
A
Cobalt
B
Calcium
C
Koolstof
D
Cadmium

Slide 32 - Quiz

Welk atoom hoort bij het symbool
Sn
A
Zwavel
B
Nikkel
C
Tin
D
Argon

Slide 33 - Quiz

Wat is de naam van het atoom met het symbool 'Mg'?
A
molybdeen
B
mangaan
C
magnesium
D
mendelejev

Slide 34 - Quiz

De naam van het atoom met symbool H
A
helium
B
kwik
C
koolstof
D
waterstof

Slide 35 - Quiz

Wat is de naam van het atoom met het symbool 'N'?
A
stikstof
B
natrium
C
nikkel
D
nihonium

Slide 36 - Quiz

Sleep het symbool naar de juiste atoomsoort
Calcium
Fluor
Goud
Jood
Lood
Natrium
Stikstof
Tin
Zilver
Zwavel
Pb
Au
Sn
Ca
F
Ag
I
S
N
Na

Slide 37 - Question de remorquage

Sleepvraag: 
Verbind de atoomsoorten met het juiste symbool
Aluminium
Chroom
Goud
IJzer
Chloor
Zilver
Zink
Radium
Tin
Fluor
Al
Cr
Au
Fe
Cl
Ag
Zn
Ra
Sn
F

Slide 38 - Question de remorquage

Verbind de symbolen aan de juiste atoomsoort
Chloor
Fosfor
Jood
Fluor
Cl
I
F
P

Slide 39 - Question de remorquage

Verbind de symbolen aan de juiste atoomsoort
Magnesium
IJzer
Aluminium
Zilver
Mg
Al
Ag
Fe

Slide 40 - Question de remorquage

Verbind de symbolen aan de juiste atoomsoort
Zuurstof
Waterstof
Koolstof
Zwavel
O
C
S
H

Slide 41 - Question de remorquage

Verbind de symbolen aan de juiste atoomsoort
Kalium
Goud
Barium
Lood
K
Ba
Pb
Au

Slide 42 - Question de remorquage

Sleep de atoomsoorten naar hun juiste symbool
(1 blijft er leeg)
C
N
O
S
H
P
F
waterstof
zuurstof
koolstof
zwavel
stikstof
fosfor

Slide 43 - Question de remorquage

Vraag 4a.
Elke atoomsoort heeft zijn eigen symbool. Het zorgvuldig gebruik van hoofdletters en kleine letters is belangrijk. 
Sleep de formule naar de juiste naam.
Tin
Zwavelnitride
Sn (s)

SN (g)

Slide 44 - Question de remorquage

namen en formules moleculaire stoffen:
glucose
A
C12H22O12
B
C5H12O6
C
C11H22O12
D
C6H12O6

Slide 45 - Quiz

Molecuulformule
Triviale naam
Azijnzuur
Natronloog
Hydrooxide
Zoutzuur
Salpeterzuur
Carbonaat
Ammoniak
Zwavelzuur
HAc
NaOH
HCl
HNO3
OH
CO3
NH3
H2SO4

Slide 46 - Question de remorquage

Rationele naam
Molecuulformule
Tin-di-chloride
Di-forfor-sulfide
Barium-di-jodide
Waterstofchloride
Kopersulfaat
BaI2
SnCl2
CuSO4
P2S
HCl

Slide 47 - Question de remorquage

Combineer de naam met de molecuulformule.
Suiker
glucose
waterstofperoxide
methaan
Ammoniak
C2H6O
NH3
C12H22O11
SO2
H2O2
C6H12O6
CH4

Slide 48 - Question de remorquage

Ik wil graag dat mijn toets...
A
2x meetelt
B
3x meetelt

Slide 49 - Quiz

Dit was de toets
Vergeet niet om de toets in te leveren, door op 'lever in' te klikken. 

Als je de toets hebt ingeleverd kun je ook teams afsluiten. 
De cijfers van de toets komen z.s.m. in magister. 
Als je cijfer in magister staat kun je ook de toets inzien door opnieuw in te loggen in lessonUp. 

Slide 50 - Diapositive