Voorbereiding SO omzet, brutowinst en nettowinst

Eigen baas of niet?
  • Eigen baas zijn
  • Onafhankelijkheid
  • Indeling werktijden/eigen tijd
  • Werkgeluk
  • Winst
1 / 17
suivant
Slide 1: Diapositive
EconomieMiddelbare schoolvwoLeerjaar 2

Cette leçon contient 17 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 45 min

Éléments de cette leçon

Eigen baas of niet?
  • Eigen baas zijn
  • Onafhankelijkheid
  • Indeling werktijden/eigen tijd
  • Werkgeluk
  • Winst

Slide 1 - Diapositive

Eigen baas of niet?
  • Onregelmatig inkomen/werktijden
  • Constant kwaliteit leveren
  • Onzekerheid m.b.t. pensioen en ziek zijn
  • Administratie en verplichtingen

Slide 2 - Diapositive

Het doel van een onderneming
  • Het doel van een onderneming is winst maken. 
  • Simpel gezegd: winst = omzet - kosten 
  • Omzet is het bedrag in geld wat je ontvangt van de kopers
  • Afzet is het aantal stuks wat je verkocht hebt  

Slide 3 - Diapositive

Van omzet naar nettowinst
Omzet                                              = verkoopprijs x afzet  
Inkoopwaarde                              = inkoopprijs x afzet
-----------------    -
Brutowinst
Bedrijfskosten                              (Bijvoorbeeld: loon, huur, etc.)
-----------------     -
Nettowinst                                      (voor belasting)

Slide 4 - Diapositive

Opdracht 4.4
  • Manual verwacht op een foodfestival de volgende afzet te kunnen behalen: 70 taco's, 90 wraps en 140 blikjes fris. 
  • Bereken de totale verwachte omzet die Manual denkt te halen, als hij de taco's verkoopt voor € 4,50, de wraps voor € 6 en blikjes fris voor € 3. 
verw. verkoopprijs
verwachte afzet
verwachte omzet
taco's 
x
=
wraps
x
=
frisdrank
x
=
totaal verwachte omzet
=

Slide 5 - Diapositive

Opdracht 4.4
  • Manual verwacht op een foodfestival de volgende afzet te kunnen behalen: 70 taco's, 90 wraps en 140 blikjes fris. 
  • Bereken de totale verwachte omzet die Manual denkt te halen, als hij de taco's verkoopt voor € 4,50, de wraps voor € 6 en blikjes fris voor € 3. 
verw. verkoopprijs
verwachte afzet
verwachte omzet
taco's 
4,50
x
70
=
315
wraps
6
x
90
=
540
frisdrank
3
x
140
=
420
totaal verwachte omzet
=
1.275

Slide 6 - Diapositive

Ik verkoop mondkapjes (inkoopprijs €1,95). Ik heb een winkel in Purmerend (€750,- per maand). Ik heb één medewerker in dienst (€900,- per maand). De energierekening bedraagt €1300,- per jaar. De overige bedrijfskosten zijn €1100,- per maand.
In januari verkoop ik 2000 mondkapjes à €8,95 p/st. Bereken de nettowinst.

Slide 7 - Question ouverte

Slide 8 - Diapositive

Bruto- en nettowinstmarge
Brutowinstmarge = brutowinst / omzet x 100%
Nettowinstmarge = nettowinst / omzet x 100%

Slide 9 - Diapositive

Ik verkoop mondkapjes (inkoopprijs €1,95). Ik heb een winkel in Purmerend (€750,- per maand). Ik heb één medewerker in dienst (€900,- per maand). De energierekening bedraagt €1300,- per jaar. De overige bedrijfskosten zijn €1100,- per maand.
In januari verkoop ik 2000 mondkapjes à €8,95 p/st. Bereken de nettowinstmarge.

Slide 10 - Question ouverte

Slide 11 - Diapositive

Slide 12 - Diapositive

Slide 13 - Diapositive

De omzet van de kledingwinkel van Kevin is € 35.000, de inkoopwaarde is € 15.000 en de bedrijfskosten zijn € 7.500.

De brutowinst is:
A
€ 20.000
B
€ 12.500
C
€ 2.500
D
€ 75.000

Slide 14 - Quiz

Hoe bereken je de brutowinst?
A
nettowinst - bedrijfskosten
B
omzet - inkoopwaarde omzet
C
afzet x prijs
D
bedrijfskosten - inkoopprijs

Slide 15 - Quiz

Slide 16 - Diapositive

Socrative link
RATBI9252

Slide 17 - Diapositive