H8 Herhaling

Hoofdstuk 8
1 / 14
suivant
Slide 1: Diapositive
WiskundeMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

Cette leçon contient 14 diapositives, avec diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 45 min

Éléments de cette leçon

Hoofdstuk 8

Slide 1 - Diapositive

Hoofdstuk 8
Vandaag:




Leerdoel 14+15+16
Maken V2, V4 en V5

Slide 2 - Diapositive

Hoofdstuk 8
Vandaag:




Leerdoel 17+18

Slide 3 - Diapositive

Aantekening 8.1 Logaritmen
Dus


Is hetzelfde als :


En omgekeerd natuurlijk.
23=8
2log(8)=3
Opgave 4, 6, 8 en 9a

Slide 4 - Diapositive

Hoofdstuk 8
Vandaag:




Leerdoel 19+20

Slide 5 - Diapositive

Aantekening 8.2 Logaritmen berekenen

Je kunt de volgende rekenregel toepassen:

of
LogBASE (logGRONDTAL in het Nederlands)



2log(8)=3
2log(8)=log(2)log(8)
Opgave 12, 16 en 18.

Slide 6 - Diapositive

Hoofdstuk 8





Leerdoel 21+22

Slide 7 - Diapositive

Aantekening 8.3 Grafieken van logaritmische functies




Bereik = 
Opgave 23, 24 en 25

Slide 8 - Diapositive

Hoofdstuk 8





Leerdoel 23

Slide 9 - Diapositive

Aantekening 8.4 Rekenregels voor logaritmen
                                                                  
                                                           Want


Want
Opgave 28, 30 en 32
3=2log(8)
3=log(1000)
23=8
103=1000

Slide 10 - Diapositive

Hoofdstuk 8




Leerdoel 24+25

Dus vooral weer omschrijven van een logaritme!

Slide 11 - Diapositive

Aantekening 8.5 Formules herleiden
Bij logaritmische of exponentiële formules 
herleiden moet je de formules omschrijven                                       is
van logaritme naar exponentieel en omgekeerd.
Hiervoor gebruik je de regel hier langs. 
Bij het herleiden wel eerst de log of de exponent isoleren!
Opgave 35, 37 en 39
3=2log(8)
23=8

Slide 12 - Diapositive

Hoofdstuk 8




Leerdoel 26+27+28



Slide 13 - Diapositive

Aantekening 8.6 Vergelijkingen en ongelijkheden
Exact oplossen van logaritmische vergelijkingen
doe je door alles wat je al geleerd heb toe te passen.
Denk aan de rekenregels maar ook aan het domein.
Ook goed controleren of een gevonden uitkomst kan.
Want je kan niet tussen de haakjes bij de log een negatief getal krijgen.
Bij een ongelijkheid denk aan de plot en de asymptoot.
Opgave 44, 46, 47 en 49.
3=2log(8)
23=8

Slide 14 - Diapositive