Cette leçon contient 21 diapositives, avec quiz interactifs et diapositive de texte.
La durée de la leçon est: 30 min
Éléments de cette leçon
Oefenvragen
Slide 1 - Diapositive
Welke bewering is onjuist?
A
Een LV ondergaat de handeling.
B
Een MV is altijd een 'ontvanger'.
C
Er kunnen meerdere BWB's in een zin staan.
D
Een zin kan zowel een WG als een NG bevatten.
Slide 2 - Quiz
Welk werkwoord heeft een LV bij zich?
A
lachen
B
kiezen
C
logeren
D
sjoelen
Slide 3 - Quiz
Bedenk twee nieuwe zinnen: - zin 1 bevat een WG en een BWB - zin 2 bevat een NG en een BWB (zet het nw-deel tussen blokhaken)
Slide 4 - Question ouverte
Hoe vind je het VZV? Zet in de juiste volgorde: A. Het zinsdeel dat begint met het vaste voorzetsel, is het voorzetselvoorwerp. B. Kijk of het voorzetsel niet letterlijk gebruikt wordt. C. Kijk of er een werkwoord is met een vast voorzetsel. D. Noteer persoonsvorm, onderwerp en werkwoordelijk gezegde.
Slide 5 - Question ouverte
Staat er in de volgende zin een voorzetsel dat een vaste combinatie is met het werkwoord?
De docent twijfelde aan het verhaal van de leerling.
A
ja
B
nee
Slide 6 - Quiz
Wat is de vaste combinatie dan? (ww + vz) De docent twijfelde aan het verhaal van de leerling.
Slide 7 - Question ouverte
In welk antwoord is de zin juist ontleed?
De docent twijfelde aan het verhaal van de leerling.
A
De docent = OW
twijfelde = NG
aan het verhaal van de leerling = VZV
B
De docent = OW
twijfelde = WG
aan het verhaal van de leerling = BWB
C
De docent = OW
twijfelde = WG
aan het verhaal van de leerling = LV
D
De docent = OW
twijfelde = WG
aan het verhaal van de leerling = VZV
Slide 8 - Quiz
Ik verlang echt naar een boterham met pindakaas!
naar een boterham met pindakaas = ?
A
LV
B
VZV
C
BWB
D
MV
Slide 9 - Quiz
Morgen vertrekt mijn oom naar de andere kant van de wereld. naar de andere kant van de wereld =
A
LV
B
VZV
C
BWB
D
MV
Slide 10 - Quiz
De moeder heeft zich vorig jaar een keer vergist in de datum van het schoolreisje.
Heeft deze zin een WG of een NG?
A
WG
B
NG
Slide 11 - Quiz
De moeder heeft zich vorig jaar een keer vergist in de datum van het schoolreisje.
Wat is het WG in deze zin?
A
heeft vergist
B
heeft zich vergist
C
heeft een keer vergist
D
heeft zich een keer vergist
Slide 12 - Quiz
De automonteur heeft zich na de reparatie helemaal moeten wassen.
Heeft deze zin een WG of een NG?
A
WG
B
NG
Slide 13 - Quiz
De automonteur heeft zich na de reparatie helemaal moeten wassen.
Wat is het WG in deze zin?
A
heeft wassen
B
heeft zich wassen
C
heeft zich moeten wassen
D
heeft moeten wassen
Slide 14 - Quiz
Hoe is de volgende samengestelde zin opgebouwd?
Rauw walvisvlees wordt meestal in plakjes opgediend, zoals wij cake presenteren.
A
H+H
B
H+B
C
B+H
Slide 15 - Quiz
Hoe is de volgende samengestelde zin opgebouwd?
Als het bewolkt weer is, leveren de zonnepanelen minder stroom.
A
H+H
B
H+B
C
B+H
Slide 16 - Quiz
Hoe is de volgende samengestelde zin opgebouwd?
Zullen we vanavond thuis eten of halen we een patatje bij de snackbar?
A
H+H
B
H+B
C
B+H
Slide 17 - Quiz
Hoe is de volgende samengestelde zin opgebouwd?
Weet jij toevallig of dat leuke meisje vanavond op het feest komt?
A
H+H
B
H+B
C
B+H
Slide 18 - Quiz
Bedenkt nu zelf een samengestelde zin met de volgende opbouw: H+H
Slide 19 - Question ouverte
Bedenkt nu zelf een samengestelde zin met de volgende opbouw: H+B