Cette leçon contient 21 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.
La durée de la leçon est: 30 min
Éléments de cette leçon
TL4-Taalmiddelen
Slide 1 - Diapositive
Lesdoelen
Stijlfiguren
Je weet het verschil tussen figuurlijk en letterlijk;
Je weet wat een overdrijving is;
Je weet wat een understatement is;
Je weet wat een eufemisme is;
Je weet wat spottend is.
Slide 2 - Diapositive
timer
0:30
uitleg stijlfiguren
https://youtu.be/jUUhRndkqIU
Letterlijk en figuurlijk taalgebruik
Slide 3 - Carte mentale
Stijlfiguren: understatement
Als je iets afzwakt, gebruik je een understatement. Je zegt dat iets minder mooi, groot of belangrijk is dan in werkelijkheid.
Je zegt: 'Zij heeft wel een paar centen';
Je bedoelt: 'Zij is rijk'.
Slide 4 - Diapositive
Stijlfiguren: eufemisme
Ook bij een eufemisme zeg je iets zo dat het als minder erg of hard overkomt, maar dat doe je dan om een pijnlijke situatie te verzachten en om te voorkomen dat je iemand kwetst.
Je zegt: 'Hij is niet meer onder ons';
je bedoelt: 'Hij is overleden.
Slide 5 - Diapositive
Stijlfiguren: Hyperbool (overdrijving)
Bij een hyperbool/overdrijving wordt iets op een overdreven manier uitgedrukt.
Je zegt: 'Hij heeft dat al 10.000 keer gezegd';
Je bedoelt dat hij dat al meerdere malen heeft gezegd.
Slide 6 - Diapositive
Goed opgelet?
Geef in de volgende quizvragen van de woorden in HOOFDLETTERS aan welk stijlfiguur erbij hoort.
Slide 7 - Diapositive
Een deel van het personeel zal moeten AFVLOEIEN.
A
hyperbool
B
understatement
C
eufemisme
Slide 8 - Quiz
Ik sta hier al eeuwen op te wachten
A
Hyperbool
B
Understatement
C
Eufemisme
Slide 9 - Quiz
Moet ik het nu VOOR DE DUIZENDSTE KEER zeggen? Deur achter je dicht!
A
hyperbool
B
understatement
C
eufemisme
Slide 10 - Quiz
'Ik heb EEN MAZZELTJE gehad', zei de winnaar van de jackpot.
A
hyperbool
B
understatement
C
eufemisme
Slide 11 - Quiz
De verdediger schoot de strafschop HUIZENHOOG over.
A
hyperbool
B
understatement
C
eufemisme
Slide 12 - Quiz
Die poolreizigers zullen het wel FRISJES hebben.
A
hyperbool
B
understatement
C
eufemisme
Slide 13 - Quiz
Ik WORD KNETTERGEK van je gezeur.
A
hyperbool
B
understatement
C
eufemisme
Slide 14 - Quiz
Helaas moest Kees zijn oude hond Willem laten INSLAPEN.
A
hyperbool
B
understatement
C
eufemisme
Slide 15 - Quiz
De bewoners waren ONAANGENAAM VERRAST door de rellen in de wijk.
A
hyperbool
B
understatement
C
eufemisme
Slide 16 - Quiz
Het ongeluk was veroorzaakt door een dame VAN GEVORDERDE LEEFTIJD.
A
hyperbool
B
understatement
C
eufemisme
Slide 17 - Quiz
Wat is een understatement?
Slide 18 - Question ouverte
Wat is een eufemisme?
Slide 19 - Question ouverte
Evaluatie
Heb je de lesdoelen behaald? Hoe weet je dat?
Je weet het verschil tussen figuurlijk en letterlijk;
Je weet wat een overdrijving is;
Je weet wat een understatement is;
Je weet wat een eufemisme is;
Je weet wat spottend is.
Slide 20 - Diapositive
Daltonles
-Maak de opdrachten van Woordenschat. In je planner van It's Learning staat wat je precies moet doen.