begrippen thema 6

begrippen thema 6 
studenten om te controleren of jullie de stof beheersen is het goed om te kijken of je weet wat alle begrippen betekenen. 

LEER BLZ 223, 224, 225,  226, 227, 228!
1 / 23
suivant
Slide 1: Diapositive

Cette leçon contient 23 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

Éléments de cette leçon

begrippen thema 6 
studenten om te controleren of jullie de stof beheersen is het goed om te kijken of je weet wat alle begrippen betekenen. 

LEER BLZ 223, 224, 225,  226, 227, 228!

Slide 1 - Diapositive

SAMENVATTING
dames en heren, 
zonder dat jullie hier nerveus van moeten worden heb ik een toets gemaakt voor jullie. Deze moet jullie inzicht geven betreft het beheersen van de toetsstof en dus geen belemmering vormen.

Slide 2 - Diapositive

Hoeveel liter bloed hebben een volwassenen gemiddeld?
A
1
B
3
C
5
D
7

Slide 3 - Quiz

Waar of niet waar.
Het hart is een spier
A
Waar
B
Niet waar

Slide 4 - Quiz

welke kant van het hart en de bloedsomloop is zuurstofrijk?
A
Links
B
Rechts
C
geen van beide

Slide 5 - Quiz

Waar of niet waar.
De longslagader bevat zuurstofrijk bloed.
A
waar
B
niet waar

Slide 6 - Quiz

Hoe verloopt de grote bloedsomloop?
A
Hart - longen - hart
B
Hart - lichaam - hart
C
Hart - longen - lichaam
D
longen - hart - lichaam

Slide 7 - Quiz

Hoe verloopt de kleine bloedsomloop?
A
Hart - longen - hart
B
Hart - lichaam - hart
C
Hart - longen - lichaam
D
longen - hart - lichaam

Slide 8 - Quiz

een gezond aantal hartslagen per minuut ligt tussen de...
A
40-70
B
50-80
C
60-90
D
70-100

Slide 9 - Quiz

wat is een trombose?

Slide 10 - Question ouverte

wat betekent hypertensie

Slide 11 - Question ouverte

hierna komt een sleepvraag. 
Sleep de juiste uitleg het juiste begrip.

Slide 12 - Diapositive

Aambeien
bronchiën 
grote bloedsomloop
insuline
perifeer zenuwstelsel
vrije suikers
amyotrofe laterale sclerose 
Aorta 
appendix
centraal zenuwstelsel
gezwollen weefsel met bloedvaten in het laatste deel van de dikke darm en in de anus
ALS aandoening van de zenuwcellen die de spieren aansturen.
zuurstofrijk bloed wordt ververvoert hart - lichaam - hart 
aan eten en drinken toegevoegde suikers
twee takken waarin de luchtpijp zich vertakt. 
een hormoon dat het glucosegehalte in het bloed regelt 
Deel van het zenuwstelsel dat buiten het 
centrale zenuwstelsel ligt
stelsel dat bestaat uit de hersenen en het ruggenmerg
wordvormig aanhangsel aan de onderzijde van de blinde darm 
grote lichaamsslagader

Slide 13 - Question de remorquage

Leg uit wat aderverkalking is
timer
0:45

Slide 14 - Question ouverte

Leg uit wat afasie is
timer
0:45

Slide 15 - Question ouverte

Leg uit wat anorexia nervosa is
timer
0:45

Slide 16 - Question ouverte

wat is artrose?
A
ontsteking appendix
B
ontsteking luchtwegen
C
slijtage van het kraakbeen van een gewricht.
D
slijtage van een bot

Slide 17 - Quiz

Wat is astma?
A
chronische aandoening aan de luchtwegen
B
chronische aandoening aan het hart
C
chronische aandoening aan het spijsverteringskanaal

Slide 18 - Quiz

wat een is blindedarm ontsteking?
A
Een ontsteking van de blindedarm.
B
een ontsteking van de appendix
C
een ontsteking van de dikke darm

Slide 19 - Quiz

leg uit wat boulimia nervosa is

Slide 20 - Question ouverte

hierna komt een sleepvraag. 
Sleep de juiste uitleg het juiste begrip.

Slide 21 - Diapositive

chronische reuma
colitis ulcerosa 
COPD
Embolie
Fantoompijn 
hartfrequentie 
Hartfalen
Hyper 
Hypo
Diabetes type 1
diabetes type 2
Hartinfarct
chronisch ontstoken gewrichten
Lage bloedsuiker
ontsteking dikke darm
bloedstolsel dat meegevoerd wordt met het bloed
afsterven gedeelte hartspier door volledige afsluiting van een kransslagader
Pompfunctie van hart schiet tekort 
alvleesklier maakt te weinig insuline
hoge bloedsuiker
alvleesklier maakt niet tot nauwelijks insuline
aantal hartslagen per minuut
verzamelnaam voor longaandoeningen
pijn veroorzaakt door zenuwprikkels in de stomp 

Slide 22 - Question de remorquage

Leg de kleine bloedomloop uit

Slide 23 - Question ouverte