Cette leçon contient 22 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 2 vidéos.
La durée de la leçon est: 45 min
Éléments de cette leçon
De industriële samenleving
van Nederland
De eerste fabrieken
Slide 1 - Diapositive
Leerdoel
Aan het eind van deze presentatie kun je herkennen en uitleggen op welke manier de industrialisatie in Nederland begon.
Slide 2 - Diapositive
Wat weet jij eigenlijk nog van de Industriële Revolutie?
Slide 3 - Carte mentale
Industriële Revolutie
De overgang van kleinschalige handmatige productie naar grootschalige machinale productie
Tussen 1750-1900 begonnen in Engeland (als gevolg van de bevolkingsgroei)
Belangrijke uitvindingen: Spinning Jenny, de schietspoel en de stoommachine
Slide 4 - Diapositive
van kleinschalige handmatige productie...
... naar grootschalige machinale productie
Slide 5 - Diapositive
Nederland industrialiseert laat (1)
Pas vanaf 1870
Handel blijft voor veel investeerders belangrijk: weinig vertrouwen in de industrie
Industrie staat in BelgieI
Geen geschikte grondstoffen voor industrie
Op de afbeelding: papier maken rond 1800 en rond 1870
Slide 6 - Diapositive
Nederland industrialiseert laat (2)
Verenigd Koninkrijk der Nederlanden: Belgie + Nederland
1830 Belgie in opstand
1839 Willem I erkent onafhankelijkheid Belgie
Twente werd het industriele ontwikkelgebied (textiel)
Slide 7 - Diapositive
Nederland industrialiseert laat (3)
Ontwikkeling infrastructuur
1839 1e Nederlandse spoorweg (A'dam Haarlem)
Protectionisme: landen beschermen hun eigen producten door producten uit andere landen (heel) duur te maken
Vanaf 1860 ook in Nederland meer fabrieken
Slide 8 - Diapositive
Nederland industrialiseert...toch
Vanaf 1860 steeds meer fabrieken
Liberalen aan de macht: meer economische vrijheid
Willem I wil van Nederland een modern land maken met goede infrastructuur en industrie
Voldoende arbeidskrachten
Slide 9 - Diapositive
Arbeidsomstandigheden
Saai en eentonig werk door arbeidsdeling en lopende band)
Lange werkdagen (14 uur per dag)
Vaak gevaarlijk en vies werk.
De arbeiders hebben amper rechten.
Lage lonen (bij fouten wordt loon inhouden)
Het hele gezin moet werken.
DE ARBEIDERS VERENIGEN ZICH IN VAKBONDEN
Slide 10 - Diapositive
Slide 11 - Vidéo
Welk begrip hoort bij deze betekenis: Periode van grote en snelle verandering in West-Europa door de komst van industrie; deze periode duurde van 1760 tot 1850.
A
Industrialisatie
B
Kapitalisme
C
Industriële revolutie
D
Monarchie
Slide 12 - Quiz
Wat is industrialisatie?
A
Een periode van grote en snelle verandering door de komst van industrie.
B
Het ontstaan van industrie (fabrieken) in een gebied waar eerst vooral landbouw was.
C
Een speciale dans.
D
Mensen die in fabrieken werken.
Slide 13 - Quiz
Wat is een van de belangrijkste uitvindingen van de revolutie?
A
stoommachine
B
ploeg
C
straatverlichting
D
dienstensector
Slide 14 - Quiz
In welk land begon de Industriële revolutie?
A
Frankrijk
B
Engeland
C
Nederland
D
Duitsland
Slide 15 - Quiz
Rond 1800 werkten de meeste mensen in Nederland in de:
A
landbouw
B
handel
C
industrie
D
diensten
Slide 16 - Quiz
Door welke uitvinding konden de mensen, rond 1740, sneller weven?
A
De uitvinding van de stoommachine
B
De uitvinding van de Spinning Jenny
C
De uitvinding van de schietspoel
D
De uitvinding van het weefgetouw
Slide 17 - Quiz
In welke beroepen begon de Industriele revolutie?
A
Handel en Nijverheid
B
Handel en Landbouw
C
Landbouw en textiel
D
Textiel en handel
Slide 18 - Quiz
Door welke uitvinding konden de mensen, rond 1760 sneller spinnen?
A
De uitvinding van de stoommachine
B
De uitvinding van de Spinning Jenny
C
De uitvinding van de schietspoel
D
De uitvinding van het spinnewiel
Slide 19 - Quiz
Slide 20 - Vidéo
Schrijf 3 dingen op die je deze les hebt geleerd.
Slide 21 - Question ouverte
Stel 1 vraag over iets dat je nog niet zo goed hebt begrepen.