Cette leçon contient 40 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 8 vidéos.
La durée de la leçon est: 45 min
Éléments de cette leçon
Burgerschap: Verslavingen
Slide 1 - Diapositive
Waar gaat de les over?
Leefstijl
Genotmiddelen
Verslavingen
Wat doet de overheid?
Gedoogbeleid
Drugs
Hoe voorkom je verslavingen?
Slide 2 - Diapositive
Leerdoelen
De student heeft inzicht in zijn eigen leefstijl in combinatie met zijn gezondheid.
De student kan verschillende verslavingen noemen.
De student kan uitleggen welke invloed verslavingen kunnen hebben op zijn gezondheid.
De student weet hoe hij een verslaving kan voorkomen.
Slide 3 - Diapositive
Hoe gezond leef jij?
Slide 4 - Carte mentale
Slide 5 - Vidéo
Slide 6 - Vidéo
Wat zou jij nu concreet kunnen doen om je leefstijl te verbeteren/aan te passen?
Slide 7 - Question ouverte
Wat is een genotmiddel?
Van genotmiddelen kun je genieten, daarom: genotmiddelen.
Genotmiddelen worden door bijna iedereen gebruikt.
.
Slide 8 - Diapositive
Noem minimaal 2 genotmiddelen
Slide 9 - Question ouverte
Waarom gebruik je genotmiddelen?
Lekker gevoel, stimulerende werking
Gewoonte
Gebruik zonder erbij na te denken
Stoppen is heel moeilijk
Geestelijk afhankelijk
Lichamelijk afhankelijk
Slide 10 - Diapositive
Verslavingen
Slide 11 - Diapositive
Wat is verslaving?
Een verslaving is het niet meer zonder een bepaald middel kunnen of niet kunnen stoppen met een bepaald gedrag.
Slide 12 - Diapositive
Slide 13 - Vidéo
Welke verslavingen ken je?
Slide 14 - Carte mentale
Hoeveel mensen overlijden er in NL jaarlijks gemiddeld aan: 1) Verkeersongevallen 2) Alcohol 3) Medische fouten 4) Roken, vapen of aan roken en vapen gerelateerde ziekte 5) Overdosis 6) Bedrijfsongeval
Slide 15 - Question ouverte
Slide 16 - Diapositive
Denk jij dat je te veel of te weinig suiker op een dag eet?
A
Te weinig
B
Te veel
C
Precies goed
D
Veel te veel
Slide 17 - Quiz
Slide 18 - Vidéo
Slide 19 - Vidéo
Roken
Kopen van tabak is verboden voor mensen onder de 18 jaar.
Nicotine is zeer verslavend.
Roken is niet alleen schadelijk voor jezelf, maar ook voor je omgeving.
Slide 20 - Diapositive
Roken onder jongeren
Slide 21 - Diapositive
Slide 22 - Vidéo
Slide 23 - Vidéo
Alchohol
Gebruik: Toegestaan voor mensen van 18 jaar en ouder.
Risico’s:
Als je alcohol op hebt, denk je minder na over de dingen die je doet.
Schadelijk voor de hersenen.
Verslavend.
Slide 24 - Diapositive
Slide 25 - Vidéo
Hoeveel glazen alcohol drink je door de week?
Slide 26 - Question ouverte
Hoeveel glazen alcohol drink je in het weekend?
Slide 27 - Question ouverte
Hoeveel glazen alcohol per weekend leveren blijvende schade op?
Slide 28 - Question ouverte
Comazuipen?
In korte tijd zoveel drinken dat je onder invloed raakt.
Je loopt het risico op alchoholvergiftiging.
De concentratie alcohol in je bloed is zo hoog dat je bewusteloos raakt of in coma. Bij: 20 glazen in een paar uur.
Slide 29 - Diapositive
Hoe zit het dan met drugs?
Onderscheid tussen soft en harddrugs.
Bepaalde drugs zijn gedoogd.
Slide 30 - Diapositive
Hoeveel drugs mag je bezitten?
Maximaal 5 wietplanten
5 gram softdrugs
1/2 gram harddrugs
1 XTC pil
5 ml GHB
Slide 31 - Diapositive
Stelling: Softdrugs moet legaal worden in Nederland
A
Eens
B
Oneens
Slide 32 - Quiz
Gedoogbeleid
Hoe zit het met coffeeshops?
Zij mogen onder strenge voorwaarden wiet & hasj verkopen.
Daarvoor worden zij niet strafrechtelijk vervolgd.
Slide 33 - Diapositive
Wat zijn de gevolgen van softdrugs voor de samenleving?
Slide 34 - Carte mentale
Wat hebben we vorige week gedaan?
Vandaag vervolg van verslavingen:
Roken
Alcohol
Drugs
Slide 35 - Diapositive
Opdracht 2 aan 2
Kies een drug en beantwoord de volgende vragen:
Hoe ziet het eruit?
Hoe gebruik je het?
Wat zijn de gevolgen ervan?
Hoe verslavend is de drug?
Wat is het gevaar?
Slide 36 - Diapositive
Wat heb je in deze les geleerd?
Over drugs: welke vragen heb je daarover en zou je graag beantwoord willen zien?
Slide 37 - Diapositive
Wat weten wij nu?
Slide 38 - Diapositive
Slide 39 - Diapositive
Opdracht:
Denk je dat je gezond eet?
Beschrijf op welke tijdstippen je suikerrijke voeding eet.