3.6 Romeinen, Joden en Christenen les 5

• Geschiedenis
• Middelbare school
• havo, vwo
• Leerjaar 1

Het Romeinse Rijk

6. Het christendom

Terugblik vorige les

Wat betekent de
titel 'Augustus'

1. De verhevene
2. Dictator voor het leven
3. Keizer van het Romeinse rijk
4. Redder van de Republiek

Julius Caesar was de eerste
keizer van het Romeinse Rijk

1. Waar
2. Niet waar

Wat is de juiste volgorde over het
bestuur van het Romeinse Rijk?

1. koninkrijk-republiek-keizerrijk
2. republiek-keizerrijk-koninkrijk
3. keizerrijk-koninkrijk-republiek
4. koninkrijk-keizerrijk-republiek

Hoe zit het bestuur tijdens de Republiek in elkaar?

2 consuls

Senaat met 300 leden

10 Volkstribunen 

alle mannen met burgerrecht in de volksvergadering

vetorecht

legeraanvoerder

Hoogste bestuurder

Geven advies

stemmen

Het Romeinse Rijk

6. Het christendom

Koninkrijk?

De stadstaat Rome is ooit een koninkrijk geweest,

hoewel daar erg weinig over bekend is.

En of het verhaal van Romulus en Remus waar is....?

In 117 na Christus was het Romeinse Rijk op zijn grootst. 

In 63 v. Chr. veroverden de Romeinen de streek Palestina. Hier woonden vooral joden. Zij geloven in één god. Dit heet: monotheïsme (monos=enkel, theos=god).

De joden geloofden dat een verlosser hen zou bevrijden van al het kwaad, dus misschien ook wel van de Romeinen.

Romeinen geloven in meerdere goden. Dit heet: polytheïsme (poly=meer, theos=god). Overwonnen volken mogen hun eigen goden houden, zolang ze de belangrijkste Romeinse goden ook vereren. De Romeinen nemen op hun beurt ook weer Goden van andere volken over.

Waarom hadden de Romeinen zoveel verschillende goden?

Tegenwoordig zijn de drie grootste godsdiensten ter wereld allemaal monotheïstisch. Welke drie zijn dat?

Het Jodendom 

Het Jodendom is tweeduizend jaar voor christus ontstaan

Zij geloven in één God, de eerste monotheïstische godsdienst

In het heilige boek, de Tenach, staat dat er een Messias zal komen 

Christendom

Jezus van Nazareth

• werd in het jaar 1 v. Chr. geboren
• Vertelde aan de mensen dat ze menslievend, verdraagzaam, vergevingsgezind, vrijgevig en eenvoudig moesten zijn.
• Hij vertelde ook over de hemel.
  

Het christendom

• Sommige Joodse leiders vonden Jezus een onruststoker: bedreiging voor hun positie.
  

Het christendom

• Ze klaagden over Jezus bij de Romeinse gouverneur Pontius Pilatus.
• Jezus werd gearresteerd en werd in het jaar 30 gekruisigd.
  

Het christendom

• De volgers van Jezus besloten om zijn verhaal te gaan vertellen in de wereld en zij vonden dat hij de verlosser/messias was waar ze op gewacht hadden
• Christenen reisden door het Romeinse rijk om over hun geloof te vertellen.
• Vooral bij de armen sloeg de boodschap van Jezus aan: uitzicht op een beter leven na de dood.
  
• Iedereen is gelijk!
• Zo ontstond het Christendom

Romeinen en het christendom

• In het begin zagen de Romeinse bestuurders de christenen als een ongevaarlijke Joodse groep.
• Dit veranderde toen steeds meer mensen zich bekeerden.
• Daarbij weigerden christenen om de Romeinse keizer als god te vereren.
• Het christendom werd verboden en de christenen vervolgd.
  
• Het werd gevaarlijk om christen te zijn!

Wat betekent dit symbool?

Christenvervolging

Maar christen zijn in het Romeinse Rijk is levensgevaarlijk! 

Net als het Jodendom geloven de christenen maar in één god, 

en dat is niet de Romeinse keizer!

De Romeinse keizers laten daarom de christenen vervolgen en doden...

Om voor elkaar (maar niet voor de Romeinen!) herkenbaar te zijn, gebruikten christenen symbolen. Zo tekenden ze bijvoorbeeld een ichthus (vis) in het zand om hun geloof aan andere christenen kenbaar te maken. Als er dan een Romein in de buurt was, konden ze het symbool weer eenvoudig wissen.

Hoewel de naam ichthus, vis betekent, is het ook een afkorting van de eerste letters van: Jezus Christus, Gods zoon, (en / de) Redder, in het Grieks.

•  ἰ        Jezus

• χ        Christus

• θ        Zoon van

• ύ        God

• ς         Onze redder

• ICHTHUS = VIS

Vervolgingen

• Onder keizer Nero begonnen (54 - 68).
• Christenen werden gekruisigd, verbrand en voor de leeuwen gegooid.
  

Vervolgingen

• Het aantal christenen nam toch toe.
• Keizer Constantijn stopte in 313 met de vervolgingen.
• Het christendom was weer toegestaan.
  

Keizer Constantijn

• Liet kerken bouwen.
• Benoemde christenen in bestuursfuncties.
• Ging zelf ook als christen leven.
• Na zijn dood werd het christendom steeds belangrijker.
• Eind 4e eeuw verklaarde keizer Theodosius het christendom tot staatsgodsdienst: christendom was verplicht en andere geloven verboden.
  

Wat is een monotheïstisch geloof?

1. Een geloof in één god
2. Het geloof in meerdere goden.

Wat is een voorbeeld van een monotheïstisch geloof?

1. Jodendom
2. Christendom
3. Islam
4. alle drie de antwoorden zijn juist

Welke stelling over de drie wereldgodsdiensten klopt?

1. Het jodendom is het oudste geloof
2. Het christendom is het jongste geloof
3. De Islam is een polytheïstische godsdienst
4. Het christendom is ontstaan uit het islamitisch geloof

Sleep het geloof naar de juiste plaats

MONOTHEÏSME

POLYTHEÏSME

Welke zin past niet bij christenen?

1. Jezus Christus
2. christendom
3. leven volgens Gods regels
4. keizer vereren

Waarom wilden veel mensen wel Christelijk worden?

1. Het was een geloof met veel mooie verhalen
2. Het was een geloof voor iedereen. Ook arme mensen
3. Als je Christelijk werd betaalde je minder belasting
4. 1 God is lekker makkelijk met bidden

Wie veroordeelde Jezus tot kruisiging?

1. Constantijn
2. Julias Ceasar
3. Nero
4. Pontius Pilatus

Welke Romeinse keizer liet de christenen heftig vervolgen?

1. Theodosius
2. Constantijn
3. Nero
4. Augustus

Keizer Nero en de christenen

1. Hij zette alle christenen gevangen
2. Gebruikte ze als tuinverlichting
3. Moesten als slaaf werken in zijn paleis
4. Hij stuurde alle christenen terug naar Israël

In 313 gaf keizer Constantijn de christenen godsdienstvrijheid.

1. waar
2. niet waar

volgende week repetitie 

leren hoofdstuk 3: imperium Romanum

3.2 t/m 3.4 en 3.6

3.8: afsluiting

• je moet de twee kenmerkende aspecten kennen.
• je moet de namen van het tijdvak kennen en de jaartallen
• je moet de tijdlijn kennen van de Romeinen

Nu doen

1. Maken de opdrachten in Learnbeat bij 3.5 1 t/m 11
2. leren voor de toets