Toerisme/vakantie
1 / 17
La durée de la leçon est: 45 minÉléments de cette leçon
Slide 1 - Diapositive
Slide 2 - Diapositive
Slide 3 - Diapositive
Wat is een voorbeeld van recreatie?
A
Werken
B
Slapen
C
Xboxen thuis
D
Naar de bioscoop
Slide 4 - Quiz
Recreatie is:
A
Alles wat met vakanties te maken heeft
B
Hetzelfde als toerisme
C
Iets wat je in je vrije tijd doet, als ontspanning
D
Entertainment buiten tv om
Slide 5 - Quiz
Slide 6 - Diapositive
Slide 7 - Diapositive
Je gaat 4 nachten naar Parijs.
Is dit een lange of een korte vakantie?
Is dit een lange of een korte vakantie?
A
Lang
B
Kort
Slide 8 - Quiz
Je gaat op vakantie naar Dubai.
Is het slimmer om in de juli of om in december te gaan?
Is het slimmer om in de juli of om in december te gaan?
A
Juli
B
December
Slide 9 - Quiz
De familie Vermeulen wil in januari Australië bezoeken.
In welk seizoen en op welk halfrond komen zij aan?
In welk seizoen en op welk halfrond komen zij aan?
A
tijdens de winter op het noordelijk halfrond
B
tijdens de winter op het oostelijk halfrond
C
tijdens de zomer op het westelijk halfrond
D
tijdens de zomer op het zuidelijk halfrond
Slide 10 - Quiz
De meeste mensen die in Europa op vakantie gaan, gaan met ...
A
Het vliegtuig
B
De auto
C
De bus
D
De trein
