Cette leçon contient 23 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.
Éléments de cette leçon
Formatieve Toets
GHZ
G1BON 4-7-2022
Slide 1 - Diapositive
Een ernstig verstandelijk beperkte heeft een IQ van?
A
20 tot 35
B
35 tot 50
C
0 tot 20
D
50-70
Slide 2 - Quiz
Noem 2 postnatale oorzaken die een beperking kunnen veroorzaken
A
Hersenbloeding
B
Mishandeling (van het kind)
C
Alcohol drinken tijdens zwangerschap
D
Zwangerschapsvergiftiging
Slide 3 - Quiz
Niet aangeboren hersenletsel wordt onderverdeeld in traumatisch hersenletsel en niet traumatisch hersenletsel. Hoe ontstaat niet-traumatisch hersenletsel?
A
oorzaak ligt buiten het lichaam
B
door een proces in het lichaam
C
er is geen duidelijke oorzaak
Slide 4 - Quiz
Wat is de oorzaak van ASS?
A
Niet bekend
B
Trauma
C
ziekte van het zenuwstelsel
D
Genetisch bepaald
Slide 5 - Quiz
Tijdbesef zie je bij de......... ervaringsfase
A
Lichaamsgebonden
B
Associatieve
C
Structurerende
D
vormgevende
Slide 6 - Quiz
Wat kunnen oorzaken zijn van probleemgedrag?
A
Lichamelijke oorzaken
B
Omgevingsfactoren
C
Leeftijdsfase
D
Alle bovenstaande antwoorden zijn juist
Slide 7 - Quiz
Automutilatie is een voorbeeld van probleemgedrag
Waar
Niet waar
Slide 8 - Sondage
Stress en weinig slaap kan leiden tot het ontwikkelen van epilepsie.
A
Waar
B
Niet waar
Slide 9 - Quiz
Wat wordt er bedoeld met 'mentale leeftijd'
A
Kalender leeftijd
B
het verstandelijk vermogen
C
leeftijd zoals je je voelt
Slide 10 - Quiz
Noem twee prenatale oorzaken die een beperkingen kunnen veroorzaken
A
Fout in chromosomen
B
Hersenbloeding door teveel druk op hoofd bij bevalling
C
Zwangerschapsvergiftiging
D
Zuurstoftekort
Slide 11 - Quiz
Hoeveel ervaringsfases zijn er?
A
2
B
4
C
5
D
10
Slide 12 - Quiz
Lichaamsgebonden ervaringsfase hoort bij
A
zeer ernstig verstandelijk beperkt
B
matig verstandelijk beperkt
C
licht verstandelijk beperkt
Slide 13 - Quiz
Wat is een visuele beperking?
A
Niet (goed) kunnen horen
B
Niet (goed) kunnen zien
C
Moeite met verbaal communiceren
Slide 14 - Quiz
Wonen in de samenleving, is een vorm van:
A
Normalisatie
B
Integratie
C
Separatie
D
Insluiting
Slide 15 - Quiz
Centrale coherentie, executieve functies en Theory of Mind horen bij:
A
PTSS
B
ASS
C
Down syndroom
Slide 16 - Quiz
Noem een aantal sterke eigenschappen die iemand kan hebben met ASS
Slide 17 - Question ouverte
Het Prader-Willy syndroom is een erfelijke aandoening, kenmerkend voor deze aandoening is:
A
Geleidelijk lichamelijke achteruitgang
B
Huilbuien
C
Onbedwingbare eetlust
D
Ondergewicht
Slide 18 - Quiz
Iemand met een vorm van ASS ondervindt vaak problemen op het gebied van 'de executieve functies', wat wordt hieronder verstaan?
A
Praktische uitvoering van handelingen
B
Functies om te kunnen plannen, organiseren.
C
Functies die iets zeggen over de intelligentie
D
Functies die helpen bij het communiceren
Slide 19 - Quiz
Schade aan het kind door alcoholgebruik tijdens de zwangerschap. De oorzaak is dan....
A
Postnataal
B
Perinataal
C
Prenataal
Slide 20 - Quiz
Mensen met het syndroom van Down hebben een chromosoom: