Cette leçon contient 23 diapositives, avec quiz interactifs.
La durée de la leçon est: 30 min
Éléments de cette leçon
Militarisme
Bondgenoot-schappen
Wapenwedloop
Nationalisme
Slide 1 - Question de remorquage
Wat was de aanleiding (indirecte oorzaak) van de Eerste Wereldoorlog?
A
De wapenwedloop
B
De moord op Frans Ferdinand
C
Bondgenootschappen
D
Militarisme
Slide 2 - Quiz
Noem twee redenen waardoor de Eerste Wereldoorlog zo veel dodelijker was dan de voorgaande oorlogen:
Slide 3 - Question ouverte
Geallieerden
Centralen
Bondgenoten in 1914
Sleep het juiste land naar het juiste bondgenootschap
Duitsland
Rusland
Het Ottomaanse Rijk
Frankrijk
Groot-Britannie
Oostenrijk-Hongarije
Slide 4 - Question de remorquage
Hoort de foto bij het begin of bij het eind van de Eerste Wereldoorlog? Verklaar je antwoord met behulp van de foto.
Slide 5 - Question ouverte
Wat was voor de Verenigde Staten een belangrijke reden om zich tijdens de Eerste Wereldoorlog aan te sluiten bij de Geallieerden?
A
de dreigende nederlaag van Frankrijk en Nederland in de oorlog
B
de moord op kroonprins Frans Ferdinand van Oostenrijk-Hongarije
C
het aftreden van de tsaar na het uitbreken van de revolutie in Rusland
D
het beginnen van een onbeperkte duikbotenoorlog door Duitsland
Slide 6 - Quiz
Waarvan is de foto hiernaast een gevolg?
A
van de aanleg van de Dodendraad
B
Van de Russische revolutie
C
van de handelsbellemeringen
D
Van de Duitse inval in België
Slide 7 - Quiz
1919
1914
1917
Slide 8 - Question de remorquage
Wat hield het Von Schlieffenplan in?
Slide 9 - Question ouverte
Waar was het westfront tijdens de Eerste Wereldoorlog?
Slide 10 - Question de remorquage
Sleep het juiste jaartal naar de juiste kaart
1914
1919
Slide 11 - Question de remorquage
1914
1917
1918
1919
Rusland sluit wapenstilstand met Duitsland
Het Verdrag van Versailles wordt getekend
De Eerste Wereldoorlog is voorbij
De Eerste Wereldoorlog breekt uit
Slide 12 - Question de remorquage
Nationalisme is:
A
Een eigen staat voor je land willen.
B
Een grote liefde hebben voor je eigen volk en cultuur.
C
Een leger hebben om je eigen volk te verdedigen.
D
Niet zwakker willen zijn dan andere volken.
Slide 13 - Quiz
Wat is militarisme?
A
Trots zijn op alles wat met het leger te maken heeft.
B
Trots zijn op je eigen land/volk.
C
Extreme haat vertonen tegenover het leger van een ander land.
D
Het hebben van heel veel soldaten in een land.
Slide 14 - Quiz
Wat is geen oorzaak voor de Russische Revolutie?
A
Mensen hadden veel honger en waren arm.
B
Mensen waren tegen de adel en Tsaar.
C
Er waren veel slachtoffers gevallen in de Eerste Wereldoorlog.
D
De communisten kwamen aan de macht.
Slide 15 - Quiz
Wat is modern imperialisme?
A
Koloniën die onafhankelijkheid wilden
B
Het onafhankelijk worden van veel koloniën
C
Europese landen wilden zoveel mogelijk kolonies in Afrika en Azië
D
Europese landen wilden zoveel mogelijk grondstoffen
Slide 16 - Quiz
Wanneer was de Russische revolutie?
A
1914
B
1916
C
1917
D
1919
Slide 17 - Quiz
Wapenwedloop is?
A
Een soort wedstrijd om de sterkste en meeste bewapening.
B
meedoen met het leger.
C
Marathon wedstrijd, om te kijken wie het verste komt met zijn wapen
D
verheerlijking van het leger.
Slide 18 - Quiz
Wat is propaganda?
Slide 19 - Question ouverte
Waarom werden er loopgraven gegraven ?
Slide 20 - Question ouverte
De Eerste Wereldoorlog was een totale oorlog. Leg aan de hand van twee voorbeelden uit wat dat precies betekent.
Slide 21 - Question ouverte
Noem twee bepalingen uit het Verdrag van Versailles
Slide 22 - Question ouverte
Na de Eerste Wereldoorlog werd de Volkerenbond opgericht. Wat was het doel van deze organisatie en was het succesvol? Leg je antwoord uit met een historische gebeurtenis.