Les 10

Didactiek
1 / 18
suivant
Slide 1: Diapositive
WelzijnMBOStudiejaar 1

Cette leçon contient 18 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 120 min

Éléments de cette leçon

Didactiek

Slide 1 - Diapositive

Welke 3 elementen heten samen 'de opstelling'?
A
Tijd , materiaal en lesgever
B
Materiaal, sb deelnemers en tijd
C
Sb-deelnemers, lesgever en tijd
D
Lesgever, materiaal en sb-deelnemers

Slide 2 - Quiz

Een open planning zie je vaak bij,
A
de wedstrijdsport
B
de recreatiesport
C
theorielessen
D
topsport

Slide 3 - Quiz

Wat zijn de functies van een goede planning?
A
Steunfunctie, verantwoordingsfunctie, afstemmingsfunctie
B
Verantwoordingsfunctie, vernieuwingsfunctie, afstemmingsfunctie
C
Afstemmingsfunctie, steunfunctie, inhoudsfunctie
D
steunfunctie, vernieuwingsfunctie, inhoudsfunctie

Slide 4 - Quiz

Een lessenreeks van 4 lessen volleybalaanval achter elkaar noem je een
A
Een themaplan
B
Een themavak
C
Een themaserie
D
Een themareeks

Slide 5 - Quiz

Wat is het verschil tussen een lesintroductie en een lesinleiding?

Slide 6 - Question ouverte

Waar denk je aan bij het hoofdstuk organisatie?

Slide 7 - Carte mentale

Waar denk je aan bij het hoofdstuk planning en lesopbouw?

Slide 8 - Carte mentale

Waar denk je aan bij het hoofdstuk bewegingsvormen?

Slide 9 - Carte mentale

Bewegingsvormen
Die activiteiten die de lesgever de sporters laat uitvoeren om de geplande doelstelling(en) te halen


Slide 10 - Diapositive

Wat zijn de functies van bewegingsvormen?
  • Bewegingsvormen gericht op ontspanning en recreatie
  • Bewegingsvormen gericht op maatschappelijke activering
  • Bewegingsvormen gericht op sporttechniek en sporttactiek
  • Bewegingsvormen gericht op stimulering van bewegingsvaardigheden 

Slide 11 - Diapositive

Geef een voorbeeld van bewegingsvormen gericht op ontspanning en recreatie

Slide 12 - Carte mentale

Geef een voorbeeld van bewegingsvormen gericht op sporttechniek en sporttactiek

Slide 13 - Carte mentale

Wat zijn de functies van bewegingsvormen?
  • Bewegingsvormen gericht op ontspanning en recreatie
    Inspelen en daarna een wedstrijd spelen
  • Bewegingsvormen gericht op maatschappelijke activering
    Spelinstuif voor kinderen
  • Bewegingsvormen gericht op sporttechniek en sporttactiek
    Aanleren van een techniek of tactiek
  • Bewegingsvormen gericht op stimulering van bewegingsvaardigheden 
    Sporten voor mensen met een beperking

Slide 14 - Diapositive

Plaats in het didactisch model

Slide 15 - Diapositive

Didactisch model


  • Aansluiten bij de beginsituatie
Zijn de bewegingsvormen mogelijk voor: De groep, individu, de lesgever, de randvoorwaarden
  • Bijdragen aan het halen van je doel
Ze moeten niet alleen leuk zijn, maar leren ze er ook van?
  • Gebaseerd zijn op evaluatie
Afhankelijk van de evaluatie pas je je bewegingsvorm voor de volgende les aan.

Slide 16 - Diapositive

Eisen waaraan een bewegingsvorm  moet voldoen
  • Veilig zijn
  •  Betekenisvol
  • Voldoende belevingswaarde en afwisseling
  • Intensief
  • Differentiatie
  • Methodisch goed opgebouwd

Slide 17 - Diapositive

Maken opdracht 1 t/m 6

Slide 18 - Diapositive