Herhalingsles thema 5: zintuigen (B)
1 / 15
La durée de la leçon est: 45 minÉléments de cette leçon
Slide 1 - Diapositive
In welk onderdeel van het oog zitten de zintuigcellen?
A
Lens
B
Vaatvlies
C
Netvlies
D
Glasachtig lichaam
Slide 2 - Quiz
Waar liggen pijnpunten?
A
In het hele lichaam
B
In de opperhuid
C
In de lederhuid
D
In de bloedvaten
Slide 3 - Quiz
In welk onderdeel van het oog liggen de bloedvaten?
A
Hoornvlies
B
Netvlies
C
Glasachtig lichaam
D
Vaatvlies
Slide 4 - Quiz
Welke prikkel wordt door de zintuigcellen in het oog waargenomen?
Slide 5 - Question ouverte
Welke prikkel wordt door de zintuigcellen in de mond waargenomen?
Slide 6 - Question ouverte
Welke prikkels worden door de zintuigcellen in de huid waargenomen?
Slide 7 - Question ouverte
Welke prikkel wordt door de zintuigcellen in de neus waargenomen?
Slide 8 - Question ouverte
Welke prikkel wordt door de zintuigcellen in het oor waargenomen?
Slide 9 - Question ouverte
Waar liggen de smaakzintuigcellen?
A
In de smaakgroeven
B
In de smaakknopjes
C
In de slijmklieren
D
In de smaakzenuwen
Slide 10 - Quiz
Wat is geen gehoorbeentje?
A
Hamer
B
Aambeeld
C
Slakkenhuis
D
Stijgbeugel
Slide 11 - Quiz
Met welke eenheid wordt geluid aangegeven?
A
Voltage
B
Trillingssnelheid
C
Frequentie
D
Decibel
Slide 12 - Quiz
Waar bevindt zich het evenwichtsorgaan?
A
In de keel
B
Achter de ogen
C
In de hersenen
D
In de oren
Slide 13 - Quiz
Wat gebeurt er met de pupil en iris als er veel licht op het oog valt?
A
De iris en de pupil worden beide kleiner
B
De iris wordt breder en de pupil kleiner
C
De iris en de pupil worden beide groter
D
De iris wordt kleiner en de pupil groter
