TC A2 2.7 hoofdzin met inversie

Wat is een hoofdzin?
1 / 27
suivant
Slide 1: Question ouverte
NT2MBOStudiejaar 2

Cette leçon contient 27 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

Éléments de cette leçon

Wat is een hoofdzin?

Slide 1 - Question ouverte

HOOFDZIN
Het onderwerp en de persoonsvorm staan naast elkaar.
Het werkwoord staat altijd op de tweede plaats.

Ik loop vandaag naar school.
Wij maken het huiswerk in de bibliotheek.

Slide 2 - Diapositive

De hond plast in het huis.

wat is: het onderwerp?
A
het huis
B
plast
C
in
D
de hond

Slide 3 - Quiz

De hond plast in het huis.

wat is: de persoonsvorm?
A
het huis
B
plast
C
de hond
D
in

Slide 4 - Quiz

Slide 5 - Diapositive

De hond moet buiten plassen.

Wat is: de persoonsvorm?


A
moet
B
de hond
C
buiten
D
plassen

Slide 6 - Quiz

De hond moet buiten plassen.

Waarom staat plassen in het meervoud?

Slide 7 - Question ouverte

Slide 8 - Diapositive

Welke woorden moet je nu weten?
Een hoofdzin
Onderwerp
Het 1e werkwoord is de persoonsvorm
Het 2e werkwoord in het meervoud

Slide 9 - Diapositive

hoofdzin met inversie
Esra

Slide 10 - Diapositive

Maak goede zinnen met de woorden

Sleep de woorden in de goede volgorde.
Begin met het rode woord.

HOOFDZINNEN MET INVERSIE !!!!

Slide 11 - Diapositive

mijn ouders
Volgende week
op bezoek
komen

Slide 12 - Question de remorquage

dan in Nederland
In Frankrijk
meer mensen
wonen

Slide 13 - Question de remorquage

hebben
de kinderen
geen les
Op woensdag-middag

Slide 14 - Question de remorquage

niet
we
Vanavond
thuis
zijn

Slide 15 - Question de remorquage

televisie
Na het eten
altijd
kijken
wij 

Slide 16 - Question de remorquage

een afspraak
Om half drie
heb
ik

Slide 17 - Question de remorquage

ik
wil
een grote reis
maken
Volgend jaar

Slide 18 - Question de remorquage

Buiten
erg koud
is
het 

Slide 19 - Question de remorquage

hij
slaapt 
Soms
in de trein

Slide 20 - Question de remorquage

Vanmiddag
blijven
wij
op school

Slide 21 - Question de remorquage

wij
naar mijn familie
Zondag
gaan

Slide 22 - Question de remorquage

Vanmiddag
gaat
solliciteren
Ali 

Slide 23 - Question de remorquage

mis
mijn land
ik 
Elke dag

Slide 24 - Question de remorquage

Op zaterdag
niet 
werk
ik 

Slide 25 - Question de remorquage

een grote tafel
In de woonkamer
staat

Slide 26 - Question de remorquage

Hoe goed kan je nu een zin maken?
(die begint met 'plaats' of 'tijd')
😒🙁😐🙂😃

Slide 27 - Sondage