10.2 Talking about what you're doing - Grammar: irregular verbs

• Engels
• MBO
• Studiejaar 2

Chapter 10 - Exchanging information

10.2 Talking about what you're doing

GOALS

- you know the most important irregular verbs and when to use them 

- you use the present continuous to explain what you are doing

- you practice words and sentences you can use in a formal working environment

Grammar - PowerPoint

Irregular verbs

gaan
(hele werkwoord - verleden tijd - voltooid deelwoord)

doen
(hele werkwoord - verleden tijd - voltooid deelwoord)

schrijven
(hele werkwoord - verleden tijd - voltooid deelwoord)

vangen
(hele werkwoord - verleden tijd - voltooid deelwoord)

worden
(hele werkwoord - verleden tijd - voltooid deelwoord)

NU Engels online 10.2

- do ex. 1 - 2 - gram. 49 - 3 - 5 - extra speaking

- extra: Quizlet chapter 10

quizlet.com