Kunstgeschiedenis - Socialistisch realisme en nationaalsocialisme

Socialistisch realisme

  • 1920 – 1991, Sovjet-Unie

  • Vanaf jaren '20 (als Stalin aan de macht komt) enige geoorloofde kunstvorm in de Sovjet-Unie. 
  • Realistisch in vorm. 
  • Nationalistisch van inhoud.
  • Kunst moet optimistisch en positief zijn.
  • Heldendom.
  • Tot eind van Sovjet-Unie in 1991. 
1 / 19
suivant
Slide 1: Diapositive
KunstMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 4

Cette leçon contient 19 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

Éléments de cette leçon

Socialistisch realisme

  • 1920 – 1991, Sovjet-Unie

  • Vanaf jaren '20 (als Stalin aan de macht komt) enige geoorloofde kunstvorm in de Sovjet-Unie. 
  • Realistisch in vorm. 
  • Nationalistisch van inhoud.
  • Kunst moet optimistisch en positief zijn.
  • Heldendom.
  • Tot eind van Sovjet-Unie in 1991. 

Slide 1 - Diapositive

Welke 2 kunststromingen werden door de Russische overheid ingezet voor propaganda?
A
Nationaalsocialisme en constructivisme
B
Nationaalsocialisme en socialistisch realisme
C
Constructivisme en socialistisch realisme
D
Constructivisme en futurisme

Slide 2 - Quiz

Constructivisme 1917-1927
Te abstract voor gewone volk.

Socialistisch realisme 1920-1991
Meer geschikt om communistische boodschap uit te dragen. 

Slide 3 - Diapositive

  • Figuratief
  • Dagelijks leven
  • Arbeidersleven wordt verheerlijkt.
  • D.m.v. kunst uitdragen hoe het volk zich dient te gedragen.
  • Technologische vooruitgang en welvaart. 
  • Optimisme
  • Rood = communisme
  • Vaak voorzien van tekst om de boodschap te verduidelijken. 

Slide 4 - Diapositive

  • Wereldtentoonstelling 1937 Parijs
  • Hamer (arbeiders) en sikkel (boeren) symbool voor communisme. 
  • Arbeidersleven wordt verheerlijkt: heroïsch en geïdealiseerd. 
  • Grootsheid en heldhaftigheid
  • Na afloop verplaatst naar Moskou. 

Vera Moechina "Arbeider en kolchozboerin" 1937, 25 m hoog

Slide 5 - Diapositive



Welk aspect van de vormgeving symboliseert vooruitgang?

A
De figuren hebben een hamer en een sikkel in de hand.
B
Beide figuren zetten een been naar voren, kijken vooruit en strekken een arm omhoog en vooruit.
C
De figuren dragen kleding die gedragen wordt door arbeiders en boeren.
D
Het beeld staat op een hoge sokkel.

Slide 6 - Quiz


Welk kenmerk van het socialistisch realisme zie je in dit beeld?


A
Verwijzing naar de klassieke oudheid
B
Modernistische vormgeving
C
Uitgevoerd in brons
D
Socialistisch thema

Slide 7 - Quiz

  • Propaganda
  • Kikvors- en vogelvluchtperspectief: nieuwe manier van kijken. 
  • Rooskleurig beeld. 
  • In werkelijkheid slechte omstandigheden:   150.000 dwangarbeiders, waarvan er tienduizenden om het leven kwamen. 
Aleksander Rodchenko: "Fotoreportage over de aanleg van het witte Zeekanaal" 1933

Slide 8 - Diapositive

Kunstenaars verloren: 
  • de vrijheid om hun stijl en onderwerpen te bepalen.
  • hun opdrachtgevers: de rijke elite had onder druk van het communisme geen bezittingen meer.
  • Veel vooruitstrevende kunstenaars vluchten weg uit de Sovjet-Unie. 

Slide 9 - Diapositive

Nationaal socialisme
  • 1933 – 1945, Duitsland

  •  In 1933 komt in Duitsland het nationaal socialisme (nazi’s) aan de macht.

  • Kunst als propagandamiddel.
  • Joseph Goebbels: minister van propaganda, richt Rijkscultuurkamer op. 
  • Om te mogen werken, moet je als   kunstenaar lid zijn van dit instituut.

Slide 10 - Diapositive

  • Hitler komt aan de macht in 1933
  • Hij was een totalitair leider; hij had de macht over ieder aspect van het leven van de Duitsers
  • Radio en film worden optimaal gebruikt als propagandamiddel
  • 'Entartete' kunst is out - neo-classicisme is in. 
  • 1937 "Grosse Deutsche Kunstausstellung"
  • Tentoonstelling in het daarvoor ontworpen “huis van Duitse kunst”.
  • De Nazi's roven door hen goedgekeurde topwerken uit Europese musea. 
  • 1937 "Entartete kunst"
  • Tentoonstelling van 4 maanden 
  • Maken modernistische kunst belachelijk.
  • De Nazi’s nemen duizenden tot tienduizenden kunstwerken in beslag.

Slide 11 - Diapositive

Entartete kunst
  • Als je werk niet aan de door Hitler gestelde eisen voldoet, wordt je kunst ‘entartet’ (ontaard) genoemd.
  • In 1937 tentoonstelling "Entartete kunst".  
  • Kunstwerken worden chaotisch en over elkaar heen gepresenteerd. 
  • 2 miljoen bezoekers.
  • Kunstenaars vluchten
    naar o.a. Amerika.

Tentoonstelling "Entartete kunst" 1937 München

Slide 12 - Diapositive

  • Stijl die voor iedereen te
     begrijpen is. 
  • Nazi-ideologie
  • Gezonde, sterke Arische mannen, zorgzame vrouwen en mensen die gedisciplineerd leven.
  • Heroïsche potretten van de Führer.
  • Neoclassicisme
  • Verwijzingen naar hooggewaardeerde oude Grieken en Romeinen: “Derde Rijk”

Arno Breker "Paraatheid", 1939

Slide 13 - Diapositive

Hitler deed als tiener toelating bij de Weense kunstacademie en de School voor Architectuur, maar werd afgewezen. Hij is zich ook als dictator bezig blijven houden met kunst en architectuur.
Kunst moet gemaakt zijn volgens 
de klassieke regels: neo-classisistisch.

Dit schilderij is door Hitler zelf gemaakt. 

Alles wat daar niet aan voldoet wordt ENTARTETE KUNST genoemd. Dat is Duits voor ONTAARDE KUNST.

Slide 14 - Diapositive


A
Nazi-kunst
B
Entartete kunst

Slide 15 - Quiz

Goede kunst volgens Nazi's
Landschappen, stillevens, portretten en genrestukken waren favoriete thema's in het Derde Rijk. 

Vernieuwing was uit den boze. Kunst moest het verleden verheerlijken en loyaal zijn aan het vaderland.

Slide 16 - Diapositive

Architectuur
  • Hitler had grootse plannen voor de nieuwe hoofdstad van het Derde Rijk "Germania".
  • Hoofdarchitect Albert Speer moest deze plannen verwezenlijken. 
  • Sobere, imposante architectuur. 
  • Machtsvertoon.
  • Klassieke elementen, zoals koepels, zuilen en grote pleinen. 
Albert Speer "Model voor de hoofdstad Germania", 1939

Slide 17 - Diapositive

Duits paviljoen straalt macht uit. Speer wil het paviljoen van de Sovjet-Unie overtreffen. De adelaar met hakenkruis kijkt neer op het Russische paar. 

Slide 18 - Diapositive

Albert Speer "Zeppelin veld", 1933 - 1934

Slide 19 - Diapositive