tussentoets politieke besluitvorming


In een constitutionele monarchie:
A
geeft de grondwet de koning onbeperkte bevoegdheden.
B
bepaalt de koning de inhoud van de grondwet.
C
wordt de politieke macht van de koning door de grondwet beperkt.
D
maakt de koning deel uit van de drie machten van de trias politica.
1 / 15
suivant
Slide 1: Quiz
Middelbare school

Cette leçon contient 15 diapositives, avec quiz interactifs.

Éléments de cette leçon


In een constitutionele monarchie:
A
geeft de grondwet de koning onbeperkte bevoegdheden.
B
bepaalt de koning de inhoud van de grondwet.
C
wordt de politieke macht van de koning door de grondwet beperkt.
D
maakt de koning deel uit van de drie machten van de trias politica.

Slide 1 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Linkse politieke partijen:
A
vinden dat rijke mensen evenveel belasting moeten betalen als arme mensen.
B
willen het verschil tussen arm en rijk vergroten.
C
vinden dat de overheid moet opkomen voor zwakkeren in de samenleving.
D
hechten veel waarde aan het bedrijfsleven.

Slide 2 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Vooraf controleren van de pers
A
Gelijkschakeling
B
Indoctrinatie
C
propaganda
D
censuur

Slide 3 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

De SGP is een voorbeeld van een:
A
christelijke, progressieve partij.
B
christelijke, populistische partij.
C
christelijke one-issuepartij.
D
christelijke, ideologische partij.

Slide 4 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Welke politieke partij hoort bij
Sociaal-democraten | christen-democraten | liberalen
Sociaal-democraten
Christen-democraten
Liberalen

Slide 5 - Question de remorquage

Cet élément n'a pas d'instructions

Passief kiesrecht betekent dat iemand:
A
zich verkiesbaar stelt bij verkiezingen.
B
het partijprogramma samenstelt.
C
op de kandidatenlijst van een partij is geplaatst.
D
op de kandidatenlijst van een partij is geplaatst.

Slide 6 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Hieronder zie je een aantal standpunten van politieke ideologieën:
I. Een eerlijke verdeling van kennis, macht en inkomen is een doel.
II. Mensen zijn verantwoordelijk voor elkaar; de overheid stuurt aan op een daadkrachtig middenveld.
III. De overheid heeft een actieve rol in het behoud van de verzorgingsstaat.
Welke van deze standpunten zijn kenmerkend voor de sociaaldemocratie?
A
Alleen I
B
I en II
C
I en III
D
Alle kenmerken

Slide 7 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

zet op de goede volgorde:
regeerakkoord, informateur, campagne, regering, verkiezingen, zetelverdeling, formatie,

Slide 8 - Question ouverte

campagne
verkiezingen
zetelverdeling
informateur
regeerakkoord
formatie
regering


Zet de zinnen die aan de linkerkant staan in de juiste volgorde.
Er is een nieuwe Tweede Kamer
Partijen sluiten samen een regeerakkoord
Partijen gaan campagne voeren: op straat en via de media.
Mensen stemmen op een politieke partij.
Uitslag van de Tweede Kamerverkiezingen.
Partijen maken een partijprogramma.

Slide 9 - Question de remorquage

Cet élément n'a pas d'instructions

De regering bestaat uit:
A
de koning, de ministers en de staatssecretarissen.
B
de koning en de ministers.
C
de koning, de ministers en de Kamerleden.
D
de ministers en de staatssecretarissen.

Slide 10 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Tijdens verkiezingscampagnes worden lijsttrekkers zorgvuldig bijgestaan door spindoctors. Wat is de rol van deze spindoctors?

Slide 11 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

Hieronder zie je een aantal standpunten van politieke ideologieën:
I. Economische vrijheid is een belangrijke waarde.
II. De overheid beperkt zich tot enkele kerntaken, zoals justitie en onderwijs.
III. Te veel persoonlijke vrijheid leidt tot onrechtvaardigheid.
Welke van deze standpunten zijn kenmerkend voor het liberalisme?
A
Alleen I
B
I en II
C
I en III
D
Alle kenmerken

Slide 12 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Noem een verschil tussen een actiegroep en een politieke partij

Slide 13 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

Bij welk soort partij past de uitdrukking ‘de stem van het volk’ het best?
A
One-issuepartijen
B
Populistische partijen
C
Ideologische partijen
D
Niet-democratische partijen

Slide 14 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Wie heeft de uitvoerende macht in de Trias Politica?
A
Parlement
B
Regering
C
De rechters
D
De Koning

Slide 15 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions