PERSONAGES | Les 1 Introductie personage

PERSONAGES | Les 1
Introductie personage
1 / 19
suivant
Slide 1: Diapositive
DramaMBOMiddelbare schoolmavo, havo, vwoLeerjaar 1-3Studiejaar 1

Cette leçon contient 19 diapositives, avec diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 80 min

Éléments de cette leçon

PERSONAGES | Les 1
Introductie personage

Slide 1 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

OPWARMER | NAMENBAL
Onze afspraken tijdens drama
1. Luister naar elkaar en praat er niet doorheen.
2. Ga voorzichtig om met elkaar en ons materiaal.
3. Blijf bij je groepje en werk samen aan de opdracht.
4. Heb respect voor elkaar.
Telefoon in je kluisje.

Stilte vosje? = wees stil en luister naar de uitleg.

Slide 2 - Diapositive

Bespreek kort de regels van drama.
Tijdens de vorige les heeft elke klas afspraken met elkaar gemaakt. Dit is een samenvatting van alle afspraken.
Wat gaan wij dit lesblok leren? (6)
- Verhaal: Waarom zijn personages belangrijk?
- Vormgeving: Hoe breng je een personage tot leven (in fysiek, mimiek en in stem)?
- Inleving: Waardoor kan ik me inleven in een personage of met een personage meeleven?  

Slide 3 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat is een personage?
Een persoon en/of rol die door een acteur wordt gespeeld.

Waar moet een personage aan voldoen?
  • Uniek en identificeerbaar
  • Fysieke en emotionele eigenschappen
  • Doel en motief (achtergrond)
  • Draagt bij aan verhaal en conflict

Slide 4 - Diapositive

Uniek en Identificeerbaarheid:
Een personage in theater moet uniek en identificeerbaar zijn, zodat het publiek hen kan onderscheiden van andere personages. Dit kan worden bereikt door middel van specifieke eigenschappen, kenmerken of gedragingen.

Fysieke en Emotionele Dimensie:
Personages moeten zowel fysieke als emotionele dimensies hebben. Dit betekent dat acteurs aandacht moeten besteden aan zowel de uiterlijke verschijning als de innerlijke emoties en gedachten van het personage.

Doel en Motivatie:
Elk personage moet een duidelijk doel en motivatie hebben binnen het verhaal. Dit stelt acteurs in staat om geloofwaardige acties uit te voeren en maakt het voor het publiek gemakkelijker om zich in te leven in het personage.
Het begrijpen van het achtergrondverhaal van een personage is essentieel om hun motieven en reacties te begrijpen. Het helpt ook bij het creëren van geloofwaardige en diepgaande personages.

Conflict en Verandering:
Personages dragen bij aan het conflict in het verhaal en ondergaan vaak veranderingen in hun persoonlijke ontwikkeling. Dit draagt bij aan de dynamiek en de emotionele impact van het theaterstuk.
Welke personages ken jij? 






Waaraan herken jij het personage? Wat spreekt jou aan?

Slide 5 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Transformatie

Slide 6 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Fysieke transformatie
Van jezelf transformeren naar een personage:

  • Fysiek: Hoe beweegt dit personage zich?

  • Mimiek: Hoe kijkt dit personage, wat vindt ie?

  • Stem: Hoe klinkt en/of spreekt dit personage? 

Slide 7 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Warming-Up: 
Snap Shots 
  • Uit elkaar in 4 groepen (6/7 ll)

  • Elke groep maakt samen een tableau, waar iedereen een fysieke transformatie laat zien (denk aan mimiek, houdingen en gebaren)

  • Verplaats je in de wereld van dit personage. Wat doen zij?

Slide 8 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Een kijkje (tableau) in het leven van:

Slide 9 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Een kijkje (tableau) in het leven van:
Superhelden

Slide 10 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Een kijkje (tableau) in het leven van:
Bejaarden

Slide 11 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Een kijkje (tableau) in het leven van:
Studenten van Zweinstein (tovenaars)

Slide 12 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Een kijkje (tableau) in het leven van:
Koninklijken en bedienden

Slide 13 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Speloefening:
Poserende personages 
  • Begin met je rug richting de kring.
  • Verzin een personage die goed bij de hoed past.
  • Op teken van de docent draai je je om en ga je in 1 duidelijke houding van je personage staan.
  • De hoedjes draaien door en je verzint een eigen personage bij je nieuwe hoed.

Slide 14 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Speloefening
  • Maak duo's en kies samen 1 hoed
  • Bedenk een verhaal achter dit personage:
    Wie draagt jullie hoedje en wat voor persoon zijn zij?
  • Klaar? Spreek af:
Wie heeft meer bewegingsvrijheid?
Wie heeft een scherper oog voor detail?

Slide 15 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Speloefening (1/2):
Lopen door de ruimte
  • Persoon A begint op de vloer en onderzoekt het fysiek van jullie personage. Persoon B kijkt.
  • Loop door de ruimte en luister naar de aanwijzing van de docent. Onderzoek en probeer dingen uit: Hoe beweegt het personage zich? 
  • B: Noem 3 uiterlijke kenmerken.

Slide 16 - Diapositive

Als docent begeleid je ze door hun fysieke opbouw:
  • Hoe zet jouw personage zijn voeten neer, is dat, voorzichtig, stevig met volledige voet of juist zweverig en op zijn tenen? Hoe reageren je benen daarop, zitten je knieën vast of zijn die licht gebogen.
  • Hoe staan je bekken/heupen. Staan die naar voren, of juist naar achteren? Zwaaien je heupen mee?
  • Wil het bovenlijf, de borst je vooruit duwen? Of komt het er juist achteraan? En hoe staat je bovenlijf, heb je een kromme rug, zakken de schouders of loop je met je borst vooruit?
  • Wat doen je armen? Hoe zwaar zijn ze? Hoeveel beweeg je ze en in welk tempo?
  • En hoe beweegt je hoofd? Ben je gericht op je doel en kijk je recht vooruit? Ben je beter dan de rest en loop je met geheven hoofd, kin omhoog. Hoe kijk je uit je ogen?
> En laat los, loop als je zelf. Op een teken van de docent, verander je weer in je personage. Registreer wat je gedaan hebt om er te komen.

Speloefening (2/2):
Lopen door de ruimte
  • Persoon A en Persoon B wisselen om. B op de vloer, A gaat kijken.

  • De spelers op de vloer gaan het fysiek van hun personage zo precies mogelijk namaken.

  • Spelers aan de kant: klopt dit?

Slide 17 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Spelopdracht:
Levend Memory
2 Leerlingen spelen een potje memory:
  • De rest van de klas maakt nieuwe duo's

  • Kies samen 1 personage met 1 duidelijke beweging/houding.

  • Om de beurt worden er 2 leerlingen gekozen die hun personage laten zien.

  • Meeste setjes wint het spel!

Slide 18 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

OPWARMER | NAMENBAL
Afronding les 1

Waarom is het belangrijk om een personage fysiek te maken? 

  • Zodat het voor het publiek duidelijk is wie je bent, zonder dat dat gezegd hoeft te worden. (Tot leven brengen).

Slide 19 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions