Onregelmatige en Engelse werkwoorden les 1 (11/04)

Welkom!

Leg al je boeken op tafel en ga rustig op je plaats zitten


Leg je huiswerk op de hoek van je tafel (opdracht 11, 15, 16 en 17 op bladzijde 114)

1 / 24
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 2

Cette leçon contient 24 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 1 vidéo.

Éléments de cette leçon

Welkom!

Leg al je boeken op tafel en ga rustig op je plaats zitten


Leg je huiswerk op de hoek van je tafel (opdracht 11, 15, 16 en 17 op bladzijde 114)

Slide 1 - Diapositive

Jeugdjournaal groep 5

Slide 2 - Diapositive

Onregelmatige en Engelse werkwoorden 

Slide 3 - Diapositive

Wat gaan we doen vandaag?
- Huiswerk bespreken 
- Theorie
- Werken aan de opdracht



Aan het einde van de les kan je werkwoorden correct spellen

Slide 4 - Diapositive

Huiswerk bespreken


Opdracht 11, 15, 16 en 17 op bladzijde 114-115

Slide 5 - Diapositive

Theorie

Slide 6 - Diapositive

Slide 7 - Vidéo

Slide 8 - Diapositive

Engelse werkwoorden
Ik vorm: 
  • Haal -en van het werkwoord.
    Relaxen - relax, e-mailen - e-mail
    Racen - race, timen - time 

  • Enkele medeklinker, tenzij het een andere uitspraak veroorzaakt
    Basketballen - basketbal 
    Paintballen - paintball 

Slide 9 - Diapositive

Engelse werkwoorden
  • Ik-vorm & ik-vorm + t in tegenwoordige tijd 

  • 't ex - fokschaap bij verleden tijd en voltooid deelwoord
    Het gaat om de klank  van de letter voor de uitgang van -en

  • Mixen: ik mix, hij mixt, ik mixte, ik heb gemixt
  • Gamen: ik game, hij gamet, ik gamede, ik heb gegamed 
  • Crowdfunden: ik crowdfund, hij crowdfundt, ik crowdfundde, wij hebben gecrowdfund 

Slide 10 - Diapositive

Onregelmatige werkwoorden

Slide 11 - Diapositive

Oefenen

Slide 12 - Diapositive

Ik heb mijn bestand (saven)

Slide 13 - Question ouverte

Bedenk een zin met het werkwoord racen

Slide 14 - Question ouverte

Mijn zus (managen) een restaurant.

Slide 15 - Question ouverte

Bedenk een zin met het werkwoorden back-uppen.

Slide 16 - Question ouverte

Hij (willen) graag naar een pretpark.

Slide 17 - Question ouverte

Hij (barbecuen) regelmatig met zijn familie

Slide 18 - Question ouverte

Bedenk een zin met een onregelmatig werkwoord

Slide 19 - Question ouverte

Ik heb het concert (streamen).

Slide 20 - Question ouverte

Jij (mogen) niet naar het het lokaal.

Slide 21 - Question ouverte

Bedenk een zin met het werkwoorden deleten.

Slide 22 - Question ouverte

Ik heb mijn telefoon (updaten)

Slide 23 - Question ouverte

Huiswerk:
Geen huiswerk

Slide 24 - Diapositive