Herhaling tegenwoordige tijd en voltooid deelwoord

Herhaling tegenwoordige tijd en voltooid deelwoord
1 / 15
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsBeroepsopleiding

Cette leçon contient 15 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

Éléments de cette leçon

Herhaling tegenwoordige tijd en voltooid deelwoord

Slide 1 - Diapositive

Tegenwoordige tijd
Ik = stam
Jij/je = stam + t
Zij/hij = stam + t
U = stam + t
Wij = stam + en
Jullie = stam + en
Zij = stam + en

Slide 2 - Diapositive

Stam
De stam van het werkwoord is het werkwoord zonder -en
luisteren
Stam en ik-vorm = luister
Zeggen
Ik-vorm = zeg en geen zegg

Slide 3 - Diapositive

Vervoeg het werkwoord 'lezen' en 'worden
Ik = stam
Jij/je = stam + t
Zij/hij = stam + t
U = stam + t
Wij = stam + en
Jullie = stam + en
Zij = stam + en

Slide 4 - Diapositive

Mijn buurman (wonen) in Amerika.
A
woont
B
woond

Slide 5 - Quiz

Hij (worden) morgen 50 jaar.
A
word
B
wordt
C
wort

Slide 6 - Quiz

Mijn zus (vertellen) een verhaal.
A
vertelt
B
verteld
C
vertellen

Slide 7 - Quiz

Voltooid deelwoord
Begint met ge- en eindigt op een d of een t.
Staat nooit als enige werkwoord in een zin
Ik heb gewerkt.
Ik heb de tafel geverfd.

Softketchup


Slide 8 - Diapositive

voltooid deelwoord   
sterke werkwoorden
veranderen van klank
zwakke werkwoorden
ge+stam+t/d
Er zijn geen regels voor het vervoegen van sterke werkwoorden. 
Je moet ze onthouden. 

Zij hebben gelopen.
De kast is verkocht.
Dat hebben wij vermeden. 
Ik ben verrast. 

Bij het voltooid deelwoord gebruik je het 't ex-kofschip 
om zeker te weten of je een t of een d moet schrijven. 
Vaak wordt het voorvoegsel ge- voor de stam van het werkwoord geplaatst en komt er een d of t achter. 
veel werkwoorden die beginnen met be-, er-, ge-, her-, ont- of ver-: bewonen - bewoond, erkennen - erkend, gebeuren - gebeurd, herinneren - herinnerd, ontdekken - ontdekt, verdelen - verdeeld
In een zin met een voltooid deelwoord 
is de persoonsvorm een hulpwerkwoord. 
Wij hebben de tas gevonden. 
Ik ben verrast. 

Slide 9 - Diapositive

Ik klop op de deur --> ik heb op de deur geklopt.

Kloppen --> -en --> klop. P staat in het softketchup dus geklopt.
Ik kook vanavond --> ik heb vanavond gekookt. 

Slide 10 - Diapositive

Ik heb een afspraak (maken).
A
gemaakt
B
gemaakd

Slide 11 - Quiz

De jongen heeft buiten (spelen)
A
gespeelt
B
gespeeld

Slide 12 - Quiz

Ik woon in Amerika

Slide 13 - Question ouverte

Scheidbare werkwoorden 
Ik maak het raam schoon. 
Ik heb het raam schoongemaakt. 

Slide 14 - Diapositive

Werkwoorden die beginnen met het voorvoegsel er-, her-, ver-, ont-, be-, en ge- krijgen bij het voltooid deelwoord geen 'ge'.

De docent heeft een verhaal verteld. 
Ik heb haar gisteren ontmoet.

Slide 15 - Diapositive