Fictie: Spanning

Fictie
Onderwerp: spanning en vertelperspectieven


1 / 25
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 2

Cette leçon contient 25 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 1 vidéo.

time-iconLa durée de la leçon est: 30 min

Éléments de cette leçon

Fictie
Onderwerp: spanning en vertelperspectieven


Slide 1 - Diapositive

Ik weet wat vertelperspectieven zijn en ik weet dat een verhaal op verschillende manieren spanning op kan wekken.
😒🙁😐🙂😃

Slide 2 - Sondage

Korte instructie
Spanning: zorgt ervoor dat een lezer of een kijker nieuwsgierig blijft naar wat gaat volgen. 

Sensatie: betekent eigenlijk opwinding —> een opstootje. Dit is van korte duur (is snel voorbij). 

Slide 3 - Diapositive

Spanning
* je leeft mee met de hoofdpersoon (identificatie - vereenzelviging)
* de kijker - lezer moet de hoofdpersoon sympathiek vinden
* de kijker - lezer moet zich in de hoofdpersoon kunnen herkennen
* het lot van de hoofdpersoon raakt de kijker - lezer

Slide 4 - Diapositive

Emotionele spanning
* de lezer krijgt het gevoel dat het de personages moet waarschuwen voor wat er gaat komen. Om ze te behoeden voor de ellende.

Slide 5 - Diapositive

Intelectuele spanning
* de lezer - kijker beleeft het verhaal vanuit een personage. 
* de verteller laat iets doorschemeren wat jij als lezer - kijker nog niet weet en waar je natuurlijk achter wilt komen. 

Slide 6 - Diapositive

Fragment
Jullie gaan kijken naar een fragment uit de serie ‘Penoza V’. Tijdens het fragment krijgen jullie vragen over spanning en vertelperspectieven. 

Luister en kijk goed naar dit fragment. 

Slide 7 - Diapositive

4

Slide 8 - Vidéo

01:47
Welk woord past bij dit fragment?
A
spanning
B
sensatie

Slide 9 - Quiz

02:43
Op welke manier wordt in dit stukje ‘spanning’ gebruikt?

Slide 10 - Question ouverte

03:08
Vanuit welk perspectief wordt dit stukje gefilmd. Waarom denk je dat dit zo is gedaan?

Slide 11 - Question ouverte

04:10
Geef aan waarom je nu al weet dat deze mensen kwaad in de zin hebben.

Slide 12 - Question ouverte

Hoe zorgt de regisseur dat je vanaf het begin jezelf identificeert met de hoofdpersoon?

Slide 13 - Question ouverte

Welk(e) soort(en) spanning zitten er in het fragment wat jullie net hebben gezien?

Slide 14 - Question ouverte

vertelperspectieven
Verhalen kunnen verteld worden uit verschillende perspectieven:  
* ik-verteller
* de personale verteller
* de alwetende verteller

Slide 15 - Diapositive

De ik-verteller
De ‘ik’ is een personage in het verhaal. De ‘ik’ vertelt alleen wat hij zelf meemaakt, wat hij weet van anderen en wat hij denkt dat gebeurd is. In een verhaal kunnen meerdere ‘ik-vertellers’ voorkomen. 

Slide 16 - Diapositive

De personale verteller
Het verhaal wordt uit de 3e persoon verteld, een hij of zij. Deze heeft alleen inzicht in de eigen belevingswereld. In een verhaal kunnen meerdere personale vertellers voorkomen. 

Slide 17 - Diapositive

De alwetende verteller.
Ook wel: auctoriale verteller genoemd. 
de alwetende verteller weet alles van alle personages, kan vooruitkijken, commentaar geven en de lezer persoonlijk aanspreken. de alwetende verteller is GEEN personage in een verhaal. 

(Hangt als een helikopter boven het verhaal). 

Slide 18 - Diapositive

Slide 19 - Diapositive

Dit is een tekst met een ……… verteller
A
personale
B
ik
C
alwetende

Slide 20 - Quiz

Slide 21 - Diapositive

Dit is een tekst met een ……… verteller
A
personale
B
ik
C
alwetende

Slide 22 - Quiz

Slide 23 - Diapositive

Dit is een tekst met een ……… verteller
A
personale
B
ik
C
alwetende

Slide 24 - Quiz

Ik weet wat vertelperspectieven zijn en ik weet dat een verhaal op verschillende manieren spanning op kan wekken.
😒🙁😐🙂😃

Slide 25 - Sondage