2KGT Nieuw Nederlands Grammatica herhaling lj. 1

2KGT Nieuw Nederlands Grammatica les 1
1 / 27
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsVoortgezet speciaal onderwijsLeerroute 2

Cette leçon contient 27 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 3 vidéos.

time-iconLa durée de la leçon est: 60 min

Éléments de cette leçon

2KGT Nieuw Nederlands Grammatica les 1

Slide 1 - Diapositive

Doelen van deze les
  • Je weet wat, lidwoorden, werkwoorden, zelfstandig naamwoord, bijvoeglijk naamwoord en voorzetsels zijn.
  • Je kan persoonsvorm, onderwerp en gezegde in een zin vinden. 
  • Je weet wat onderscheiding en oorkonde betekenen.

Slide 2 - Diapositive

Slide 3 - Vidéo

Woorden van de dag
  • Onderscheiding
  • Oorkonde 

Aan het eind van deze les leg je uit wat deze twee woorden betekenen. 

Slide 4 - Diapositive

Grammatica 
In deze eerste les gaan we herhalen wat we vorig jaar hebben geleerd. 

Slide 5 - Diapositive

Slide 6 - Vidéo

Woordsoorten
Benoem in de volgende zinnen het woordsoort van het onderstreepte woord. 
Kies steeds steeds uit LW, ZN, WW, BN of VZ.

Slide 7 - Diapositive


Harry gaat naar zwerkbaltraining.
A
LW
B
WW
C
VZ
D
BN

Slide 8 - Quiz


Harry en Ron eten al drie dagen achter elkaar stamppot.
A
LW
B
VZ
C
BN
D
ZN

Slide 9 - Quiz


Harry vernietigt het dagboek van Tom. 
A
WW
B
ZN
C
LW
D
VZ

Slide 10 - Quiz


De bange Ron overwon zijn angst voor spinnen. 
A
BN
B
ZN
C
VZ
D
LW

Slide 11 - Quiz


Op Zweinstein lopen alleen tovenaars en tovenaressen rond.
A
LW
B
ZN
C
VZ
D
WW

Slide 12 - Quiz


Hermelien liet als eerste de veer zweven.
A
WW
B
VZ
C
LW
D
BN

Slide 13 - Quiz


Harry heeft het haar van zijn vader.
A
LW
B
BN
C
ZN
D
VZ

Slide 14 - Quiz


De slimme Perkamentus let altijd goed op Harry.
A
LW
B
VZ
C
BN
D
ZN

Slide 15 - Quiz

Slide 16 - Vidéo

Ontleden
Van de volgende zinnen schrijf je de persoonsvorm, het onderwerp en het gezegde op. 
Dat doe je als volgt:
Persoonsvorm: 
Onderwerp:
Gezegde: 

Slide 17 - Diapositive

De jonge tovenaar Ron heeft een nieuwe toverstok gekregen.

Slide 18 - Question ouverte

Professor Anderling was erg teleurgesteld in Harry, Ron en Hermelien.

Slide 19 - Question ouverte

De slimme Hermelien haalt voor alle vakken hoge cijfers.

Slide 20 - Question ouverte

De jonge Harry moest gisteren de hele middag bij Sneep nablijven.

Slide 21 - Question ouverte

Professor Perkamentus kon Harry niet langer helpen.

Slide 22 - Question ouverte

Wat betekent het woord 'oorkonde'?

Slide 23 - Question ouverte

Slide 24 - Diapositive

Wat betekent het woord 'onderscheiding'?

Slide 25 - Question ouverte

Slide 26 - Diapositive

Doelen van deze les
  • Je kan persoonsvorm, onderwerp, gezegde en lijdend voorwerp in een zin vinden. 
  • Je kan de woordsoorten WW, ZN, VZ, BN en LW benoemen.
  • Je weet wat onderscheiding en oorkonde betekenen.

Slide 27 - Diapositive