IA, CI en bijwerkingen BH

• Farmacotherapie
• MBO
• Studiejaar 1

Onderwerpen 

Interacties = IA = H5

Contra indicaties = CI = H6
Bijwerkingen = H7

Wat is een interactie in de apotheek?

1. Een reden waarom een patient een medicijn niet mag gebruiken.
2. Reden van voorschrijven
3. Toepassing
4. Ongewenste werking tussen 2 of meer middelen

Wat kan GEEN gevolg van een interactie zijn?

1. Meer/ergere bijwerkingen
2. Mindere werking
3. Verlengde/versterkte werking
4. Er zijn geen gevolgen

kennisbank.knmp.nl

Wat is een contra-indicatie?

1. Een wisselwerking tussen 2 middelen
2. Een ongewenste werking
3. De reden voor gebruik
4. Een reden om een medicijn niet te gebruiken.

Noem een CI

Wat is een absolute CI?

1. Dit middel mag je onder voorwaarden gebruiken
2. Dit middel mag je niet gebruiken

Wat is een relatieve CI?

1. Dit middel mag je onder voorwaarden gebruiken
2. Dit middel mag je niet gebruiken

Intolerantie 

Overgevoeligheid 

Geneesmiddel word niet verdragen 

Heftige bijwerkingen

Geen reactie imuunsysteem

Reactie imuunsysteem 

Bv: aardbei / pinda / hooikoorst 

Bv: antibiotica / missen van enzym bij lactoseintolerantie 

Wie kan een bijwerking doorgeven?

1. Arts
2. Patiënt
3. Apothekersassistent
4. Apotheker

Waar kun je een bijwerking doorgeven?

1. LAREB
2. CBG
3. Apotheek
4. NAN

Wie hebben geen verhoogde kans op bijwerkingen?

1. Baby's & kinderen
2. Zwangeren
3. Oudere mensen
4. Volwassenen

Vragen?

Hoofdstuk 5

Hoofdstuk 6

Hoofdstuk 7