Huishouden les 1

• Verzorging
• Middelbare school
• vmbo b
• Leerjaar 1

Huishouden & Budgetteren

Leerdoelen

Thuis met elkaar

Een huishouden = een groep mensen die samenwonen.

Samenleving

VROEGER

Waren veel gezinnen hetzelfde

* werken vader

* huishouden moeder

* grotere gezinnen

* opa en oma woonden 

vaak bij eigen kinderen in

Samenleving

NU

* meer vrouwen werken

* mannen meer bezig in huishouden

* kleinere gezinnen

* meer eenoudergezinnen

* meer alleenstaanden

* oudere mensen wonen vaker alleen

Er zijn verschillende soorten huishoudens

hoe woon jij?

- gezin 

- eenoudergezin

- samengesteld gezin

- grootfamilie

- woongroep

welke mensen wonen samen?

- lat-relatie

- alleenstaand (singel)

- gehuwd samenwonen

- ongehuwd samenwonen

- 2 vrienden of zussen/broers

RECHTEN:  wat je wel of niet MAG doen

VROUWEN EN MANNEN HEBBEN IN NEDERLAND DEZELFDE RECHTEN

PLICHTEN: wat je wel of niet MOET doen

wat vind jij echt iets voor jongens?

wat vind jij echt iets voor meisjes?

Wat vind jij echt iets voor jongens?

Wat vind je echt iets voor meisjes?

Rolgedrag

Mannen en vrouwen doen precies wat er van ze verwacht wordt.

* een moeder is zorgzaam                 * een man moet stoer zijn.

Zorgtaken

Alles waarvoor gezorgd moet worden in het huishouden

* Koken
* Afwassen * Stofzuigen  

Wie doet bij jullie thuis het meest vaak de was?

Mijn moeder

Mijn vader

Ikzelf

Mijn broer/zus

Iedereen even vaak.

Wie kookt er het meest vaak?

Mijn moeder

Mijn vader

Ikzelf

Mijn broer/zus

Iedereen even vaak

Wie zet de vuilnis buiten?

Mijn moeder

Mijn vader

Ikzelf

Mijn broer/zus

Iedereen wisselt af.

Wie maakt de WC schoon?

Mijn moederr

Mijn vader

Ikzelf

Mijn broer/zus

Iedereen wisselt af.

Wie klust er in huis?

Mijn moeder

Mijn vader

Ikzelf

Mijn broer/zus

Iedereen

Wie stofzuigt er thuis?

Mijn moeder

Mijn vader

Ikzelf

Mijn broer/ zus

Iedereen wisselt af.

Wie verzorgt de kinderen?

Mijn moeder

Mijn vader

Ikzelf

Mijn broer/ zus

Iedereen helpt

Wie plakt een lekke fietsband?

Mijn moeder

Mijn vader

Ikzelf

Mijn broer/ zus

Niemand

Opdracht