Regels voor meervoud in het Nederlands

Regels voor meervoud in het Nederlands
1 / 13
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 1

Cette leçon contient 13 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 15 min

Éléments de cette leçon

Regels voor meervoud in het Nederlands

Slide 1 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Leerdoel
Aan het einde van de les weet je hoe je het meervoud kunt vormen volgens de f/v-regel, de s/z-regel, het verdubbelen van de laatste letter en het weghalen van een klinker.

Slide 2 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat weet je al over de regels voor meervoud in het Nederlands?

Slide 3 - Carte mentale

Cet élément n'a pas d'instructions

F/V-regel
Bij de f/v-regel verandert een -f- in een -v-. Bijvoorbeeld: brief → brieven; hof → hoven.

Slide 4 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

S/Z-regel
Bij de s/z-regel verandert een -s- in een -z-. Bijvoorbeeld: gans → ganzen; paleis → paleizen.

Slide 5 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Verdubbelen van de laatste letter
Bij het verdubbelen van de laatste letter wordt de laatste medeklinker in het enkelvoud verdubbeld. Bijvoorbeeld: jas → jassen; pit → pitten.

Slide 6 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

A, E, O of U weghalen
Bij het weghalen van een a, e, o of u wordt de klinker in het enkelvoud weggelaten. Bijvoorbeeld: muur → muren; heer → heren.

Slide 7 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Oefening 1
Welke regel wordt toegepast in het volgende voorbeeld: kat → katten?

Slide 8 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Verander het woord 'muis' in het meervoud.

Slide 9 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

Samenvatting
We hebben geleerd hoe we het meervoud kunnen vormen volgens de f/v-regel, de s/z-regel, het verdubbelen van de laatste letter en het weghalen van een klinker.

Slide 10 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Schrijf 3 dingen op die je deze les hebt geleerd.

Slide 11 - Question ouverte

De leerlingen voeren hier drie dingen in die ze in deze les hebben geleerd. Hiermee geven ze aan wat hun eigen leerrendement van deze les is.
Schrijf 2 dingen op waarover je meer wilt weten.

Slide 12 - Question ouverte

De leerlingen voeren hier twee dingen in waarover ze meer zouden willen weten. Hiermee vergroot je niet alleen betrokkenheid, maar geef je hen ook meer eigenaarschap.
Stel 1 vraag over iets dat je nog niet zo goed hebt begrepen.

Slide 13 - Question ouverte

De leerlingen geven hier (in vraagvorm) aan met welk onderdeel van de stof ze nog moeite. Voor de docent biedt dit niet alleen inzicht in de mate waarin de stof de leerlingen begrijpen/beheersen, maar ook een goed startpunt voor een volgende les.