quiz 2 - werkwoordspelling 4K

• Nederlands
• Middelbare school
• vmbo t
• Leerjaar 4

   Quiz werkwoordspelling

beweren Jij hebt dat zelf altijd....

1. beweerd
2. beweerdt
3. beweert

vermoeden .... je op dit moment al dat je gezakt bent?

1. vermoed
2. vermoedt

verwoorden Je....precies wat ik bedoel.

1. verwoord
2. verwoordt
3. verwoort

vinden Hij ...het allemaal wel best.

1. vind
2. vindt
3. vint

vermoeien Ben jij al zo gauw ....?

1. vermoeid
2. vermoeidt
3. vermoeit

gebeuren In deze tijd....dat niet zo maar.

1. gebeurd
2. gebeurdt
3. gebeurt

uitrusten De ....jongen ging weer vrolijk verder.

1. uitgeruste
2. uitgerustte

gebeuren Weet jij waar dat is ....?

1. gebeurd
2. gebeurdt
3. gebeurt

verroesten Deze ....fiets is veel meer waard.

1. verroeste
2. verroestte

vermoeden Ik ....dit vorige week al.

1. vermoede
2. vermoeden
3. vermoedde
4. vermoedden

ophouden ....op met dat lawaai!

1. houd
2. houdt

uitrusten Na die vermoeiende klus ....wij bij die boom even uit.

1. ruste
2. rusten
3. rustte
4. rustten

vermoeien ....hij jou gisteren ook zo met zijn geklets?

1. vermoeide
2. vermoeiden
3. vermoeidde
4. vermoeidden

verwoorden Zij .....toen precies wat ik dacht.

1. verwoorde
2. verwoordde

vinden Nu ...jij toch ook, dat ik gelijk heb?

1. vind
2. vindt

beweren Tegenwoordig ....hij de meest grote onzin.

1. beweerd
2. beweerdt
3. beweert

vermoeden Hij...nu nog niks.

1. vermoed
2. vermoedt

verroesten Toen ....mijn auto snel.

1. verroeste
2. verroesten
3. verroestte
4. verroestten

uitputten De ....atleet kwam struikelend over de finish.

1. uitgepute
2. uitgeputte

vermoeien Hij ...me tegenwoordig met zijn gezeur.

1. vermoeid
2. vermoeidt
3. vermoeit

Hoe ging deze spellingsquiz?

Goed, ik had (bijna) alles goed

Ruim voldoende, ging wel prima

Voldoende, meer dan de helft goed

Matig, blijft punt van aandacht

Onvoldoende, ik moet nog flink oefenen