Werkwoordspelling - Het voltooid deelwoord

Hoe spel je de persoonsvorm in de tegenwoordige tijd?
1 / 24
suivant
Slide 1: Question ouverte
NederlandsMBOStudiejaar 2

Cette leçon contient 24 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 1 vidéo.

time-iconLa durée de la leçon est: 20 min

Éléments de cette leçon

Hoe spel je de persoonsvorm in de tegenwoordige tijd?

Slide 1 - Question ouverte

Hoe spel je de persoonsvorm in de verleden tijd?

Slide 2 - Question ouverte

Het voltooid deelwoord

Slide 3 - Diapositive

Opdracht
Wat is het voltooid deelwoord in de volgende zinnen?

Slide 4 - Diapositive

Ik heb gisteren met de hond gewandeld.

Slide 5 - Question ouverte

Mijn oma heeft vroeger veel te veel gesnoept.

Slide 6 - Question ouverte

Ik heb wel tien kilometer gelopen.

Slide 7 - Question ouverte

Dat heb ik geweten toen ik jong was.

Slide 8 - Question ouverte

2

Slide 9 - Vidéo

00:30
Ik heb het huis gesloop......?
A
gesloopt
B
gesloopd

Slide 10 - Quiz

00:44
Ik heb geschilder.......?
A
geschildert
B
geschilderd

Slide 11 - Quiz

de stappen
  1. Kijk naar het hele werkwoord.
  2. Haal -en ervan af.
  3. Is de laatste letter van de stam een medeklinker uit 't kofschip + x ? --> eindigt op een -t. 

Slide 12 - Diapositive

voltooid deelwoord kort samengevat

Een voltooid deelwoord begint vaak met be-, ge-, ver- of ont-.


Een voltooid deelwoord eindigt op:

  • -d
  • -t
  • -en

Slide 13 - Diapositive

voltooid deelwoord kort samengevat

Een een zwak werkwoord eindigt op een -d of een -t.

Als je niet weet of het voltooid deelwoord op een -t of een -d eindigt, dan kun je het langer maken (in de verleden tijd).

  • Ik heb gerend. (want rende)
  • Ik heb gefietst. (want fietste)
  • Ik heb gepakt. (want pakte)


Uiteraard kun je ook 't kofschip gebruiken om te weten hoe je het voltooid deelwoord schrijft.

Slide 14 - Diapositive

Opdracht
vervoeg de werkwoorden in de volgende zinnen.

Slide 15 - Diapositive

(Snoepen) Ik heb ontzettend veel van de tiramisu _________

Slide 16 - Question ouverte

(Koken) Ik heb de aardappelen te lang _________.

Slide 17 - Question ouverte

(Stapelen) Die kratten worden te hoog ____________.

Slide 18 - Question ouverte

(Dammen) Mijn opa heeft vroeger op nationaal niveau ________.

Slide 19 - Question ouverte

(Rennen) Ik heb 10 kilometer _______.

Slide 20 - Question ouverte

(Beleggen) Als je eenmaal hebt ________, kun je je inzet verliezen.

Slide 21 - Question ouverte

Reflectie

Slide 22 - Diapositive

Ik weet nu hoe ik een voltooid deelwoord moet spellen.
Ja
Nee

Slide 23 - Sondage

Ik heb nog een vraag over...

Slide 24 - Carte mentale