Alles over kleding

Alles over kleding

Leerdoel

Aan het einde van deze les weet je alles over kleding.

Wat weet je al over kleding?

Wat is kleding?

Kleding is een verzamelnaam voor alle materialen die we dragen op ons lichaam.

Stel de vraag aan de klas: 'Wat verstaan jullie onder kleding?' Bespreek kort de antwoorden.

Soorten kleding

Er zijn veel verschillende soorten kleding, zoals truien, broeken, rokken, jurken, jassen en shirts.

Maak een kleine quiz en laat de leerlingen benoemen welke soorten kleding er zijn.

Functies van kleding

Kleding heeft verschillende functies, zoals bescherming tegen weersinvloeden, persoonlijke expressie en modetrends.

Vraag aan de leerlingen wat voor hun de belangrijkste functie van kleding is. Bespreek kort.

Geschiedenis van kleding

Kleding is er altijd al geweest. Vroeger droegen mensen alleen dierenhuiden en later werden er stoffen gemaakt van planten en dieren.

Beschrijf kort de geschiedenis van kleding en laat enkele afbeeldingen van kleding door de eeuwen heen zien.

Kledingmaten

Kledingmaten zijn er in verschillende soorten. In Nederland gebruiken we voornamelijk de Europese confectiematen.

Maak een opdracht waarbij de leerlingen hun eigen kledingmaat opzoeken en deze vergelijken met andere maten.

Duurzame kleding

Duurzame kleding wordt steeds belangrijker. Hierbij wordt rekening gehouden met het milieu en de arbeidsomstandigheden van de werknemers.

Maak een discussieopdracht waarbij de leerlingen praten over duurzame kleding en waarom dit belangrijk is.

Mode-industrie

De mode-industrie is een grote en belangrijke industrie. Het is verantwoordelijk voor het ontwerpen en produceren van kleding.

Laat enkele afbeeldingen zien van de mode-industrie en bespreek kort hoe deze industrie werkt.

Kledingstijlen

Er zijn veel verschillende kledingstijlen, zoals casual, sportief, chic en alternatief. Iedereen heeft zijn eigen stijl.

Laat enkele afbeeldingen zien van verschillende kledingstijlen en laat de leerlingen hun eigen kledingstijl beschrijven.

Schrijf 3 dingen op die je deze les hebt geleerd.

De leerlingen voeren hier drie dingen in die ze in deze les hebben geleerd. Hiermee geven ze aan wat hun eigen leerrendement van deze les is.

Schrijf 2 dingen op waarover je meer wilt weten.

De leerlingen voeren hier twee dingen in waarover ze meer zouden willen weten. Hiermee vergroot je niet alleen betrokkenheid, maar geef je hen ook meer eigenaarschap.

Stel 1 vraag over iets dat je nog niet zo goed hebt begrepen.

De leerlingen geven hier (in vraagvorm) aan met welk onderdeel van de stof ze nog moeite. Voor de docent biedt dit niet alleen inzicht in de mate waarin de stof de leerlingen begrijpen/beheersen, maar ook een goed startpunt voor een volgende les.