HC China 1842-2001

Historische Context China
Deel 1/3. 1842-1911 
Waardoor verloor China zijn positie als regionale grootmacht?
1 / 50
suivant
Slide 1: Diapositive
GeschiedenisMiddelbare schoolvwoLeerjaar 6

Cette leçon contient 50 diapositives, avec diapositives de texte et 2 vidéos.

Éléments de cette leçon

Historische Context China
Deel 1/3. 1842-1911 
Waardoor verloor China zijn positie als regionale grootmacht?

Slide 1 - Diapositive

Kenmerkende Aspecten in deel 1
33 -  De moderne vorm van imperialisme die verband hield met de industrialisatie
34 - De opkomst van emancipatiebewegingen
36 - De opkomst van politiek-maatschappelijke stromingen: liberalisme, nationalisme, socialisme, confessionalisme en feminisme
44 - Vormen van verzet tegen het West-Europese imperialisme

Slide 2 - Diapositive

Qing dynastie (1664-1912)
  • 'Hemels mandaat'
  •  Centraal bestuur met sterk ambtenarenapparaat
  • Confucianisme: omgangsvormen en gedrag geordend naar een vast patroon (met rituelen)
  • Mandarijnen

Slide 3 - Diapositive

Qing dynastie (vervolg)
Problemen:
- Corruptie leidt tot bestuursproblemen (zie voorbeeld Heshen)
- Politieke crises, vaak als gevolg van hongersnood, corruptie en belastingdruk

Slide 4 - Diapositive

Eerste opiumoorlog (1839-1842)
Qing dynastie was isolationistisch. Westerse mogendheden kregen geen voet aan de grond. (Sinocentrisme)
Opiumoorlogen: Groot-Brittannië dwingt China met geweld tot onderhandelen en kopen.
  • Verloop en uitkomsten typerend voor het modern imperialisme > Verdrag van Nanking :
  • Hongkong voor de Britten
  • schadevergoeding betalen
  • extraterritorialiteit

Slide 5 - Diapositive

Ongelijke Verdragen
China verliest van westerse mogendheden in 1e Opiumoorlog. 
  • verlies van zeggenschap over grondgebied
  • verlies aan inkomsten van economische centra
Nu bekend als "De eeuw van de vernedering".

Slide 6 - Diapositive

De Chinees-Japanse Oorlog (1894-1895)
China --> modernisering van het leger. 
Japan --> modernisering van het leger.
Allebei naar westers voorbeeld.
Japan was veel verder gevorderd. 
Japan wil Korea veroveren (op China)

Chineze nederlaag. Dit was voor Chinezen een grote verrassing. Altijd neergekeken op het "kleine" Japan. Nu verliezen ze.
Gevolg --> Groei in verzet tegen huidige keizers. Nieuwe staatsvorm nodig?

Slide 7 - Diapositive

Tweede opiumoorlog (1856-1860)
Onwelwillendheid van China om de Ongelijke Verdragen in 1856 te herzien, leidde tot nieuwe oorlog met GB en Frankrijk.

  • Verdrag van Tianjin (1858)
  • Ook VS en Rusland sloten zich aan

Na vernietiging van het Zomerpaleis werd China gedwongen het verdrag te accepteren.(1860)

Slide 8 - Diapositive

Slide 9 - Diapositive

Opstanden
Buitenlandse inmenging in China en de vele nederlagen die werden geleden, zorgden voor bijna 20 jaar aan opstanden. (Onder meer vanuit de christelijke religie die zich verspreidde.)
- Taiping (1850-1864) Hong, tegen de keizer
- Nian (1851-1868) tegen grootgrondbezitters en belastingambtenaren
Opstanden mislukken, maar de nood voor/wens tot vernieuwing is zichtbaar geworden.

Slide 10 - Diapositive

Zelfversterkingsbeweging (1861-1895)
Poging om China (enigszins) te moderniseren, zowel industrieel als bestuurlijk. En het toelaten van Westerse ideeën.
De poging mislukte:
  • Verzet van conservatieven (veel ambtenaren)
  • Corruptie

Chinees-Japanse Oorlog laat zien dat er te weinig gemoderniseerd was.

Slide 11 - Diapositive

Chinees-Japanse oorlog (1894-1895)
China was opnieuw niet opgewassen tegen de industriële en moderne capaciteiten van de tegenstander.
Japan had te kampen met gebrek aan grondstoffen en overbevolking, wilde daarom Korea veroveren
  • Vrede van Shimonoseki:
  • Korea 'onafhankelijk'
  • Taiwan in handen van Japan
  • schadevergoeding
  • Westerse landen profiteerden ook

Slide 12 - Diapositive

Bokseropstand
De hervormingspogingen van de keizer (Guangxu) tijden de Periode van Honderd Dagen (1898) mislukten.

Direct gevolg: bokseropstand. Wederom werd er tegen de regering gevochten die gefaald had het westen buiten te houden. Keizerin Cixi steunde de Boksers.

Een internationaal leger maakte een einde aan de opstand. Dit leidde tot het Bokserprotocol 

Gevolg: nieuwe hervormingen  (parlementaire democratie, afschaffen ambtenarenexamen)

Slide 13 - Diapositive

Einde keizerrijk
Jonge intellectuelen, onderwezen op westerse leest, promoten nieuwe  denkbeelden.
  • In 1911 wordt China na een revolutie een republiek.
  • Keizer wordt afgezet maar mag in de Verboden Stad blijven wonen
  • Sun Yat-sen  (van de politieke partij Guomindang, GMD/KMT 0f Nationalisten) wordt president in 1912, maar na een maand is dat Yuan Shjikai (generaal van het leger)

Slide 14 - Diapositive

HC China - deel II: 1912-1949

Slide 15 - Diapositive

Kenmerkende Aspecten in deel 2
34 De opkomst van emancipatiebewegingen
(Let op: dit kenmerkend aspect uit tijdvak 8 is hier gekoppeld aan tijdvak 9)
36 De opkomst van politiek-maatschappelijke stromingen: liberalisme, nationalisme, socialisme, confessionalisme en feminisme (Let op: dit KA is uit tijdvak 8)
37 De rol van moderne propaganda- en communicatiemiddelen en vormen van massaorganisatie
38 Het in praktijk brengen van de totalitaire ideologieën communisme en
fascisme/nationaalsocialisme
44 Vormen van verzet tegen het West-Europese imperialisme
45 De verdeling van de wereld in twee ideologische blokken in de greep van een
wapenwedloop en de daaruit voortvloeiende dreiging van een atoomoorlog

Slide 16 - Diapositive

Waardoor ontstond de Volksrepubliek China (1912-1949) ?

Slide 17 - Diapositive

Drie Volksbeginselen
Guomindang (GMD/KMT) werd opgericht
  • Inzet op de Drie Volksbeginselen: nationalisme, democratie en socialisme (volkswelvaart)
  • Grote macht voor het parlement en minder voor de president (Song)

Slide 18 - Diapositive

Machtswisseling
In 1913 wordt Song van GMD/KMT vermoord. Generaal Yuan Shikai (foto) grijpt de macht en ontbindt parlement. Sun vlucht naar het buitenland.  Yuan wordt in 1915 door aanhangers uitgeroepen tot nieuwe keizer.

In 1916 komt de gevluchte Sun terug en start een tegenregering in Kanton, met steun van de SU. Het westen steunt regering van Yuan Shikai.

Slide 19 - Diapositive

4 Mei-beweging 1921
Onvrede over buitenlandse inmenging blijft. 
  • Nieuwe partij: Chinese Communistische Partij, komt voort uit de 4 mei-beweging. Vooral onvrede over Vrede van Versailles (Japan kreeg Duitse gebieden in China). Steun van SU.
  • Ook GMD/KMT had sympathie voor SU (mede door afwijzing imperialisme).


             Samenwerking CCP en GMD/KMT

Slide 20 - Diapositive

Breuk tussen GMD en CCP
Leider van de GDM, Chiang Kai-shek (foto), wordt anti-communistisch.
Er volgt een bloedige staatsgreep waarbij veel communistische leiders werden vermoord.
  • CCP vlucht naar de provincie Jiangxi 
  • GMD neemt macht in China over (1927)

Slide 21 - Diapositive

Bestuur GMD (1927-1948)
  • Veel modernisering (onderwijs, infrastructuur, volksgezondheid)
  • Deels einde aan Ongelijke Verdragen

Maar ook:
  • Geen bestuurlijke hervormingen
  • Corruptie en dictatoriale trekjes (vervolging tegenstanders)
  • geen landhervormingen

Slide 22 - Diapositive

Mao Zedong
Mao Zedong (foto) werd lid van de CCP na de 4 Mei-beweging.
  • Richtte vanaf 1927 revolutionaire boerenbonden op > grootgrondbezit moest worden verdeeld
  • Na de staatsgreep van Chiang (GMD) sluiten veel communisten zich bij Mao aan

Slide 23 - Diapositive

Rode Leger
Mao stichtte een communistische republiek in Jiangxi. Na de Lange Mars  in 1934 werd die voortgezet in Shaanxi.
Het Rode Leger werd opgericht met als doel het tot stand brengen van de communistische revolutie in China.
Lange Mars

Slide 24 - Diapositive

Problemen GMD
  • Opstandige communisten
  •  Japanse bezetting van Mantsjoerije en later kustgebieden en de Jangtse-vallei

Het Verenigd Front  in 1937 van communisten en GMD (noodzaak) ter bestrijding van Japan liep op niets uit.

Slide 25 - Diapositive

Burgeroorlog 1927-1949 (onderbroken door invallen van Japan vanaf 1931 > Mantsjoerije)
1 oktober 1949:
Mao roept Volksrepubliek China uit
Chiang Kaishek vlucht naar Taiwan

Slide 26 - Diapositive

Een documentaire en een beeldfragment rond Mao Zedong

Slide 27 - Diapositive

Slide 28 - Lien

Slide 29 - Lien

Slide 30 - Diapositive

Kenmerkende Aspecten in deel 2
31 De industriële revolutie die de basis legde voor een industriële samenleving
(Let op: dit kenmerkend aspect uit tijdvak 8 is hier gekoppeld aan tijdvak 10)
37 De rol van moderne propaganda- en communicatiemiddelen en vormen van
massaorganisatie (Let op: dit kenmerkend aspect uit tijdvak 9 is hier gekoppeld aan tijdvak 10)
38 Het in praktijk brengen van de totalitaire ideologieën communisme en
fascisme / nationaalsocialisme (Let op:  KA uit tijdvak 9 is hier gekoppeld aan tijdvak 10)
45 De verdeling van de wereld in twee ideologische blokken in de greep van een
wapenwedloop en de daaruit voortvloeiende dreiging van een atoomoorlog
46 De dekolonisatie die een eind maakte aan de westerse hegemonie in de wereld
48 De toenemende westerse welvaart die vanaf de jaren zestig van de 20e eeuw
aanleiding gaf tot ingrijpende sociaal-culturele veranderingsprocessen

Slide 31 - Diapositive

China onder Mao Zedong
Totalitarisme
Alles in een hand
Propaganda
Bondgenootschap met Sovjet-Unie
Geen handel (en afsluiting van) Westerse landen

Slide 32 - Diapositive

Slide 33 - Diapositive

Grote sprong voorwaarts
Door Mao georganiseerde campagne die van China in korte 
tijd een industrieel land vol overvloed en zonder ongelijkheid en privebezit moest maken (1958-1961). De campagne wordt als mislukt beschouwd. 
Afschaffen privebezit: 
Samengevoegd in communes 
Verplichte migratie naar platteland
Kleine staalovens

Slide 34 - Diapositive

Problemen
- kwantiteit ipv kwaliteit staal
- landbouwproductie nam af
- groot deel landbouwproductie verkocht aan het buitenland
- droogte
Dit zorgde voor hongersnood: naar schatting 30 miljoen Chinezen stierven tussen 1958 en 1962
Mao trad terug als president (was nog wel voorzitter van de CCP)

Slide 35 - Diapositive

Culturele revolutie

Slide 36 - Diapositive

Persoonsver-heerlijking

Het Rode boekje Mao moest iedereen bij de hand hebben!


Slide 37 - Diapositive

Slide 38 - Vidéo

Culturele revolutie
Door Mao georganiseerde campagne om de maatschappij 
radicaal te veranderen door een complete breuk met het verleden, vond plaats tussen 1966 en 1969. Had ook als doel de partij te zuiveren van tegenstanders van Mao Zedong. 
Dit werd de Rode Terreur genoemd.

Slide 39 - Diapositive

Uit de syllabus
'Rode gardisten namen het voortouw in een beweging die sterk anti-traditioneel, anti-intellectueel en xenofoob was en die de gehele samenleving ontwrichtte.

Slide 40 - Diapositive

Dood Mao 1976

Slide 41 - Diapositive

Deng Xiaoping
Leidinggevende figuur binnen de Chinese Communistische Partij van 1976 tot 1989. Hij liet het strikte communisme los en leidde de Vier Moderniseringen. Deng zorgde voor economische vrijheid, maar gaf mensen geen politieke vrijheden. 

Slide 42 - Diapositive

Vier Moderniseringen
Onder leiding van Deng Xiaoping
1.  Landbouwhervormingen
2. Defensie moderniseren en versterken
3. Industrie moderniseren (minder staatsplanning)
4. Wetenschap en onderwijs verbeteren



Slide 43 - Diapositive

Economische hervormingen
'Rijk worden is glorieus'
Meer ruimte voor ondernemingen, privatisering staatsbedrijven
Segregatie in de samenleving nam toe: verschillen tussen rijk en arm enorm groot. 

Slide 44 - Diapositive

Protest 1989 op plein van de Hemelse Vrede

Slide 45 - Diapositive

Slide 46 - Vidéo

Jiang Zemin
Voorzitter van de Chinese Communistische Partij (1998-2002) en na Deng de sterke man van China. Jiang zette Dengs beleid voort. Onder zijn bewind werd China een economische grootmacht. 

Slide 47 - Diapositive

Symbolische overdracht
Macao en Hongkong eind jaren 1990. 
Overdracht aan China, maar kapitalistisch en vrij. 

Veranderende relatie met Brittannië en Portugal.

Slide 48 - Diapositive

Toetreding WHO
in 2001.

Grootse havens liggen in China. 

Slide 49 - Diapositive

De volksrepubliek was daarmee uitgegroeid tot een economische én politieke wereldmacht met een communistisch bewind dat kapitalistisch (maar niet democratisch) denkt en handelt. 

Slide 50 - Diapositive