les 17 klimaatgebieden

• Aardrijkskunde
• Middelbare school
• vwo
• Leerjaar 4

Planning

• Uitleg klimaatgebieden (par 2.5)
• VIL
• Huiswerk maken

Leerdoelen

Aan het einde van de les:

• Weet je welke factoren bijdragen aan verschillen in klimaten
• Ken je het klimaatsysteem van Köppen
• Kun je het klimaatsysteem van Köppen toepassen op verschillende klimaten
• Kun je aan een klimaatgrafiek het klimaat aflezen

Wat is een klimaat?

Klimaat

Het klimaat is het gemiddelde weer over een bepaalde periode. 

• Het bestaat uit temperatuur
• En neerslag
• Het wordt zo afgebeeld ->

Welke factoren dragen bij aan verschillen in klimaten?

De klimaatfactoren

1. Geografische breedteligging

De klimaatfactoren

1. Geografische breedteligging
2. Gebergtes en hoogte

De klimaatfactoren

1. Geografische breedteligging
2. Gebergtes en hoogte
3. Type oppervlak

Klimaatsysteem van Köppen

• Indeling van landschappen op basis van klimaat en plantengroei

Klimaatsysteem van Köppen

• A -> Tropische klimaten
• B -> Droge klimaten
• C -> Gematigde klimaten
• D -> Landklimaten
• E -> Polaire klimaten

Welke letter hoort bij het plaatje?

1. A
2. B
3. C
4. D

Klimaatgrafiek

• Tropisch klimaat (Af)
• Constante hoge temperatuur
• Veel neerslag

Welke letter hoort bij het plaatje?

1. A
2. B
3. C
4. D

Welke letter hoort bij het plaatje?

1. E
2. B
3. C
4. D

Klimaatgrafiek

• Droog steppeklimaat (BS)
• Droog klimaat
• Hoeft niet warm te zijn!! 

Welke letter hoort bij het plaatje?

1. E
2. B
3. C
4. D

Nog meer lettertjes

• Bij A (Tropisch), C (Gematigd) en D (Landklimaat) -> w, s, f
• Bij B (Droog) -> W, S
• Bij E (Polaire) -> T, F, H

Dit zegt je nog niets, maar dat komt goed. Hoofdletters maken hier uit!

Bij A, C en D

w -> droge periode in de winter

s -> droge periode in de zomer

f -> geen droge periode

Dus een Tropisch klimaat met een                                                        droge zomer is Aw en een Landklimaat                                          zonder droge periode is Df

Bij A, C en D

w -> droge periode in de winter

s -> droge periode in de zomer

f -> geen droge periode

Dus een Tropisch klimaat met een droge zomer is Aw en een Landklimaat zonder droge periode is Df

Bij B

• W -> Woestijn (BW)
• S -> Steppe (BS)

woestijn (BW) is nog droger dan steppe (BS).                                        Op de steppe groeien nog grassen, maar in de woestijn ontbreekt zelfs dat

Bij B

• W -> Woestijn (BW) (max 200 ml regen)
• S -> Steppe (BS)

woestijn (BW) is nog droger dan steppe (BS).                                        Op de steppe groeien nog grassen, maar in de woestijn ontbreekt zelfs dat

Bij E

• T -> Toendra (ET)
• F ->  Vorst, ookwel ijsklimaat, bijvoorbeeld de Noordpool (EF)
• H -> Hooggebergte (EH)

Bij E

• T -> Toendra (ET) De zomertemperatuur is lager dan 10 graden
• F ->  Vorst, ookwel ijsklimaat, bijvoorbeeld de Noordpool (EF) De zomertemperatuur is lager dan 0 graden
• H -> Hooggebergte (EH) De zomertemperatuur op de top van de berg is onder de 0 graden, maar er valt meer neerslag

De VIL

• Vragenlijst Interpersoonlijk leraarsgedrag
• Het gaat over hoe jullie mij vinden als docent
• Wees alsjeblieft eerlijk! Anders heb ik er niets aan
• link staat in de classroom en je hebt een eigen inlogcode

Huiswerk maken

Mo en Tobian, ik heb jullie nog even nodig!!

Par 2.5 opdr: 1, 2, 3 en 6

En voor maandag Box 3a+b inleveren in classroom!