Qu'est-ce que LessonUp
Rechercher
Canaux
Connectez-vous
S'inscrire
‹
Revenir à la recherche
woordsoorten + bez.vnw + vragend vnw (6-7-8 rvl)
Grammatica H4
woordsoorten
1 / 36
suivant
Slide 1:
Diapositive
Nederlands
Middelbare school
vmbo k
Leerjaar 3
Cette leçon contient
36 diapositives
, avec
quiz interactifs
,
diapositives de texte
et
1 vidéo
.
La durée de la leçon est:
15 min
Commencer la leçon
Partager
Imprimer la leçon
Éléments de cette leçon
Grammatica H4
woordsoorten
Slide 1 - Diapositive
Lesdoelen
Na deze les:
- Heb je alle woordsoorten nog eens herhaald.
Slide 2 - Diapositive
Het schijnt dat de grote man een tas en een gsm gestolen heeft in de buurt van het park.
Deze zin bevat:
A
4 lidwoorden
B
5 lidwoorden
C
6 lidwoorden
D
7 lidwoorden
Slide 3 - Quiz
Lidwoorden
Drie lidwoorden: de
het
een
Een lidwoord staat altijd voor een zelfstandig naamwoord:
de auto
het boek
een opdracht
Slide 4 - Diapositive
Slide 5 - Diapositive
Slide 6 - Diapositive
Noem een voorbeeld van een voorzetsel:
Slide 7 - Carte mentale
... de kast en ... het schoolfeest
Slide 8 - Diapositive
Bezittelijk voornaamwoord
Wat is een bezittelijk voornaamwoord? Geeft aan dat iets van iemand is.
mijn
onze/ons
jouw
jullie
zijn
hun
haar
uw
zijn
Slide 9 - Diapositive
Bezittelijk voornaamwoord
Slide 10 - Diapositive
Bezittelijk voornaamwoord
Slide 11 - Diapositive
Dit is mijn zus.
'mijn' is een:
A
bezittelijk voornaamwoord
B
persoonlijk voornaamwoord
Slide 12 - Quiz
Die telefoon van jou is zo mooi.
jou =
A
persoonlijk voornaamwoord
B
bezittelijk voornaamwoord
Slide 13 - Quiz
Wat is het woordje 'haar' in onderstaande zin?
De jongen wees naar haar.
A
persoonlijk voornaamwoord
B
bezittelijk voornaamwoord
Slide 14 - Quiz
Jullie proefwerken zijn nog niet nagekeken.
Is 'jullie' een bezittelijk of een persoonlijk voornaamwoord?
A
bezittelijk voornaamwoord
B
persoonlijk voornaamwoord
Slide 15 - Quiz
Dat zou Ans aan jou kunnen geven.
Is 'jou' een bezittelijk of een persoonlijk voornaamwoord?
A
bezittelijk voornaamwoord
B
persoonlijk voornaamwoord
Slide 16 - Quiz
Zij zag hem op straat.
Zij en hem zijn:
A
persoonlijk
B
bezittelijk
Slide 17 - Quiz
Slide 18 - Vidéo
Vragend vnw.
Hoeveel uur hebben we vandaag?
Slide 19 - Question ouverte
Vragend vnw.
Welke dagen moet je paardrijden?
Slide 20 - Question ouverte
Kies de juiste woordsoort.
Je moet ook nooit
cola
drinken bij de computer.
A
Zelfstandig naamwoord (zn)
B
Voorzetsel (vz)
C
Bijvoeglijk naamwoord (bn)
D
Lidwoord (lw)
Slide 21 - Quiz
Kies de juiste woordsoort.
Ik fiets nog snel even naar
de
winkel.
A
Lidwoord (lw)
B
Zelfstandig naamwoord (zn)
Slide 22 - Quiz
Kies de juiste woordsoort.
Gisteravond heb ik een film
gekeken
.
A
Zelfstandig naamwoord (zn)
B
Hulpwerkwoord (hww)
C
Bijvoeglijk naamwoord (bn)
D
Zelfstandig werkwoord (zww)
Slide 23 - Quiz
Kies de juiste woordsoort.
Gelukkig mag ik straks weer naar
huis
.
A
Hulpwerkwoord (ww)
B
Zelfstandig naamwoord (zn)
C
Bijvoeglijk naamwoord (bn)
D
Voorzetsel (vz)
Slide 24 - Quiz
Ik zoek de
betekenis
van het woord straks even op.
A
Zelfstandig werkwoord
B
Zelfstandig naamwoord
C
Bijvoeglijke naamwoord
D
Lidwoord
Slide 25 - Quiz
Kies de juiste woordsoort.
Ik
heb
veel nagedacht.
A
Zelfstandig werkwoord (zww)
B
Hulpwerkwoord (hww)
Slide 26 - Quiz
Hoeveel zelfstandig naamwoorden (znw) staan er in onderstaande zin?
In augustus gaan mijn oom en tante altijd naar Spanje.
Slide 27 - Question ouverte
Kies de juiste woordsoort.
De bakker heeft verschillende
broden
gebakken.
A
Zelfstandig naamwoord (zn)
B
Voorzetsel (vz)
C
Bijvoeglijk naamwoord (bn)
D
Zelfstandig werkwoord (zww)
Slide 28 - Quiz
Kies de juiste woordsoort.
Vanochtend heb ik
één
boterham gegeten.
A
Lidwoord
B
Geen lidwoord
Slide 29 - Quiz
Hoeveel voorzetsels staan er in onderstaande zin?
Na de gymles op school kleden de leerlingen zich altijd snel om.
Slide 30 - Question ouverte
Kies de juiste woordsoort.
Ik heb gisteren drie hoofdstukken in mijn boek
gelezen
!
A
Zelfstandig werkwoord (zww)
B
Hulpwerkwoord (hww)
Slide 31 - Quiz
Hoeveel lidwoorden staan er in de zin?
De jongens kochten allemaal één ijsje.
Slide 32 - Question ouverte
Ik heb hele goede cijfers
op
mijn rapport!
A
Lidwoord (lw)
B
Voorzetsel (vz)
C
Zelfstandig naamwoord (zn)
D
Zelfstandig werkwoord (zww)
Slide 33 - Quiz
Hoeveel bijvoeglijk naamwoorden staan er in onderstaande zin?
Het grote lokaal was heel koud.
Slide 34 - Question ouverte
Op zaterdag slaapt mijn broer altijd heel lang uit.
A
Wel een voorzetsel
B
Geen voorzetsel
Slide 35 - Quiz
Huiswerk
Maak opdracht 6-7-8
blz 195 - 197
Slide 36 - Diapositive
Plus de leçons comme celle-ci
Herhaling woordsoorten
Juin 2024
- Leçon avec
38 diapositives
Nederlands
Middelbare school
vmbo b
Leerjaar 2
Grammatica woordsoorten - les 2
Octobre 2023
- Leçon avec
33 diapositives
Nederlands
Middelbare school
havo, vwo
Leerjaar 2
Woordsoorten herhaling
Mars 2023
- Leçon avec
33 diapositives
Nederlands
Middelbare school
havo, vwo
Leerjaar 1
Woordsoorten herhaling en uitleg pers. + bez. vnw.
Mai 2023
- Leçon avec
44 diapositives
Nederlands
Middelbare school
havo, vwo
Leerjaar 1
Vragend + aanwijzend vnw
Octobre 2024
- Leçon avec
26 diapositives
Nederlands
Middelbare school
vmbo k, g, t
Leerjaar 1-3
Grammatica woordsoorten - les 2
Novembre 2022
- Leçon avec
48 diapositives
Nederlands
Middelbare school
havo, vwo
Leerjaar 2
Grammatica woordsoorten - Quiz
il y a 25 jours
- Leçon avec
24 diapositives
Nederlands
Middelbare school
havo, vwo
Leerjaar 2
2HV Woordsoorten herhaling jaar 1
Mars 2023
- Leçon avec
28 diapositives
Nederlands
Middelbare school
havo, vwo
Leerjaar 1