Hoofdstuk 3 - Paragraaf 4

• Aardrijkskunde
• Middelbare school
• havo
• Leerjaar 3

Hoofdstuk 3 - Paragraaf 4

3 maart 2021 - Mevrouw Verheij

Telefoon uit het zicht, tassen van tafel en boeken erbij.

Wat gaan we doen vandaag?

- Herhaling 3.1 t/m 3.3

- Leerdoelen bespreken

- Uitleg 3.4

- Zelfstandig werken

Hoe noemen we het proces van het bewegen van platen?

1. Platentektoniek
2. Aardkorstplaat
3. Epicentrum
4. Convergentiestromen

De zwarte pijlen geven de beweging aan. Welk begrip hoort bij deze beweging?

1. Connvergente plaatbeweging
2. Transforme plaatbeweging
3. Divergente plaatbeweging

De zwarte pijlen geven de beweging aan. Welk begrip hoort bij deze beweging?

1. Convergente plaatbeweging
2. Transforme plaatbeweging
3. Divergente plaatbeweging

De zwarte pijlen geven de beweging aan. Welk begrip hoort bij deze beweging?

1. Convergerende plaatbeweging
2. Transforme plaatbeweging
3. Divergerende plaatbeweging

Een middelgebergte ligt tussen welke hoogten?

1. 0 - 200 meter
2. 200 - 500 meter
3. 500 - 1500 meter
4. meer dan 1500 meter

Een gebied tussen de 200 - 500 meter noemen we?

1. Laagland
2. Heuvelland
3. Middelgebergte
4. Hooggebergte

Mantel

Aardkorst

Aardkern

Convectiestroom

Welke krachten zorgen voor vulkanisme?

1. Endogene krachten
2. Exogene krachten

Welke vulkanen horen bij explosief vulkanisme?

1. Schildvulkanen
2. Caldeiravulkanen
3. Stratovulkanen
4. Spleetvulkanen

Welke vulkanen horen bij effusief vulkanisme?

1. Schildvulkanen
2. Caldeiravulkanen
3. Stratovulkanen
4. Spleetvulkanen

Wat zorgt voor de droogte in Chili?

1. Het hogedrukgebied aan de kust
2. De Humboldtstroom
3. Het tropische klimaat
4. De vele steden

Alleen Chili merkt de gevolgen van El Niño

1. Waar
2. Niet waar

Wat is een kenmerk van El Niño?

Leerdoelen deze les

Hoe kun je een regio in beeld brengen?

1. Dat kun je doen door te kijken naar gebiedskenmerken:

- Absolute ligging.

- Relatieve ligging.

- Natuurlijke omgeving -> klimaat, natuurlandschap, reliëf en grond- en delfstoffen.

- Ingerichte landschap. 

Hoe kun je een land in beeld brengen?

2. Je kunt ook kijken naar de bevolkingskenmerken:

- Demografische kenmerken.

- Economische kenmerken.

- Culturele kenmerken.

- Politieke kenmerken. 

Grondstoffen in Chili

Grondstoffen zijn de stoffen waarmee een fabriek de productie begint, je hebt 2 soorten grondstoffen:

1. Ruwe grondstoffen -> zijn nog niet bewerkt (primaire sector) -> melk, huiden, wol, graan, ijzererts en ruwe olie.

2. Halffabricaten -> zijn al wel bewerkt.

Grondstoffen in Chili

Grond- en brandstoffen die je uit de aarde haalt zijn delfstoffen ->  mijnbouw. Je hebt 2 soorten:

1. Dagbouw (delfstoffen liggen aan het oppervlak) -> koper! Het belangrijkste exportproduct van Chili -> 20% van het bnp!

2. Schachtbouw (delfstoffen liggen een stuk dieper) -> halffabricaten. 

Verstedelijking

De bevolkingsspreiding in Chili is ongelijk over het land verdeeld, steeds meer mensen wonen in de stad (urbanisatie).

De urbanisatiegraad stijgt en het urbanisatietempo neemt toe -> er gaan in een kortere tijd steeds meer mensen in de stad wonen.

De ruraal-urbane migratie neemt ook toe -> meer mensen verhuizen van het platteland naar de stad.

Krottenwijken

Omdat de verstedelijking te snel gaat, ontstaan er krottenwijken -> mensen bouwen illegaal hutjes om toch in die stad te kunnen wonen.

Er bestaan 'goede' en 'slechte' krottenwijken. Hoe langer een krottenwijk bestaat, hoe beter deze is -> er komen steeds verbeteringen bij.

Global shift

Landen zoals Chili beginnen steeds rijker te worden en zijn daardoor sterk opkomende landen. 

Waar het economisch zwaartepunt eerst lag bij de Verenigde Staten, Europa en Japan, is het zich nu langzaam aan het verschuiven -> global shift.

Een gevolg voor Chili kan zijn dat de werkgelegenheid groeit.

Zelfstandig werken

Wat: Aan de slag met de methodeopdrachten van 3.4

Hoe: Dit mag je met je buurman/buurvrouw doen -> houd het geluidsniveau laag!

Hulp: Als je een vraag hebt dan steek je je vinger op.

Tijd: Tot het einde van de les.

Afsluiting

Benoem concreet 2 dingen die je hebt geleerd tijdens deze les.